De eerste zeventien

Na meer dan twintig jaar weer een bundel 'serieuze' poëzie. Hoewel de koersfiets wel degelijk aan bod komt! Ik citeer de achterflap: 'Met een scherp oog voor detail en een vlotte dichterlijke pen haalt Miel Vanstreels bijzondere herinneringen boven uit zijn niet altijd even gemakkelijk verlopen jeugdjaren. Hij leidt ons niet alleen zijn eigen leven binnen, hij brengt de lezers soms ook ongewild terug bij hun eigen kindertijd. Zowel de levenskracht als de kwetsbaarheid van het menselijk bestaan ontroeren door de fraaie beelden die de dichter oproept. Stille momenten van klein geluk en oprecht verdriet wisselen elkaar af. Vanstreels schuwt niet om zijn emoties te laten zien. De confrontatie die hij met de eerste zeventien jaar van zijn leven aangaat geeft zijn poëzie een spankracht die overtuigt en ontroert.'
Meer info is te vinden op de website van de uitgever. En op Meander is een uitgebreide recensie te lezen.


Tante Irma & Willie

Willie Verhegghe (1947) is ongetwijfeld de meest bekende wielerdichter in ons taalgebied. Hij publiceerde een aantal wielerbundels (zoals 'Tourmalet' en  'Door de Muur'), hij is hofdichter van het literair wielerblad 'de Muur,' zijn gedichten zijn (op o.a. plexiborden en een grote kassei) te lezen op en rond de Muur van Geraardsbergen, hij was te gast bij 'Vive le vélo', zijn gedicht 'Renners sterven niet' wordt veelvuldig geciteerd. Als Willie het over de koers (en alles daaromheen) heeft wordt hij lyrisch, hij schuwt dramatiek noch heroïek. In een voor iedereen begrijpelijke taal laat hij zijn passie en betrokkenheid stromen. Het zien van een foto, die in 1947 genomen werd van mijn vader en zijn zus (mijn tante) Irma, inspireerde Willie tot onderstaand gedicht:

Zoals zij staat fier te zijn
naast haar grote broer die koerst en
met hoge lederen helm de hemel tart:
ik zie fierheid in haar oog en rijkdom,
neen, niet in de sacoche die ze omklemt
maar in haar houding van
'zie me hier staan in dit gezegend jaar
waarin ver weg in Denderleeuw 
een dichtertje geboren wordt
dat later over mij zal schrijven
met een pen vol tederheid en
diepe liefde voor de koers'.

© Willie Verhegghe

Meer over tante Irma lees je hier


Egmond aan Zee

Met mijn eega een aantal dagen gefietst in Noord-Holland. Standplaats was Egmond aan Zee. We stippelden vier tochten uit op het fietsroutenetwerk. De eerste (76 km) leidde ons rond het Alkmaarder en Uitgeestermeer met een verrassend ommetje langs de molens en museumpjes van de Zaanse Schans. Een mooie tocht, mede dank zij het heerlijk nazomers weer. Voor onze tweede tocht (72 km) moesten we met de trein naar Den Helder waar we de veerboot namen naar Texel. Aan de westzijde van het eiland waaiden we in een oase van rust en stilte met windkracht vier over pachtige bos- en duinpaden. Op de terugweg langs de oostzijde belandden we op de Waddendijk: langs de zee op, met de wind op kop. Geregeld werden we omgeleid wegens werkzaamheden. Na bijna twee uur stoempen fietsten we regelrecht de veerboot op. Tocht drie (67 km) reden we al eerder: vanuit Egmond naar Callantsoog en met een kleine omweg door het binnenland weer terug. We peddelden door loof- en naaldbossen, tussen hoge witte zandduinen, langs helmgras en heide, met de Noordzee geregeld binnen oog- en oorbereik. Op de terugweg lieten we ons dit keer niet verleiden tot stoempwerk: tegen de wind in slenteren kan ook! Voor tocht vier moesten we weer met de trein, naar Hoorn dit keer. Van daar fietsten we langs het IJsselmeer richting Enkhuizen. Omdat Paula steeds meer last kreeg van een blessure aan een achillespees maakten we in Enkhuizen rechtsomkeer. Onder een blauwe hemel, met een zomers zonnetje, zonder al te veel wind en met voortdurend zicht op het weidse meer was het alsof we op een boulevard vol fietsgeluk pedaleerden. Ondanks de pijn genoot ook Paula. Morgen nemen we de trein terug naar huis. Hopelijk staat er niemand op een station met een mes te zwaaien waardoor heel het Nederlands treinverkeer ontregeld wordt. Dat was namelijk op onze heenreis het geval: we deden er geen drie maar zes uur over om van Maastricht in Alkmaar te geraken!






Met een pen in de hand of op een fiets

'Het is nog niet vastgesteld of Miel Vanstreels ter wereld kwam met een pen in de hand of op een fiets.' Zo opent Wim van Til zijn recensie van Lekker afzien zuivert het gemoed op De VVL-Boekhouding. Verder lezen kan aldaar.


Rockabike

In 2013 begonnen Chantal Le Doux en Dirk Bours, beeldend kunstenaars en fanatieke fietskoeriers, met het opknappen van klassieke retro racefietsen. Ik citeer: 'De fietsen worden met liefde gerestaureerd of omgebouwd tot een onderhoudsvriendelijke op maat gemaakte fiets. Oude opgelapte stalen (gelugde) frames van merken uit de roemruchte wielerhistorie worden voorzien van mooie, opgepoetste, handgemaakte oude onderdelen. Maar evengoed met aparte frisse nieuwe onderdelen.' Hun werkplaats, Vive le vélo, is gevestigd in de voormalige Maastrichtse Brandweerkazerne. De fiets als bruikbare kunst!
In het Belgische Zonhoven ging Manfred Kwakman onlangs online met zijn Rockabike. Hij gaat, niet alleen in taalgebruik, nog een stapje verder. Ik citeer: 'Rockabike is de place to be voor wie op zoek is naar een hippe en unieke vintage mountainbike with attitude, of een te gekke omgebouwde fiets. Retromountainbikes en bike conversions zijn ons ding! Wij toveren met een onstuitbare passie oude mountainbikes en (dames)fietsen om tot unieke, gepimpte tweewielers met een ongeëvenaarde cool.' Bestemd voor wie 'een blitse one of a kind vintage mountainbike,' wil hebben 'die rock-’n-roll uitstraalt.' Het dient gezegd: in zijn portfolio zitten prachtige exemplaren.
Fietsen doe je niet (alleen) meer om je te verplaatsen en/of om te koersen, fietsen is een lifestyle geworden. De vervlogen tijden zijn er om nostalgisch aan terug te denken én om de toen geproduceerde materialen om te bouwen naar iets nieuws, iets cool. Manfred gebruikt daarbij ook gereedschap uit die vervlogen tijden: hij is namelijk de echtgenoot van de dochter van mijn broer, en die erfde zowel de werkbank als het gereedschap van mijn vader, zowat de hele tweede helft van de vorige eeuw fietsenmaker van beroep!


Staf

Een hoogzomerse herfstdag. Paula, mijn eega, en ik stappen rond het middaguur op de fiets voor een rondje van 45 km. Wandelen op de pedalen. In Eijsden nemen we het veerpont over de Maas. We krijgen gezelschap van twee Belgische toerfietsers. Ze zijn vanmorgen vroeg vanuit Dessel (Antwerpse Kempen) vertrokken voor een rondje Voerstreek, een tocht van 200 km. De oudste van de twee heet Staf, hij blijkt 81 jaar te zijn. Paula en ik spreken onze bewondering uit. Staf glimt van trots. 'Wat een bink hé, hij fietst gemiddeld 25.000 km per jaar,' zegt zijn compagnon. 'Dit jaar door omstandigheden wat minder,' aldus Staf. Hij zal de 22.000 net niet halen! Vijf keer per week gaat hij pad, voor minder dan 100 km haalt hij zijn fiets niet van de haak. En Paula vindt mij met mijn jaarlijkse 7000 km al fanatiek! Aan de overkant van de Maas scheiden onze wegen. Paula en ik fietsen richting Eben-Emael, Wonck, Zichen, Herderen. De forse tegenwind, twee pittige beklimmingen en het Haspengouwse heuvelland zorgen er voor dat er van wandelen weinig in huis komt. Na Herderen, met Maastricht in zicht, krijgen we eindelijk wind in de rug. Staf is op dit moment naar schatting nog 40 km met tegenwind van huis!

Rechts: Staf



De Heren Heuvelrug Classic

Sinds 2003 mag ik geregeld een weekend lang gaan fietsen met de heren (mijn twee zonen en een zestal vrienden van hen). We waren o.m. in de Franse Alpen (vier keer), de Vogezen, de Italiaanse Alpen, Luxemburg, de Vulkaaneifel, het Zwarte Woud en de Ardennen. Dit jaar kon de trip naar de Dolomieten helaas niet doorgaan. Hij wordt vervangen door de eendaagse Heren Heuvelrug Classic, een tocht van 110 km rond Utrecht. In het hooggebergte is het voor mij makkelijker fietsen: iedereen rijdt in z'n eigen tempo de cols op, als het moet vertrek ik gewoon een half uur eerder dan de anderen. Op het vlakke is het afzien: ik moet me te pleuris fietsen om die mannen niet al te zeer op te houden. En dat heeft niet alleen met mijn leeftijd te maken maar ook met mijn (gebrek aan) talent. De afgelopen maand heb ik geprobeerd wat meer op snelheid te trainen. Of het nut heeft gehad moet vandaag blijken. Degenen die dit jaar door omstandigheden het minst gefietst hebben zijn er niet bij. En dat is vooral jammer voor mij! We vertrekken om 11u richting Ruiterberg. Mijn teller geeft de eerste tien kilometer gemiddeld 28, 29 km aan. Benieuwd hoe lang ik dat volhoud. Na een half uurtje vind ik een lekker plekje achter in de groep. Het maakt niet uit dat de snelheid nu boven de 30 ligt. Ook op de Wageningse-berg hoeft er niet (alleen) op mij gewacht te worden. En dat geldt al helemaal op de Grebbeberg. Tussen km 50 en 70 blijft het tempo rond de 30 schommelen. Bij dit mooie weer in deze prachtige omgeving geeft het een heerlijk gevoel zonder moeite mee te kunnen peddelen. Als we de Lekdijk opdraaien zetten de snelle jongens zich op kop en gaat de teller naar de 40 km per uur. Ik heb het buitenblad nog nooit zo veel gebruikt als vandaag. Ik moet behoorlijk diep gaan maar ik ben niet degene die moet lossen! Dat alleen al! Na 100 km staat er 28,9 gemiddeld op de tellers, en dat voor iemand die normaliter al heel gelukkig is als hij op zo'n parcours 24 gemiddeld haalt! Terwijl de heren vooral blij zijn elkaar weer eens te zien om al fietsend en natafelend bij te praten, is mijn (oude) dag om heel andere redenen meer dan geslaagd!

Voor het eerst

Heuvels en cols zijn er om (zonder tussenstops) omhoog te fietsen. Tot gisteren is me dat vier keer niet gelukt. In 2003 kreeg ik op de Col d'Ornon een dusdanige inzinking dat ik niet meer verder kon. Het was bloedheet en ik had al enkele beklimmingen in de benen. Ik werd opgehaald door een bezemwagen. Een dag later reed ik fluitend de Glandon op. Zo gaat dat. Drie keer moest ik van de fiets op hellingen met stukken boven de 25% (San Genesio Edelweiss, Hohe Acht en Montée du Herrenberg). Eén van de rijmpjes die het goed doen als ik moet voorlezen tijdens een wieleravond gaat als volgt:

Wat deed Miel V
op de Redoute

hij stapte af
en ging te voet

In werkelijkheid ben ik de Redoute al verschillende keren opgefietst en nooit afgestapt. Het oorspronkelijk versje gaat over Albin O, een collega, die er wel van de fiets moest. Hij was zo verguld met het rijmpje dat hij teleurgesteld reageerde toen ik het enkele jaren later bijstelde (vanwege de zelfspot & ironie)!
Gisteren dus. Ik fietste na de Loorberg richting Landsrade en Gulpen toen ik tijdens het schakelen iets voelde knappen: de kabel van mijn derailleur! Ik was verplicht om met de 34x11 (of 50x11) naar huis te fietsen. Daar kom ik geen heuvel mee op, en ik moest er minstens één omhoog. Ik koos voor de kortste pijn: de Piemert, 800 meter lang met 400 meter aan 10%. En daar liep ik dan: voor het eerst in mijn leven met een een racefiets in de hand een Limburgse heuvel op! Ik vergat zelfs een foto te maken. Maar zoals zo vaak is de H.Maagd me genadig: ik mijn archief zit uiteraard een foto van de kapel aan de voet van de klim!


Senryu van de maand

Het maandblad ‘Fiets’ start vanaf deze maand een (kleine) nieuwe rubriek. De lezers worden uitgenodigd / uitgedaagd om een senryu te schrijven. Aanleiding is het verschijnen van mijn bundeltje ‘Lekker afzien zuivert het gemoed’, waar in het augustusnummer aandacht aan wordt besteed.  Veel meer kun je als wielerdichter niet wensen!

Klik op afbeelding voor vegroting

Een avontuurlijke tocht!

Gisteren de nieuwe Ravel 7 (La Meuse à Vélo) gaan verkennen. Ons groepje bestond uit twee dames en drie heren en we fietsten voor het eerst in deze samenstelling. Bijna een halve eeuw geleden leerden we elkaar kennen tijdens een opleiding in een Maastrichts ziekenhuis. Als je de bewegwijzering op het fietsroutenetwerk in Belgisch Limburg als norm neemt, valt er veel aan te merken op de andere netwerken in de Euregio, ook op de Ravel 7. Of lag het aan ons gekeuvel, gebabbel en gekwebbel? Hoe het ook zij, het missen en verkeerd interpreteren van bordjes bracht ons wel bij een prachtig (verwaarloosd) kapelletje ter ere van Maria Immaculata, de Onbevlekte Ontvangenis. We verzeilden verderop op een kasseistrook die overging in een doodlopend bospad en voor Luik kwamen we terecht op een industrieterrein waar we onder een boomstammen ladende mobiele kraan door moesten. Op de terugweg werd het nog leuker: enkele fabrieksarbeiders sommeerden ons rechtsomkeer te maken! Een volgende keer kunnen we beter een route kiezen waarop je onmogelijk kunt verdwalen. Wat me overigens nog opviel: we verbazen ons bij tijd en wijlen over chillende jongeren en klessebessende senioren die met z'n drieën naast elkaar (blijven) fietsen op een fietspad. We deden gisteren precies hetzelfde! Zo nu en dan!


Asch

De afgelopen week drie keer vanuit Maastricht in Asch (As bij Genk) beland. Vorige week dinsdag wilde mijn dierbare echtgenote een vlak rondje van 60 km door de Kempische bossen fietsen. In As dronken we een kop koffie in een brasserie, een gerestaureerd stationnetje. Het oorspronkelijke gebouw werd in gebruik genomen in 1876, bij de opening van de spoorlijn Hasselt-Maaseik. De afgedankte spoorlijn wordt geëxploiteerd door het Kolenspoor, een groep vrijwilligers die nostalgisch spoorwegmaterieel opknapt en onderhoudt. Afgelopen zaterdag, op de Belgische nationale feestdag, kwam ik er terecht tijdens mijn jaarlijks tochtje met een jeugdvriend. Uiteraard fietsten we ook even door Godsheide, ons geboortedorp, waar het kermis was. Doorgaans eindigt de Tour rond Godsheide-kermis. Dat was vijftig jaar geleden ook het geval. Jan Janssen reed Herman Vanspringel op de slotdag uit de gele trui:

Mijn Vlaamse moeder
was zeer gecharmeerd

van die Hollandse
coureur die zo beschaafd
praten kon,

op de avond
van 21 juli 1968
schreef ze hem
een brief

waarin ze hem
uitgebreid feliciteerde
met het winnen
van de Tour,

het standaard kaartje
waarmee Jan haar
bedankte

heeft tot haar dood
ingelijst
op het dressoir
gestaan,

een bron van ergernis
was het voor al wie
met Vanspringel
was begaan

En vanmorgen moest ik andermaal naar As. Ik had er afgesproken met een kostschoolgenoot die in Bree woont. Altijd goed voor het ophalen van herinneringen, zoals:

Avondstudie anno 1963

Tussen acht en half negen
en alleen dan mocht er 
gelezen worden,

de surveillerende pater
betrapte me om zeven uur
met een spannend boek,

een half uur later 
dacht ik dat hij me
uit het oog verloor,

het kostte me 
een pijnlijk 
gloeiend oor

Welk spannend boek ik aan 't lezen was? Ik denk één van de Winnetou's van Karl May!


Bikkels & malloten

Volgende week zou ik met mijn zonen en enkele vrienden van hen in de Dolomieten gaan fietsen. Helaas, de een brak zijn sleutelbeen, de ander ging door zijn rug en nog een ander kreeg weer last van een oude knieblessure. Gezien de weersverwachtingen in het gebied is het niet eens zo erg dat de trip gecanceld werd. En daarbij, de Bleke Bergen liggen er volgend jaar ongetwijfeld nog even aanlokkelijk bij. Om mijn voorbereiding toch een een doel te geven fiets ik vandaag in alle vroegte naar de Eyserbos (900 meter lang, 9,3% gemiddeld, 17% maximaal). Ik wil peetvader worden van die helling, net zoals ik een aantal jaren geleden peetvader werd van de Gulpenerberg en de Doodeman. Daarvoor moet ik (op één dag) 25 keer naar boven. Dan krijg ik wederom een Ironbig van de organisator (Brévet International des Grimpeurs). Of me dat gaat lukken? Onder een strak blauwe hemel begin ik om 7u50 aan de eerste klim. Het ziet er naar uit dat ik merendeels in de schaduw kan fietsen. Tot het bos gebruik ik de 34x28, voor het steile stuk schakel ik naar de 34x32. De wind waait uit het noorden en dat zorgt voor een heerlijke afkoeling tijdens de afdaling. Tien minuten heb ik nodig om te klimmen, af te tekenen en te dalen. Op het gemak naar boven, goed drinken (even verderop ligt een winkeltje) en om het uur een krentenbolletje. Voor de rest is het toeleven naar: 5 beklimmingen (het gaat prima, ik geloof dat de Eyserbos en ik echt vriendjes worden!), 10 beklimmingen (ik mag niet mopperen, wat hijgen en kreunen al die mij voorbij fietsende gasten toch!), 15 beklimmingen (het gaat beter dan ik dacht, maar mag ik toch een paracetamolletje!), 20 beklimmingen (nu mag ik echt aftellen), 25 beklimmingen (ik heb het gehaald!). Om 12u10 kan ik weer huiswaarts. De Sibbergrubbe (met zijn 2 km aan 5%) doet me meer pijn dan de Eyserbos! Volgens het profiel van Klimtijd.nl heb ik dus 22 km aan 9,3% geklommen, waarvan 5 km aan 16 á 17%. Dat kan al gaan. Bijzonder voor een jongetje van 67? Ach, Roger uit Kanne, een leeftijdgenoot, trok veertien dagen geleden zonder al te veel voorbereiding naar Luik om op het grondgebied van de Vurige Stede 40 lamentabele hellingen op te peddelen. Als je het over bikkels & malloten hebt!


Tien redenen waarom ik (graag) fiets

Hoe - door wie en wat - komt het dat ik zo graag fiets?
1.Door mijn vader. Op mijn elfde kreeg ik mijn eerste racefiets en sinds die tijd nam hij mij (en mijn broer) geregeld mee 'op oefening'. Nergens was ik dichter bij hem dan op de fiets.
2.Door mijn jongensdromen. Als kind wilde ik graag coureur worden en de hoogste bergen uit de Tour beklimmen. Als een jongetje van vijf, zo kijk ik nog steeds het liefst naar de koers.
3.Door het rustgevende. Nergens vindt mijn hoofd zoveel rust als op de fiets: lekker afzien zuivert het gemoed!
4.Door het meditatieve: op de fiets lijken mijn gedachten zich te ordenen, de woorden zoeken er hun plaats op in een zin.
5.Door mijn gezin. Ik heb het geluk dat mijn vrouw en mijn zonen graag fietsen. (Met mijn zonen en hun vrienden mocht / mag ik geregeld op fietsweekend.)
6.Door kompanen, met wie ik tradities in ere hield en houd.
7.Door de koers: ik vind het heerlijk om heuvelzones, cols en finales uit bekende koersen aan mijn palmares toe te voegen. Ook dwaze ondernemingen kunnen mij bekoren.
8.Door de vreugde van het leveren van een prestatie in een zielstrelend decor: daar heerst kilometers lang het esthetisch & atletisch genot, daar wordt er aan mijn ziel gepeuterd, daar voeren adrenaline & endorfine een vrolijk dansje op.
9.Door de gezondheidsgedachte, geregeld fietsen kan geen kwaad, hoewel, je moet wel de stoeprandjes mijden!
10.Door het gebrek aan rijbewijs en auto is de fiets mijn/ons enige vervoermiddel.


Lekker afzien zuivert het gemoed

Volgende week verschijnt 'Lekker afzien zuivert het gemoed', een bundel met een keuze uit de senryu's die ik de afgelopen jaren schreef. Het boekje (40 pagina's, 68 senryu's) kost € 10 en is verkrijgbaar bij o.m. Boekenroute. Voor de omslag mocht ik gebruik maken van een afbeelding van het schilderij Loewieke van Rob Brouwers, de in 2016 overleden kunstschilder uit Voeren die in zijn jonge jaren ook een begenadigd amateur-wielrenner was. Senryu is een op het zenboeddhisme geïnspireerde Japanse dichtvorm, die in de achttiende eeuw ontstond als reactie op de haiku. Een senryu bestaat, net als de haiku, uit drie regels van 5-7-5 lettergrepen. Gaat het in de haiku om 'de puurheid van de natuur', in de senryu staat  'de onvolmaakte mens' centraal. Ideaal dus voor iemand die niet vies is van enige zelfspot en ironie!

Overmoedig geweest –
mezelf op klaarlichte dag 
het licht uit gefietst



Mijn vader & zijn koersfiets

Op steeds meer websites, blogs en facebookpagina's zie je wielerfoto's van (heel) vroeger voorbijkomen. Altijd mooi om te zien. Vind ik toch.Tijd dus om mijn erfenis, de foto's van mijn vader & zijn koersfiets, toe te vertrouwen aan het het wereldwijde web. Hier klikken voor al dat fraais!


Lekker uit de wind

Gisteren voor het eerst dit jaar gaan fietsen met Dré. Sinds vorig jaar heeft hij een nieuwe eigentijdse racefiets, een Trek. Dré kan naar eigen zeggen niet langzaam een helling op fietsen: om niet stil te vallen moet hij stevig doortrekken. Voor een steile kuitenbijter als de Doodeman gebruikt hij niet eens zijn kleinste versnelling (34 x 24). Bij de tweede klim van de dag al deed ik geen moeite meer hem te volgen. Zo hard als hij bergop fietst, zo gemoedelijk pedaleert hij op het vlakke. Op het tweebaans fietspad van Margraten naar De Planck reed hij voor me. Dré geneerde zich er niet voor om een eindje lekker uit de wind te gaan zitten achter een snelle en charmante jongedame op een e-bike. Ik had alle tijd om al fietsend een foto te maken van het schouwspel.