In de boeken

Zo nu en dan krijg ik de vraag of ik een bijdrage wil leveren aan een tijdschrift of boek. Afgelopen week vielen twee mooi verzorgde publicaties in de bus.
Bert Bevers stelde voor het literaire tijdschrift Ballustrada de 25ste aflevering van portfolio Laaglandse Poëzie samen. Dit keer waren de beide Limburgen aan de beurt. Mijn gedicht over het huwelijk van mijn ouders (dat begint met de regels 'Mijn moeder kwam van / zangerig zand, mijn vader / groeide op in vette klei) staat er tussen werk van o.a. Chrétien Breukers, Frans Budé, Philippe Cailliau, Marleen de Crée, Daan Doesborgh, Christina Guirlande, Albert Hagenaars, Joris Iven, Hans Mellendijk, Ton van Reen, Herman Rohaert en Wim van Til.
Rik Cockel schreef een boek over het wielerleven van Tristan Hoffman, een flandrien uit Groenlo. Hij lardeerde de verhalen met gedichten van Willie Verhegghe, Hugo Matthysen, Alex Roeka, Gerrit Komrij, Toon Tellegen, Peter Nijmeijer, Huisdichter Cornelis en een (gemasseerd) rijmpje van ondergetekende.
Altijd leuk om mijn naam in zulke rijtjes te zien staan: goed voor de moraal van de versjesmaker!



Leren fietsen

Kinderen leren doorgaans fietsen tussen hun vierde en vijfde levensjaar. Ze bepalen zelf wanneer ze er aan toe zijn. Onze kleindochter Maite (bijna vijf) toonde al een tijdje interesse maar gaf er iedere keer vlug de brui aan. Tot vorige week. Mijn zoon had de zijwieltjes van haar fietsje gehaald en Maite oefende een aantal keren met haar ouders. Tijdens onze oppasdag moesten we uiteraard naar het park, Maite wilde perse leren fietsen! Ik hoefde niet veel te doen: even vasthouden, zeggen dat ik naast haar bleef lopen en hup, ze fietste zomaar bij me vandaan. Apetrots was ze, joelend zat ze op de fiets. De afgelopen dagen logeerden Maite en haar zusje Suze (3) bij ons. Uiteraard kwamen de fietsjes mee en uiteraard moest er iedere dag gefietst worden: rondjes draaien op het plein waar we wonen, 'kilometers' maken langs de Maas, vaardigheden opdoen op een (verlaten) skatebaan. Ze leerde hoe je de trappers het best kunt zetten om te beginnen en hoe je achteruit moet trappen om te remmen, ze leerde dat je je goed moet concentreren en altijd vooruit moet kijken om goed in balans te blijven, ze leerde dat vallen (doorgaans) niet erg is en dat je, als je toch valt meteen weer op de fiets moet springen, ze leerde dat het des te leuker is als je iets probeert waar je angst voor had (zoals bergaf fietsen), ze leerde dat je 'vriendjes moet worden' met je fiets. Maite kreeg er geen genoeg van: 'Oh, ik vind fietsen zó leuk!'. Wat mij het meest verbaasde? Dat ze alles wat ik voorstelde uitvoerde, ook al was het nieuw voor haar, ook al had ze zo haar twijfels (en angst). Het onbegrensd vertrouwen van een kind? Tussendoor vroeg ze wie mij heeft leren fietsen en of ik het toen ook zo leuk vond. Tja, wat zou ik daar op geantwoord hebben!


Online

Voor de liefhebbers. De bundeltjes die ik de afgelopen jaren publiceerde zijn nu ook online te lezen. Ga op de betreffende pagina naar de link 'hier te lezen' en je krijgt een pdf-bestand van de bundel voorgeschoteld. De bundeltjes waar het om gaat:

Prostaatloos

Op onderstaande foto is te zien hoe 'mijn volledig oeuvre' overeind gehouden wordt door een maansteen die ik mee mocht nemen van de Mont Ventoux, althans, ik dacht te begrijpen dat de berg me toestemming gaf..


Terug op de fiets

Een tijdje een fietsverbod gehad. Begin mei werden er tumorcellen ontdekt in mijn prostaat. Niet dat ik ergens last van had, maar na een jaarlijks bloedonderzoek werd ik met een licht verhoogde PSA doorgestuurd naar een uroloog. De hele zomer peddelde ik over heuvels en cols in afwachting van de verwijdering van mijn 'voorstanderklier', want een andere c.q. betere optie was er in mijn geval niet. De zenuwbesparende operatie werd acht weken geleden uitgevoerd met behulp van de da Vinci-robot. De operatie en het herstel verliepen voorspoedig. Gelukkig bleef ik gevrijwaard van de veel voorkomende (en al dan niet tijdelijke) gevolgen van een prostaatoperatie (incontinentie en impotentie). Ik tel derhalve (opnieuw) mijn zegeningen. Intussen fiets ik al weer een week of twee opgewekt door het Mergelland en afgelopen dinsdag kreeg ik te horen dat ik 'kankervrij' ben.
Wie wil meegenieten van het droevig afscheid van mijn prostaat kan deze link volgen!

Even eruit

Racefiets gepoetst
en gesmeerd - zes weken rust
voor mijn toeverlaat


Rondje Val Dieu

Vanmorgen mijn jaarlijks Rondje Val Dieu gefietst. In Mesh gaan kijken naar het opgeknapte monument waarmee de bevrijding van Nederland, dit jaar driekwart eeuw geleden, wordt herdacht. De wereldoorlogen zitten voor mij hoe langer hoe meer samengebald in die nacht in 1977 dat ik met mijn vader in een Hasselts ziekenhuis waakte bij mijn opa van moederskant. Mijn grootvader vocht in 14-18 o.a. aan de IJzer, mijn vader zat in 40-45 in het verzet. Die nacht vertelde mijn vader hoe hij mijn opa in 1948 om de hand van zijn dochter vroeg. Toen dat was afgehandeld, werd de fles jenever op tafel gezet. Er waren veel borrels nodig om de oorlogsgruwel (voor even) doorgespoeld te krijgen. De nacht dat we bij hem waakten is mijn opa ingeslapen. Aan de oorlog word je ook herinnerd als je na de wonderschone klim van Le Heydt richting (het fort van) Neufchateau fietst. Daar heb je een prachtig uitzicht op het Land van Herve. In de abdij van Val Dieu ben ik, als ongelovige katholiek, uiteraard een kaarsje gaan aansteken. Mijn fiets heb ik gewoon mee de kerk in genomen, het mocht van de H. Maagd. Via Aubel en de Voerstreek terug naar huis fietsend, kon ik heerlijk mijmerend mijn zonden overdenken.




Passau - Wenen

Omdat we geen van beiden avonturiers zijn, hebben mijn eega en ik ons nog 'ns gewaagd aan een groepsfietsreis. Het eerste gedeelte van de Donauradweg leek ons wel wat. En, het is ons uitstekend bevallen! Tussen Passau en Wenen kon er met redelijke dagafstanden (50 tot 75 km) zonder bustransfers en in alle vrijheid van hotel naar hotel gepedaleerd worden. Zeggen dat alle clichés over de route kloppen is op zich al een cliché, maar ik kan er niets anders van maken. Vele kilometers lang langs die brede rivier op peddelen met (bijna) voortdurend uitzicht op groene heuvels en bergen, tja, veel meer hoeft het voor mij niet te zijn. Geregeld van de route afwijken om (behoorlijk) hogerop gelegen abdijen en gedenkplaatsen te bezoeken, zo nu en dan door een stad(je) slenteren, bij tijd en wijlen iets cultureels of historisch meepikken, je al fietsend laten rondleiden in Wenen en dat alles onder een (meestal) overvloedig schijnende zon: wat kun je meer verwachten van een vakantie! Zeker als je onderweg aansluit bij een aantal sympathieke reisgenoten waar je ook iedere avond mee aan tafel mag zitten. Fietsverhalen worden dan al gauw voorzichtige levensverhalen waaruit wederom blijkt dat ‘geluk’ allesbehalve vanzelfsprekend is. Hoe toeristisch is de route? De talrijke terrasjes waren weliswaar druk bezet, maar op de route belandden we slechts één keer in een fietsfile. De Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans en Nederlands sprekende pedaleurs wachtten met hun merendeels elektrisch ondersteunde vehikels geduldig tot werklui de 's nachts afgewaaide takken van het pad verwijderd hadden. Verder was het soms even aanschuiven bij de veerpontjes. Maar goed, de Donau is 2800 km lang en iedereen lijkt in dezelfde richting te fietsen, plaats genoeg dus. Passau, Schlögen, Linz, Perg, Grein, Melk, Krems, Wenen: een tocht met een hoog ansichtkaartgehalte! Wat de vroegere en huidige politiek in dat prachtig land(schap) betreft: onze Weense fietsgids ontweek het onderwerp behendig met de mededeling dat zij voor ‘Frieden, Freude & Eierkuchen’ is!

Klik hier voor meer foto's 









Dagwaardes & zo

Gisteren, bijna drie maanden nadat ik aangereden werd, kreeg ik de materiële schade vergoed door de verzekering van de student die me met de auto van zijn moeder overhoop reed. Zelf mankeerde ik gelukkig niet zo veel maar mijn racefiets was total loss. Bij zo'n verzekering moet je de boel warm houden en hopen op medewerkers die afmaken wat sommige van hun collega's laten liggen. Eerder al had ik geluk dat mijn fietsenmaker weet hoe hij moet omgaan met schade-experts en vaste klanten. De door de verzekering ingehuurde expert bleek overigens heel schappelijk. Dat gold ook voor een medewerker van de verzekering die me ongevraagd een ongemakkenbonus gaf. Ik kom er uiteindelijk dus goed vanaf. Al verbaast het me nog steeds dat iedereen het heel gewoon vindt dat je als slachtoffer van een verkeersongeval (lees: door de schuld van iemand anders) materiële schade lijdt. Met mijn (goed onderhouden en vorig najaar nog geheel gereviseerde) Bianchi Impulso had ik (bij leven en welzijn) nog vele jaren willen fietsen. Dagwaarde en waardevermindering vond en vind ik dan ook totaal niet van toepassing. Maar ik was en ben blijkbaar de enige die van mening is dat men alle wet- en regelgeving daaromtrent maar moet aanpassen!

Mijn Bianchi Aria!


Schwarzwald

Met Joost en Gijs, mijn zonen, en Wiebe, de schoonvader van de oudste, enkele dagen gaan fietsen in Het Zwarte Woud. We logeerden in Kirchzarten, een dorp in de buurt van Freiburg, de plaats waar ik zeven jaar geleden (na tien kilometer fietsen al) zwaar ten val kwam. De confrontatie met de omgeving riep minder emoties op dan verwacht.
Op de dag van onze aankomst fietsten we bij 33º Celsius de Kandel op: 18 km klimmen, van 384 naar 1202 meter. Gijs peddelde rustig naar boven met amper 100 fietskilometers voorbereiding in zijn loopbenen. Voor Wiebe, een zestiger uit het vlakke Drenthe, was het zijn allereerste col. De laatste kilometers zag hij behoorlijk af, maar hij redde het. Joost fietste (uiteraard) fluitend naar boven. Ik mocht de rij sluiten en op mijn gemak genieten: van het klimmen, van het fraaie landschap, van het moedig zwoegen van Wiebe.
Dag twee was gereserveerd voor een tocht van 75 km (met 2200 hoogtemeters) over drie cols: Schaunsland (vanuit Oberried), Wiedener Eck en Notschei. In totaal moest er 36 km geklommen worden. Wiebe pakte het vanaf de start verstandig aan: zonder tussensprintjes op reserve naar boven. De miezerige regen die tijdens de eerste klim begon te vallen maakte in de afdaling plaats voor de zon, en die deed ons de rest van de tocht behoorlijk zweten. Op de tweede col, een gelijkmatige loper, werden we geregeld ingehaald door zeven racende oude Audi's die daar rondjes reden. Heerlijk: dat bizar geronk en die walmende uitlaatgassen in dat lieflijk landschap! Op de laatste klim had Wiebe het zwaar, maar, zo vatte hij achteraf samen: 'Afzien, het went op den duur.' Gijs kreeg last van een oude rugblessure en zijn gebrek aan fietsvoorbereiding. En Joost, die ging na het nuttigen van de Kirchzarter taart nog een rondje van 50 km (over de Thurner) 'vegen'!
Op dag drie scheidden onze wegen. Gijs maakte een rugsparende wandeling. Wiebe wilde graag een wat vlakker rondje van 50 km met niet meer dan één col. Dat werd Schaunsland (vanuit Freiburg). Joost vergezelde 'sjoenpa' en pikte daarna de Erlenbacher Hütte mee, de klim waar ik meteen naar toe fietste. Een steile puist van 7,7 km aan gemiddeld 9,4%. Het middelste gedeelte (5,5 km) stijgt gemiddeld 11,3% over een smalle, slecht geasfalteerde bosweg met aan het begin en het eind prachtige uitzichten. Een klim om hart & ziel aan op te halen! En dat deed ik dus, in een oase van rust. Freiburg zal voortaan in mijn herinneringen (veel) meer zijn dan alleen maar de intensive care van het Universitätsklinikum!


(meer info en foto's)



De tussensprint

Mijn vrouw heeft drie broers en zes zussen. Trouwpartijen leidden tot kinderen die op hun beurt partners vonden met vaders en broers en zussen. Wie over een racefiets beschikt, kon vandaag alweer voor de zesde keer deelnemen aan het Rondje Ritz. En ze kwamen vanuit Nijmegen, Beilen, Utrecht, Oirschot en Kerkrade. Van Maastricht ging het via Eijsden naar en door de Voerstreek, waar de eerste klim – de Kwinten – wachtte. Daarna volgden de Wolfsberg, de Loorberg en de Ingbergrubbe. Na de pauze in Sibbe kon er gekozen worden: rechtstreeks of via de Cauberg naar Maastricht (voor het rondje van 55 km), of nog verder voor de lus met de Geulhemmerberg, de Keunestraat, de Kalleberg, de Bukel en de Orenberg (voor het rondje van 77 km met 800 hoogtemeters). Een mooi rondje over fietspaden en binnenwegen, zeker bij het heerlijk zomers weer. Tijdens zo'n tocht wordt er uiteraard gekeuveld en gekletst, want menigeen ziet elkaar maar één keer per jaar. In de heuvelzone wordt ook meteen duidelijk wie veel, weinig of helemaal geen kilometers in de benen heeft. En dat betekent dat de snelle jongens vaak moeten wachten en temporiseren. Van de tien oorspronkelijke Ritzjes was mijn eega de enige de meefietste. Een dame van 67 tussen merendeels dertigers. En dan won ze ook nog de tussensprint in Sibbe!


Drie keer Kempen

Drie dagen door de Kempen gefietst met mijn dierbare echtgenote. Ervan uitgaande dat we qua leeftijd bij de doelgroep hoorden, boekte ik een arrangement in een seniorenhotel, dat midden in de bossen ligt. Op de eerste dag fietsten we een ommetje van 60 km (van het station van Weert naar het hotel in Luyksgestel) door de Brabantse Kempen. De Kempen staat bekend om zijn zanderige bodem, bedekt met heide, dennenbossen, vennen en veengebieden. Op opvallend rustige fietspaden  lieten we ons leiden door de bordjes van het fietsroutenetwerk. Lekker zomers pedaleren in een weldadige stilte! Dag twee peddelden we een rondje van 80 km door de Antwerpse Kempen. Enkele onduidelijke omleidingen en iets te veel betonbanen door woonwijken maakten het minder fraai dan een dag eerder, maar de zomerse zon en de Corsendonckse lunchpauze vergoedden veel. Op de laatste dag – een tropische warme! - reden we 75 km, dwars door de (Belgisch) Limburgse Kempen richting Maas(tricht). Gelukkig bleven we nagenoeg de hele tocht op schaduwrijke jaagpaden langs het water. Wat niet wil zeggen dat de 40 kilometers met (4 Beaufort) wind tegen niet in de benen kropen. Hoe het seniorenhotel beviel? Een bijzondere ervaring! We mogen absoluut niet klagen over de accomodatie, de maaltijden en de bejegening. In de stalling stonden onze fietsen netjes geparkeerd tussen rollators, scootmobiels en tilliften. En in het restaurant heerste een bejaarde gezelligheid. Hoewel we jarenlang in de ouderenzorg gewerkt hebben, zou je toch kunnen stellen dat het aanschouwen van ons voorland een tikkeltje confronterend was!


Ingewijd

Wanneer mijn vader vroeger een nieuwe fiets verkocht, sprak hij tegenover de klant steevast de wens uit: 'Dat ge hem in gezondheid moogt verslijten.' Ik moest er aan denken toen ik bij de inwijding van mijn nieuwe fiets langs de Steenboskapel in Voeren reed. In die kapel hangt een bordje met de tekst: 'Laten we hier bidden om gezond te mogen blijven of voor een goede genezing.' Ik ga er vanuit dat de Jezus van deze Heilig Kruiskapel ook een aanhorend oor heeft voor een ongelovige katholiek c.q. katholieke atheïst. Overigens, mijn nieuwe fiets is een Bianchi Aria 105 en hij fietst carbonastisch!


Col du Limbourg

Een doorlopend rondje van 88 km vanuit Maastricht met twintig (verschillende) hellingen die zorgen voor 1300 hooogtemeters en circa 25 klimkilometers aan gemiddeld 5,2 %. Cols met een vergelijkbare lengte en steilte zijn o.m de Glandon (vanaf Barrage du Verney), de Gavia (vanuit Bormio) en de Ventoux (vanuit Sault). Een lekker rondje dus. Om de 4,5 km wacht een nieuwe helling: Rasberg, Brakkeberg, Daalhemmerweg, Goudsberg, Fromberg, Vrouwendelweg, Colmont/Korenweg, Bosschenhuizen/Trintelen, Wittemerberg/Plettenberg, Gulperberg, Hurpesch, Camerig/Panisberg, Terpoorterweg, Eperheide, Piemert, Schey, Grensheuvel, Hoesberg/DorpstraatBukel, Orenberg. Voeg ze samen en je hebt … de Col du Limbourg

(De route in GPS)


De zoen

Vanmorgen voor het eerst sinds de aanrijding weer een fatsoenlijk rondje (van 50 km met 6 hellingen) gefietst. Op de zware Cube. En het ging prima. Op de Cauberg en de Geulhemmerberg peddelde ik zelfs enkele jonge dames en heren voorbij. Niet dat ik daar veel moeite voor moest doen: ze namen deel aan een clinic en hadden duidelijk nog wat instructies nodig over schakelen en bergop fietsen. Mijn gekneusde rib herinnert me nog doorlopend aan de aanrijding. Van 'de student' heb ik niets meer gehoord. Van zijn verzekering vooralsnog evenmin. Volgens Gijs Z. zie je het vaker: veroorzakers van verkeersongelukken, die het gebeurde zo vlug mogelijk willen vergeten en er dus niet meer mee geconfronteerd willen worden. Ik ben wel langs de plaats des onheils gefietst. Het deed me weinig. Door zo'n ongeluk word je wat alerter op kruispunten en bij zijwegen, maar verder is het veel te lekker om weer op de fiets te zitten. Bij thuiskomst kreeg m'n Cube dan ook een zoen. Dat doe ik wel vaker, want zo'n fiets is per slot van rekening toch een van je beste vrienden!

Fiets beter zien? Klik op de afbeelding.

Begrip

Hoeveel begrip moet je als verkeersslachtoffer hebben voor de veroorzaker van de aanrijding waarbij je als fietser overhoop gereden werd? Vallen ook het foutief afhandelen van formaliteiten en het niet beantwoorden van je mailtjes onder de noemer jeugdige onbezonnenheid? Of kan ik beter bij mezelf te rade gaan:

Een beetje te naïef
geweest - meer compassie
dan verstand gebruikt


Onbestemd

Het hele jaar al fiets ik met een onbestemd gevoel dat me meer dan normaal doet schrikken bij (ogenschijnlijk) gevaarlijk gedrag van andere weggebruikers en mezelf. Een paar weken geleden kocht ik zelfs een nieuwe helm. En welaan, vandaag fietste ik de Daalhemmerweg af richting Valkenburg. Er was veel tegenliggend verkeer. Ter hoogte van de smalle Koksweg werd ik geschept door een indraaiende auto. Ik voelde mezelf met mijn fiets over de motorkap heen overkop gaan en pal op mijn hoofd terecht komen. Het leek wel of ik even veerde. Het eerste wat ik deed was mezelf uitermate gelukkig prijzen met mijn nieuwe helm. De automoblist, een student zo bleek later, kwam meteen vragen of hij een ambulance moest bellen. Bij het zien van mijn fiets heb ik de arme jongen verrot gescholden. Hij voelde zich ontzettend schuldig, herhaalde telkens weer dat het zijn fout was, dat hij me niet gezien had. Uiteindelijk ben ik opgestaan. Op twee gezwollen knieën, een pijnlijke enkel en een gekneusde rib na lijk ik niets te mankeren. Voor de zoveelste keer geluk (bij een ongeluk) gehad. De student bracht me eerst netjes naar mijn fietsenmaker, die een taxatie gaat maken voor de verzekering, en daarna naar huis. In de auto besefte ik pas dat de jongen nog meer geschrokken was dan ik. Ik had en heb met hem te doen!


Onderweg

Een 'rondje vaderland' fietsend stop ik in Godsheide even om het graf van mijn ouders te bezoeken. Als er een hiernamaals bestaat, hebben ze onlangs gezelschap gekregen. We moesten afscheid nemen van mijn zus (64). De dood had z'n handen vol aan haar. Hoezeer haar lichaam het ook liet afweten, wat de oncologen ook beweerden, mijn zus klampte zich vast aan het leven. Het duurde meer dan een jaar eer ze capituleerde. Uiteindelijk is ze rustig ingeslapen. Arme zus! Zorg maar dat je niet teveel afkoelt, hoor ik mijn vader zeggen. En dus spring ik braafjes weer op mijn fiets.


Oefening in niet ergeren

Dat er het afgelopen februariweekend veel lente in de lucht hing was in het Mergelland goed te merken op de fietspaden en binnenwegen: allerlei soorten fietsers en wandelaars probeerden te profiteren van de zon. De oefening in niet ergeren begon dit jaar al vroeg: spookfietsers die meer oog hadden voor de omgeving dan voor de tegenliggers, naast elkaar rijdende pedaleurs die geen aanstalten maakten om plaats te maken, groepjes wandelaars die de hele breedte van de weg in beslag namen. Dat belooft voor de komende zomermaanden, want ook de motorrijders hebben de smalste binnenwegen ontdekt. Anticiperen dus, niet ergeren, minder drukke wegen opzoeken (voor zover die er nog zijn), zorgen dat je zelf geen hinder veroorzaakt en heel subtiel je rechtmatige ruimte opeisen. Op zo'n dagen denk ik wel eens aan vroeger. Ik kreeg m'n eerste racefiets op m'n elfde, in 1962 en werd vanaf die tijd samen met mijn broer regelmatig mee op oefening genomen door mijn vader. Het rondje (van circa 80 km) dat we vaak fietsten: Godsheide, Bilzen, Riemst, Eben Emael, Hallembay, Hautain St Simeon, Tongeren, Guigoven, Kortessem, Wimmertingen, Godsheide. We volgden (vroeg in de ochtend) gewoon de provinciale weg, de voornaamste verbindingsweg tussen Hasselt en Maastricht / Luik. De autoweg tussen Hasselt en Luik moest nog aangelegd worden, het wielertoerisme was nog uitgevonden, fietspaden bestonden nog niet en een stoplicht kwam je maar heel sporadisch tegen. Zo nu en dan reed er een auto, een vrachtwagen of een bus met een brede boog om je heen. Het was wel streng verboden om naast elkaar te fietsen, ik heb er ooit een proces verbaal voor gekregen. Om in een dergelijke rust te kunnen fietsen moet je nu naar ver afgelegen gebieden. Het is niet anders, het wordt waarschijnlijk alleen maar drukker. Dadelijk stap ik weer op de fiets, op maandagochtend kom je in de regel enkel wat verdwaalde gepensioneerde wielertoeristen tegen, mensen zoals ik.

Sjengen

Bijna een halve eeuw al woon ik in Maastricht. Op m’n negentiende kwam ik hier om een opleiding te volgen en ben nooit meer weggegaan. Ik heb hier altijd gewerkt, ik leerde hier mijn vrouw kennen, mijn zonen zijn hier geboren en opgegroeid. Het dialect dat hier gesproken wordt versta ik wel maar ik spreek het niet, het zou te verbasterd klinken. Ik ben dus een Maastrichtenaar maar geen Mestreechteneer. Zo mogen alleen de autochtone inwoners van sjoen Mestreech zich noemen. En enig chauvinisme kan hen niet ontzegd worden. Een rasechte Mestreechteneer noemt zichzelf graag een Sjeng, hij beschouwt het als een geuzennaam. Dat de lui van de boerenbuiten en de omliggende steden (die niet aan hun Mestreech kunnen tippen!) het als een scheldnaam gebruiken, deert hen niet.
De nieuwe eigenaars van Tweewielerspecialist George Walstock hebben een wielertrui laten ontwerpen waarop terug te vinden zijn: de naam Mestreech, de skyline van de stad, de wereldberoemde Ingel (engel) vaan Mestreech en de Ster (teyken der stadt Triecht). Ik heb zo’n trui besteld, niet alleen omdat ik ‘m mooi vind maar ook omdat hij herinneringen oproept aan de sterretjestrui waarin mijn vader jarenlang koerste. Toch heb ik even getwijfeld over de aanschaf. In onderstaand rijmpje kunt u lezen waarom:

In zo'n Mestreech-trui fietsen
als Belgische Maastrichtenaar

loop ik daarmee tussen al
die Sjengen geen gevaar?



Tom: Giro of Tour?

De parcoursen van de Tour en de Giro van 2019 zijn bekend. Moet Tom Dumoulin kiezen voor de hem op het lijf geschreven Giro of wordt het tijd dat hij alle schroom opzij zet en (eindelijk!) de Tour gaat winnen? De discussie wordt in kroegen en kranten, op internet, radio en TV gevoerd. Zelfs 'De Wereld Draait Door' wijdde er gisteren een item aan. Ik heb de uitzending niet gezien. Ik zag wel een bericht van Bert Wagendorp (Volkskrant / De Muur / Ventoux) op facebook voorbij komen. Naar aanleiding van de discussie op DWDD verwees hij naar een recent gedicht van mij om aan te geven dat ook hij vindt dat Tom voor de Tour moet kiezen. Allee, zo bewijst zelfs een wielergedicht zijn nut!


De eerste zeventien

Na meer dan twintig jaar weer een bundel 'serieuze' poëzie. Hoewel de koersfiets wel degelijk aan bod komt! Ik citeer de achterflap: 'Met een scherp oog voor detail en een vlotte dichterlijke pen haalt Miel Vanstreels bijzondere herinneringen boven uit zijn niet altijd even gemakkelijk verlopen jeugdjaren. Hij leidt ons niet alleen zijn eigen leven binnen, hij brengt de lezers soms ook ongewild terug bij hun eigen kindertijd. Zowel de levenskracht als de kwetsbaarheid van het menselijk bestaan ontroeren door de fraaie beelden die de dichter oproept. Stille momenten van klein geluk en oprecht verdriet wisselen elkaar af. Vanstreels schuwt niet om zijn emoties te laten zien. De confrontatie die hij met de eerste zeventien jaar van zijn leven aangaat geeft zijn poëzie een spankracht die overtuigt en ontroert.'
Meer info is te vinden op de website van de uitgever. En op Meander is een uitgebreide recensie te lezen.


Tante Irma & Willie

Willie Verhegghe (1947) is ongetwijfeld de meest bekende wielerdichter in ons taalgebied. Hij publiceerde een aantal wielerbundels (zoals 'Tourmalet' en  'Door de Muur'), hij is hofdichter van het literair wielerblad 'de Muur,' zijn gedichten zijn (op o.a. plexiborden en een grote kassei) te lezen op en rond de Muur van Geraardsbergen, hij was te gast bij 'Vive le vélo', zijn gedicht 'Renners sterven niet' wordt veelvuldig geciteerd. Als Willie het over de koers (en alles daaromheen) heeft wordt hij lyrisch, hij schuwt dramatiek noch heroïek. In een voor iedereen begrijpelijke taal laat hij zijn passie en betrokkenheid stromen. Het zien van een foto, die in 1947 genomen werd van mijn vader en zijn zus (mijn tante) Irma, inspireerde Willie tot onderstaand gedicht:

Zoals zij staat fier te zijn
naast haar grote broer die koerst en
met hoge lederen helm de hemel tart:
ik zie fierheid in haar oog en rijkdom,
neen, niet in de sacoche die ze omklemt
maar in haar houding van
'zie me hier staan in dit gezegend jaar
waarin ver weg in Denderleeuw 
een dichtertje geboren wordt
dat later over mij zal schrijven
met een pen vol tederheid en
diepe liefde voor de koers'.

© Willie Verhegghe

Meer over tante Irma lees je hier


Egmond aan Zee

Met mijn eega een aantal dagen gefietst in Noord-Holland. Standplaats was Egmond aan Zee. We stippelden vier tochten uit op het fietsroutenetwerk. De eerste (76 km) leidde ons rond het Alkmaarder en Uitgeestermeer met een verrassend ommetje langs de molens en museumpjes van de Zaanse Schans. Een mooie tocht, mede dank zij het heerlijk nazomers weer. Voor onze tweede tocht (72 km) moesten we met de trein naar Den Helder waar we de veerboot namen naar Texel. Aan de westzijde van het eiland waaiden we in een oase van rust en stilte met windkracht vier over pachtige bos- en duinpaden. Op de terugweg langs de oostzijde belandden we op de Waddendijk: langs de zee op, met de wind op kop. Geregeld werden we omgeleid wegens werkzaamheden. Na bijna twee uur stoempen fietsten we regelrecht de veerboot op. Tocht drie (67 km) reden we al eerder: vanuit Egmond naar Callantsoog en met een kleine omweg door het binnenland weer terug. We peddelden door loof- en naaldbossen, tussen hoge witte zandduinen, langs helmgras en heide, met de Noordzee geregeld binnen oog- en oorbereik. Op de terugweg lieten we ons dit keer niet verleiden tot stoempwerk: tegen de wind in slenteren kan ook! Voor tocht vier moesten we weer met de trein, naar Hoorn dit keer. Van daar fietsten we langs het IJsselmeer richting Enkhuizen. Omdat Paula steeds meer last kreeg van een blessure aan een achillespees maakten we in Enkhuizen rechtsomkeer. Onder een blauwe hemel, met een zomers zonnetje, zonder al te veel wind en met voortdurend zicht op het weidse meer was het alsof we op een boulevard vol fietsgeluk pedaleerden. Ondanks de pijn genoot ook Paula. Morgen nemen we de trein terug naar huis. Hopelijk staat er niemand op een station met een mes te zwaaien waardoor heel het Nederlands treinverkeer ontregeld wordt. Dat was namelijk op onze heenreis het geval: we deden er geen drie maar zes uur over om van Maastricht in Alkmaar te geraken!






Met een pen in de hand of op een fiets

'Het is nog niet vastgesteld of Miel Vanstreels ter wereld kwam met een pen in de hand of op een fiets.' Zo opent Wim van Til zijn recensie van Lekker afzien zuivert het gemoed op De VVL-Boekhouding. Verder lezen kan aldaar.


Rockabike

In 2013 begonnen Chantal Le Doux en Dirk Bours, beeldend kunstenaars en fanatieke fietskoeriers, met het opknappen van klassieke retro racefietsen. Ik citeer: 'De fietsen worden met liefde gerestaureerd of omgebouwd tot een onderhoudsvriendelijke op maat gemaakte fiets. Oude opgelapte stalen (gelugde) frames van merken uit de roemruchte wielerhistorie worden voorzien van mooie, opgepoetste, handgemaakte oude onderdelen. Maar evengoed met aparte frisse nieuwe onderdelen.' Hun werkplaats, Vive le vélo, is gevestigd in de voormalige Maastrichtse Brandweerkazerne. De fiets als bruikbare kunst!
In het Belgische Zonhoven ging Manfred Kwakman onlangs online met zijn Rockabike. Hij gaat, niet alleen in taalgebruik, nog een stapje verder. Ik citeer: 'Rockabike is de place to be voor wie op zoek is naar een hippe en unieke vintage mountainbike with attitude, of een te gekke omgebouwde fiets. Retromountainbikes en bike conversions zijn ons ding! Wij toveren met een onstuitbare passie oude mountainbikes en (dames)fietsen om tot unieke, gepimpte tweewielers met een ongeëvenaarde cool.' Bestemd voor wie 'een blitse one of a kind vintage mountainbike,' wil hebben 'die rock-’n-roll uitstraalt.' Het dient gezegd: in zijn portfolio zitten prachtige exemplaren.
Fietsen doe je niet (alleen) meer om je te verplaatsen en/of om te koersen, fietsen is een lifestyle geworden. De vervlogen tijden zijn er om nostalgisch aan terug te denken én om de toen geproduceerde materialen om te bouwen naar iets nieuws, iets cool. Manfred gebruikt daarbij ook gereedschap uit die vervlogen tijden: hij is namelijk de echtgenoot van de dochter van mijn broer, en die erfde zowel de werkbank als het gereedschap van mijn vader, zowat de hele tweede helft van de vorige eeuw fietsenmaker van beroep!


Staf

Een hoogzomerse herfstdag. Paula, mijn eega, en ik stappen rond het middaguur op de fiets voor een rondje van 45 km. Wandelen op de pedalen. In Eijsden nemen we het veerpont over de Maas. We krijgen gezelschap van twee Belgische toerfietsers. Ze zijn vanmorgen vroeg vanuit Dessel (Antwerpse Kempen) vertrokken voor een rondje Voerstreek, een tocht van 200 km. De oudste van de twee heet Staf, hij blijkt 81 jaar te zijn. Paula en ik spreken onze bewondering uit. Staf glimt van trots. 'Wat een bink hé, hij fietst gemiddeld 25.000 km per jaar,' zegt zijn compagnon. 'Dit jaar door omstandigheden wat minder,' aldus Staf. Hij zal de 22.000 net niet halen! Vijf keer per week gaat hij pad, voor minder dan 100 km haalt hij zijn fiets niet van de haak. En Paula vindt mij met mijn jaarlijkse 7000 km al fanatiek! Aan de overkant van de Maas scheiden onze wegen. Paula en ik fietsen richting Eben-Emael, Wonck, Zichen, Herderen. De forse tegenwind, twee pittige beklimmingen en het Haspengouwse heuvelland zorgen er voor dat er van wandelen weinig in huis komt. Na Herderen, met Maastricht in zicht, krijgen we eindelijk wind in de rug. Staf is op dit moment naar schatting nog 40 km met tegenwind van huis!

Rechts: Staf



De Heren Heuvelrug Classic

Sinds 2003 mag ik geregeld een weekend lang gaan fietsen met de heren (mijn twee zonen en een zestal vrienden van hen). We waren o.m. in de Franse Alpen (vier keer), de Vogezen, de Italiaanse Alpen, Luxemburg, de Vulkaaneifel, het Zwarte Woud en de Ardennen. Dit jaar kon de trip naar de Dolomieten helaas niet doorgaan. Hij wordt vervangen door de eendaagse Heren Heuvelrug Classic, een tocht van 110 km rond Utrecht. In het hooggebergte is het voor mij makkelijker fietsen: iedereen rijdt in z'n eigen tempo de cols op, als het moet vertrek ik gewoon een half uur eerder dan de anderen. Op het vlakke is het afzien: ik moet me te pleuris fietsen om die mannen niet al te zeer op te houden. En dat heeft niet alleen met mijn leeftijd te maken maar ook met mijn (gebrek aan) talent. De afgelopen maand heb ik geprobeerd wat meer op snelheid te trainen. Of het nut heeft gehad moet vandaag blijken. Degenen die dit jaar door omstandigheden het minst gefietst hebben zijn er niet bij. En dat is vooral jammer voor mij! We vertrekken om 11u richting Ruiterberg. Mijn teller geeft de eerste tien kilometer gemiddeld 28, 29 km aan. Benieuwd hoe lang ik dat volhoud. Na een half uurtje vind ik een lekker plekje achter in de groep. Het maakt niet uit dat de snelheid nu boven de 30 ligt. Ook op de Wageningse-berg hoeft er niet (alleen) op mij gewacht te worden. En dat geldt al helemaal op de Grebbeberg. Tussen km 50 en 70 blijft het tempo rond de 30 schommelen. Bij dit mooie weer in deze prachtige omgeving geeft het een heerlijk gevoel zonder moeite mee te kunnen peddelen. Als we de Lekdijk opdraaien zetten de snelle jongens zich op kop en gaat de teller naar de 40 km per uur. Ik heb het buitenblad nog nooit zo veel gebruikt als vandaag. Ik moet behoorlijk diep gaan maar ik ben niet degene die moet lossen! Dat alleen al! Na 100 km staat er 28,9 gemiddeld op de tellers, en dat voor iemand die normaliter al heel gelukkig is als hij op zo'n parcours 24 gemiddeld haalt! Terwijl de heren vooral blij zijn elkaar weer eens te zien om al fietsend en natafelend bij te praten, is mijn (oude) dag om heel andere redenen meer dan geslaagd!

Voor het eerst

Heuvels en cols zijn er om (zonder tussenstops) omhoog te fietsen. Tot gisteren is me dat vier keer niet gelukt. In 2003 kreeg ik op de Col d'Ornon een dusdanige inzinking dat ik niet meer verder kon. Het was bloedheet en ik had al enkele beklimmingen in de benen. Ik werd opgehaald door een bezemwagen. Een dag later reed ik fluitend de Glandon op. Zo gaat dat. Drie keer moest ik van de fiets op hellingen met stukken boven de 25% (San Genesio Edelweiss, Hohe Acht en Montée du Herrenberg). Eén van de rijmpjes die het goed doen als ik moet voorlezen tijdens een wieleravond gaat als volgt:

Wat deed Miel V
op de Redoute

hij stapte af
en ging te voet

In werkelijkheid ben ik de Redoute al verschillende keren opgefietst en nooit afgestapt. Het oorspronkelijk versje gaat over Albin O, een collega, die er wel van de fiets moest. Hij was zo verguld met het rijmpje dat hij teleurgesteld reageerde toen ik het enkele jaren later bijstelde (vanwege de zelfspot & ironie)!
Gisteren dus. Ik fietste na de Loorberg richting Landsrade en Gulpen toen ik tijdens het schakelen iets voelde knappen: de kabel van mijn derailleur! Ik was verplicht om met de 34x11 (of 50x11) naar huis te fietsen. Daar kom ik geen heuvel mee op, en ik moest er minstens één omhoog. Ik koos voor de kortste pijn: de Piemert, 800 meter lang met 400 meter aan 10%. En daar liep ik dan: voor het eerst in mijn leven met een een racefiets in de hand een Limburgse heuvel op! Ik vergat zelfs een foto te maken. Maar zoals zo vaak is de H.Maagd me genadig: ik mijn archief zit uiteraard een foto van de kapel aan de voet van de klim!


Senryu van de maand

Het maandblad ‘Fiets’ start vanaf deze maand een (kleine) nieuwe rubriek. De lezers worden uitgenodigd / uitgedaagd om een senryu te schrijven. Aanleiding is het verschijnen van mijn bundeltje ‘Lekker afzien zuivert het gemoed’, waar in het augustusnummer aandacht aan wordt besteed.  Veel meer kun je als wielerdichter niet wensen!

Klik op afbeelding voor vegroting

Een avontuurlijke tocht!

Gisteren de nieuwe Ravel 7 (La Meuse à Vélo) gaan verkennen. Ons groepje bestond uit twee dames en drie heren en we fietsten voor het eerst in deze samenstelling. Bijna een halve eeuw geleden leerden we elkaar kennen tijdens een opleiding in een Maastrichts ziekenhuis. Als je de bewegwijzering op het fietsroutenetwerk in Belgisch Limburg als norm neemt, valt er veel aan te merken op de andere netwerken in de Euregio, ook op de Ravel 7. Of lag het aan ons gekeuvel, gebabbel en gekwebbel? Hoe het ook zij, het missen en verkeerd interpreteren van bordjes bracht ons wel bij een prachtig (verwaarloosd) kapelletje ter ere van Maria Immaculata, de Onbevlekte Ontvangenis. We verzeilden verderop op een kasseistrook die overging in een doodlopend bospad en voor Luik kwamen we terecht op een industrieterrein waar we onder een boomstammen ladende mobiele kraan door moesten. Op de terugweg werd het nog leuker: enkele fabrieksarbeiders sommeerden ons rechtsomkeer te maken! Een volgende keer kunnen we beter een route kiezen waarop je onmogelijk kunt verdwalen. Wat me overigens nog opviel: we verbazen ons bij tijd en wijlen over chillende jongeren en klessebessende senioren die met z'n drieën naast elkaar (blijven) fietsen op een fietspad. We deden gisteren precies hetzelfde! Zo nu en dan!


Asch

De afgelopen week drie keer vanuit Maastricht in Asch (As bij Genk) beland. Vorige week dinsdag wilde mijn dierbare echtgenote een vlak rondje van 60 km door de Kempische bossen fietsen. In As dronken we een kop koffie in een brasserie, een gerestaureerd stationnetje. Het oorspronkelijke gebouw werd in gebruik genomen in 1876, bij de opening van de spoorlijn Hasselt-Maaseik. De afgedankte spoorlijn wordt geëxploiteerd door het Kolenspoor, een groep vrijwilligers die nostalgisch spoorwegmaterieel opknapt en onderhoudt. Afgelopen zaterdag, op de Belgische nationale feestdag, kwam ik er terecht tijdens mijn jaarlijks tochtje met een jeugdvriend. Uiteraard fietsten we ook even door Godsheide, ons geboortedorp, waar het kermis was. Doorgaans eindigt de Tour rond Godsheide-kermis. Dat was vijftig jaar geleden ook het geval. Jan Janssen reed Herman Vanspringel op de slotdag uit de gele trui:

Mijn Vlaamse moeder
was zeer gecharmeerd

van die Hollandse
coureur die zo beschaafd
praten kon,

op de avond
van 21 juli 1968
schreef ze hem
een brief

waarin ze hem
uitgebreid feliciteerde
met het winnen
van de Tour,

het standaard kaartje
waarmee Jan haar
bedankte

heeft tot haar dood
ingelijst
op het dressoir
gestaan,

een bron van ergernis
was het voor al wie
met Vanspringel
was begaan

En vanmorgen moest ik andermaal naar As. Ik had er afgesproken met een kostschoolgenoot die in Bree woont. Altijd goed voor het ophalen van herinneringen, zoals:

Avondstudie anno 1963

Tussen acht en half negen
en alleen dan mocht er 
gelezen worden,

de surveillerende pater
betrapte me om zeven uur
met een spannend boek,

een half uur later 
dacht ik dat hij me
uit het oog verloor,

het kostte me 
een pijnlijk 
gloeiend oor

Welk spannend boek ik aan 't lezen was? Ik denk één van de Winnetou's van Karl May!


Bikkels & malloten

Volgende week zou ik met mijn zonen en enkele vrienden van hen in de Dolomieten gaan fietsen. Helaas, de een brak zijn sleutelbeen, de ander ging door zijn rug en nog een ander kreeg weer last van een oude knieblessure. Gezien de weersverwachtingen in het gebied is het niet eens zo erg dat de trip gecanceld werd. En daarbij, de Bleke Bergen liggen er volgend jaar ongetwijfeld nog even aanlokkelijk bij. Om mijn voorbereiding toch een een doel te geven fiets ik vandaag in alle vroegte naar de Eyserbos (900 meter lang, 9,3% gemiddeld, 17% maximaal). Ik wil peetvader worden van die helling, net zoals ik een aantal jaren geleden peetvader werd van de Gulpenerberg en de Doodeman. Daarvoor moet ik (op één dag) 25 keer naar boven. Dan krijg ik wederom een Ironbig van de organisator (Brévet International des Grimpeurs). Of me dat gaat lukken? Onder een strak blauwe hemel begin ik om 7u50 aan de eerste klim. Het ziet er naar uit dat ik merendeels in de schaduw kan fietsen. Tot het bos gebruik ik de 34x28, voor het steile stuk schakel ik naar de 34x32. De wind waait uit het noorden en dat zorgt voor een heerlijke afkoeling tijdens de afdaling. Tien minuten heb ik nodig om te klimmen, af te tekenen en te dalen. Op het gemak naar boven, goed drinken (even verderop ligt een winkeltje) en om het uur een krentenbolletje. Voor de rest is het toeleven naar: 5 beklimmingen (het gaat prima, ik geloof dat de Eyserbos en ik echt vriendjes worden!), 10 beklimmingen (ik mag niet mopperen, wat hijgen en kreunen al die mij voorbij fietsende gasten toch!), 15 beklimmingen (het gaat beter dan ik dacht, maar mag ik toch een paracetamolletje!), 20 beklimmingen (nu mag ik echt aftellen), 25 beklimmingen (ik heb het gehaald!). Om 12u10 kan ik weer huiswaarts. De Sibbergrubbe (met zijn 2 km aan 5%) doet me meer pijn dan de Eyserbos! Volgens het profiel van Klimtijd.nl heb ik dus 22 km aan 9,3% geklommen, waarvan 5 km aan 16 á 17%. Dat kan al gaan. Bijzonder voor een jongetje van 67? Ach, Roger uit Kanne, een leeftijdgenoot, trok veertien dagen geleden zonder al te veel voorbereiding naar Luik om op het grondgebied van de Vurige Stede 40 lamentabele hellingen op te peddelen. Als je het over bikkels & malloten hebt!


Tien redenen waarom ik (graag) fiets

Hoe - door wie en wat - komt het dat ik zo graag fiets?
1.Door mijn vader. Op mijn elfde kreeg ik mijn eerste racefiets en sinds die tijd nam hij mij (en mijn broer) geregeld mee 'op oefening'. Nergens was ik dichter bij hem dan op de fiets.
2.Door mijn jongensdromen. Als kind wilde ik graag coureur worden en de hoogste bergen uit de Tour beklimmen. Als een jongetje van vijf, zo kijk ik nog steeds het liefst naar de koers.
3.Door het rustgevende. Nergens vindt mijn hoofd zoveel rust als op de fiets: lekker afzien zuivert het gemoed!
4.Door het meditatieve: op de fiets lijken mijn gedachten zich te ordenen, de woorden zoeken er hun plaats op in een zin.
5.Door mijn gezin. Ik heb het geluk dat mijn vrouw en mijn zonen graag fietsen. (Met mijn zonen en hun vrienden mocht / mag ik geregeld op fietsweekend.)
6.Door kompanen, met wie ik tradities in ere hield en houd.
7.Door de koers: ik vind het heerlijk om heuvelzones, cols en finales uit bekende koersen aan mijn palmares toe te voegen. Ook dwaze ondernemingen kunnen mij bekoren.
8.Door de vreugde van het leveren van een prestatie in een zielstrelend decor: daar heerst kilometers lang het esthetisch & atletisch genot, daar wordt er aan mijn ziel gepeuterd, daar voeren adrenaline & endorfine een vrolijk dansje op.
9.Door de gezondheidsgedachte, geregeld fietsen kan geen kwaad, hoewel, je moet wel de stoeprandjes mijden!
10.Door het gebrek aan rijbewijs en auto is de fiets mijn/ons enige vervoermiddel.