Kort nadat mijn vader een licentie kreeg voor beroepsrenner, moest hij op de vlucht voor de Duitsers. Hij werd gezocht vanwege zijn activiteiten voor een verzetsgroep. Miste hij op die manier een succesvolle wielercarrière? Misschien.
Wat ik wel met zekerheid weet is dat de liefde voor de fiets een grote rol is blijven spelen in zijn leven. En dat hij die liefde aan mij heeft doorgegeven. Ik was elf toen ik mijn eerste racefiets kreeg, een zilverkleurige Bristol. Lang voor het wielertoerisme werd uitgevonden nam mijn vader mij en mijn broer mee 'op oefening'. Het parcours dat we talloze malen fietsten, leidde ons over de Hautain en de Hallembaye, een tocht van tachtig kilometer.
Vaders moesten in die tijd veel van hun kinderen houden zonder het hen te laten merken. Een kwestie van het gezag te bewaren. De fiets werd een metafoor voor onze verhouding:
Hoeveel kilometer werd ik
als jongen door mijn vader
uit de wind gehouden?
Op hoeveel hellingen
voelde ik zijn hand
in mijn rug?
Nergens was ik
dichter bij hem.
Mijn vader, in 1942