Zomer 2019
Haute Folie, Maastricht
Hier verkrijgbaar
ISBN: 9789463863490
Recensie 1 Wielerwoorden
Recensie 2 Rijmen en dichten
Recensie 3
Prijs: € 12,90
Hier te lezen in PDF
Er verschenen in de loop der jaren meerdere wielerwoordenboeken waarin wielertermen niet alleen worden uitgelegd maar ook toegelicht, b.v. met anekdotes uit de wielerhistorie, uitspraken van renners, (flarden) poëzie en proza. Miel Vanstreels (1951) gaat in deze bundel nog iets verder: hij licht 100 wielerbegrippen toe met een korte omschrijving én een rijmpje. In de bloemlezing 'De honderd mooiste wielergedichten (uit de Vlaamse en Nederlandse Literatuur)' kreeg hij van samensteller Patrick Cornillie het meest aantal pagina's toebedeeld. En Robin Porrez schreef in 'Een poëtische Trofeo Baracchi': 'Miel Vanstreels heeft van de ironie, waarmee hij op speelse manier en zonder veel schroom zijn eigen limieten op de fiets thematiseert, zijn handelsmerk gemaakt: hij mag gerust beschouwd worden als de ongekroonde koning van dit type van gedichten.' In 'Het groot wielerwoordenrijmpjesboek' zijn wielertoeristen even belangrijk als echte coureurs: ook zij komen de man met hamer tegen, ze harken dezelfde kuitenbijters op en hun afstapverdriet is mogelijk nog groter.
Benen, goede – hebben
In vorm zijn, voelen dat men in staat is een goede prestatie te leveren.
In de bergen zie & voel je het
bij iedere pedaaltrap
hoe beter de benen
hoe mooier het landschap
Chasse patate
Vanuit het peloton naar de kopgroep demarreren, halver-
wege blijven hangen en toch (kansloos) doorgaan.
Ga je als wielertoerist
altijd in je eentje op pad
dan lijkt elke tocht
één lange chasse patate
Cartouche, een – afschieten
Krachten slopende inspanning die men beter tot later in de finale had kunnen bewaren.
Na mijn eerste
cartouche
kon ik meteen
naar de douche
Duivels, zijn – ontbinden
Alles uit de kast halen, een zware inspanning leveren, hevig tekeergaan.
Op de Aubisque heb ik
al mijn duivels ontbonden
mijn tour de force duurde
welgeteld tien seconden
Prijs: € 12,90
Hier te lezen in PDF
Er verschenen in de loop der jaren meerdere wielerwoordenboeken waarin wielertermen niet alleen worden uitgelegd maar ook toegelicht, b.v. met anekdotes uit de wielerhistorie, uitspraken van renners, (flarden) poëzie en proza. Miel Vanstreels (1951) gaat in deze bundel nog iets verder: hij licht 100 wielerbegrippen toe met een korte omschrijving én een rijmpje. In de bloemlezing 'De honderd mooiste wielergedichten (uit de Vlaamse en Nederlandse Literatuur)' kreeg hij van samensteller Patrick Cornillie het meest aantal pagina's toebedeeld. En Robin Porrez schreef in 'Een poëtische Trofeo Baracchi': 'Miel Vanstreels heeft van de ironie, waarmee hij op speelse manier en zonder veel schroom zijn eigen limieten op de fiets thematiseert, zijn handelsmerk gemaakt: hij mag gerust beschouwd worden als de ongekroonde koning van dit type van gedichten.' In 'Het groot wielerwoordenrijmpjesboek' zijn wielertoeristen even belangrijk als echte coureurs: ook zij komen de man met hamer tegen, ze harken dezelfde kuitenbijters op en hun afstapverdriet is mogelijk nog groter.
Benen, goede – hebben
In vorm zijn, voelen dat men in staat is een goede prestatie te leveren.
In de bergen zie & voel je het
bij iedere pedaaltrap
hoe beter de benen
hoe mooier het landschap
Chasse patate
Vanuit het peloton naar de kopgroep demarreren, halver-
wege blijven hangen en toch (kansloos) doorgaan.
Ga je als wielertoerist
altijd in je eentje op pad
dan lijkt elke tocht
één lange chasse patate
Cartouche, een – afschieten
Krachten slopende inspanning die men beter tot later in de finale had kunnen bewaren.
Na mijn eerste
cartouche
kon ik meteen
naar de douche
Duivels, zijn – ontbinden
Alles uit de kast halen, een zware inspanning leveren, hevig tekeergaan.
Op de Aubisque heb ik
al mijn duivels ontbonden
mijn tour de force duurde
welgeteld tien seconden