Fietsplezier

In alle vroegte fiets ik naar het Duitse Düren, waar de Groenmetropool start. Het Belgisch en Nederlands gedeelte van deze nieuwe Euregionale fietsroute, die drie mijngebieden met elkaar verbindt, heb ik eerder al vastgelegd in foto’s.
Duitsland is (nog steeds) geen fietsland. Veel fietspaden zijn trottoirs die je deelt met voetgangers. Lantaarnpalen, verkeersborden en geparkeerde auto’s ontwijkend, beland ik om de haverklap en zonder enige waarschuwing via een hoge borduurrand weer op de weg. Sommige fietspaden blijken ventwegen die opeens een heel andere richting uitgaan dan de hoofdweg. De bordjes voor fietsers volgen is ook geen optie: op de kruispunten van de verkeersluwe wegen raak ik het spoor bijster bij gebrek aan vervolgbordjes.
De mensen aan wie ik de weg vraag zijn vriendelijk en behulpzaam. In Düren brengt een zeventiger op een damesfiets me naar Museum Leopold Hoesch. Volgens kaart en website begint daar de Groenmetropool Fietsroute. Helaas. Op het plein en in alle aangrenzende straten en straatjes zoek ik tevergeefs naar een aanknopingspunt of bordje.
Ik vind het welletjes geweest, de Groenmetropool kan me gestolen worden. In een fiks tempo probeer ik mijn ergernis weg te trappen. De grens passeer ik met een gevoel van opluchting. Tussen Simpelveld en Eys pik aan bij twee wielertoeristen. Het blijken Duitsers uit de buurt van Aken. Uit hun gesprek kan ik afleiden dat zij het liefst in het Mergelland fietsen. In hun plaats zou ik vandaag nog emigreren.