Terwijl ons ‘thuisland’ overspoeld wordt door 12.000 liefhebbers die hun eigen Amstel Gold Race fietsen, zoeken Paula en ik het rustige Maasland op voor een vlakke tocht van 90 km. Ter voorbereiding op wat komen gaat. Onder een staalblauwe hemel trappen we tegen de noordenwind in richting Maaseik. De prille en kille lente heeft z’n voordelen: op de smalle paden van het fietsroutenetwerk kom je nergens in een file terecht, dat is in de zomer wel 'ns anders. Paula heeft het genot van klikpedalen ontdekt. Nu ze haar angst kwijt is, trekt en duwt ze dat het een lieve lust is. Minstens vijf kilometer per uur rijdt ze sneller dan voorheen. Veel gekker moet het niet worden. Er wordt niet eens meer om een terraspauze gevraagd. En van enige terugval naar het einde toe is ook al geen sprake meer. Voor ik het goed en wel in de gaten heb zitten we weer in Smeermaas. Bij het binnenrijden van Maastricht kruisen we bij een stoplicht de wachtende auto’s van Lotto, Lampre en Rabobank. Niet alleen de ogen van de Italiaan maar ook die van Eric Dekker volgen mijn dierbare echtgenote. Wat hebben de heren in het vizier: Paula’s nieuwe Cube of haar blote benen?