Begin vorig jaar kreeg ik het verzoek van Hannie Rouweler om mee te werken aan een haiku-verzamelbundel die ze als titel gaf:‘Voor wie men knielt en opstaat’. De aangeschrevenen (onder wie Christina Guirlande, Joris Iven, Nanne Nauta, Jana Beranová, Norbert De Beule, Mark Meekers en Bert Bevers) werd gevraagd vier haiku’s te wijden aan een (favoriete) beroemdheid. Aan haiku had ik me nog nooit gewaagd, maar met de trip naar de Italiaanse Alpen en de beklimming van de Mortirolo in het vooruitzicht leek het me het proberen waard. Op de Mortirolo staat namelijk een monument voor Marco Pantani, niet bepaald mijn favoriet maar wel beroemd. In hoeverre mijn haiku’s over hem geslaagd zijn, kan ik niet beoordelen, ik kreeg de smaak voor de Japanse dichtvorm wel te pakken. In niet meer dan 17 lettergrepen een verhaaltje vertellen: maximaal genot voor een minimalist.