Net als Paula, mijn dierbare echtgenote, ga ik met (vervroegd) pensioen. Na 44 jaar (ouderen)zorg meld ik me deze week voor het laatst. Ik ben dankbaar dat ik dit werk zo lang heb mogen en kunnen doen. Toen ik mijn loopbaan begon, schoten de verzorgingshuizen als paddenstoelen uit de grond. Ter afsluiting van mijn carrière mocht / moest ik (vier van) die huizen helpen afbouwen. Als je zo lang meeloopt zie je heel wat ontwikkelingen voorbij komen. Ook de ouderenzorg wordt bepaald door economische, politieke en filosofische factoren.
Het heeft een tijdje geduurd eer ik gewend was aan de gedachte dat er vanaf nu maandelijks een bedrag op mijn rekening wordt overgemaakt zonder dat ik daar iets voor hoef te doen. Toen God Adam en Eva uit het Aards Paradijs verjoeg met de mededeling dat ze voortaan ‘in het zweet des aanschijns’ hun brood moesten verdienen, had Hij het niet over een pensioengerechtigde leeftijd. ‘Tot gij tot de aarde wederkeert,’ zo luidde het verdict. Hopelijk duurt dat in mijn geval nog enkele gezonde decennia: ik wil onze onlangs geboren kleindochter graag zien opgroeien, ik wil met Paula graag door nóg meer mooie streken fietsen en ik moet nog een aantal cols beklimmen, en bezingen, uiteraard.