'En,' plaagde mijn huisarts gisteren, drie dagen na mijn dottering, 'heb je al gefietst?' In alle folders staat dat er pas na een week weer voorzichtig gesport mag worden. Vandaag zit ik écht op de (race)fiets. Vier ochtenden al heb ik het gevoel dat ik een stuk fitter opsta dan pakweg een week geleden. Merkwaardig omdat ik alleen klachten had bij forse inspanningen op de velo. Velen hebben me de afgelopen dagen aangeraden gewoon mijn gevoel te volgen. En dat doe ik dan maar. Ik fiets (op m'n gemak) het parcours van de Giro di Poesia, die over twee weken wordt gereden, en het voelt heerlijk. Bij de Steenboskapel (de derde voorleesplek) stop ik om wat in de offerblok te deponeren. Ik word getrakteerd op een Gregoriaanse versie van het Agnus Dei. Ik vraag het Lam Gods ook mijn zonden weg te nemen! Op de Kwinten peddel ik naar boven zonder ook maar iets van pijn op de borst of kortademigheid te voelen. Deze staat van geluk heb ik eerder ervaren, vier jaar geleden, toen ik voor het eerst weer op fiets kroop na mijn Freiburgse buiteling. Er is meer Giro vandaag. In de Dolomieten wordt de koninginnenrit gereden. In 2008 fietste ik er een rondje van 125 km met zes cols. Op de Giau, ook het hoogtepunt van vandaag, ben ik doder dan dood gegaan. In tegenstelling tot wat ik eerder vreesde lijkt het verbod op (zo nu en dan) lamlendig afzien per vandaag opgeheven.