In Belgisch Limburg werd ooit in zeven mijnen steenkool gedolven. Verschillende koolputten werden gerestaureerd en zijn nu in gebruik als Mijnmuseum of Cultureel Centrum.
Dat ik het (voorlopig?) vlak moet houden, is een goede aanleiding om een route uit te zetten langs een aantal van die mijnen. Vanuit Maastricht fiets ik langs de Maas en de Zuid-Willemsvaart richting Eisden. Daar staat o.a. een mijnschacht en in twee van de bewaard gebleven mijnwoningen is een museum gevestigd. Ik vervolg mijn weg richting As (met zijn prachtig stationnetje) en Zwartberg. Daar zijn een mijnkathedraal, een directeurswoning en een mijnterril behouden. In Waterschei peddel ik via het Thor Park over het voormalig mijnterrein waar nog volop gerestaureerd wordt. In het hoofdgebouw is een mijndepot gevestigd. In Winterslag kwam in de voormalige mijn een ontwikkelingsproject tot stand dat resulteerde in o.a. een bioscoop, een Media & Design Academie en een Cultureel Centrum. De best bewaarde mijnsite van Europa staat in Beringen, maar dat is iets te ver voor mijn route. Ik fiets om Genk heen naar Zutendaal, Eigenbilzen, Gellik en Veldwezelt waar ik weer de grens oversteek. Een heerlijk rondje (van circa 80 km), zeker op een zomerse maandagochtend met weinig (fiets)verkeer.
Ook Nederlands Limburg heeft een Mijnstreek, maar hier is veel minder bewaard gebleven. De verhalen over het ondergronds werken zijn, denk ik, genoegzaam bekend. In de jaren zeventig van de vorige eeuw was ik werkzaam in een ziekenhuis en een verpleeg- en verzorgingshuis. Ik zag er de gevolgen van silicose bij menig oud-mijnwerker. Een versje dat ik daarover schreef heeft als titel Limburgs landschap en werd her en der gepubliceerd: Op zijn nachtkastje / staat een / blikken potje waarin / hij met een / regelmaat van angst / stukjes mijn / van vroeger spuugt.
-De route en enkele foto's-