Morgen vindt de tweede Iron Man Maastricht plaats. De start van alle onderdelen wordt bij wijze van spreken in mijn achtertuin gegeven. Ik vrees dat ik me weer een hele dag ga vergapen aan al die afgetrainde dames en heren. Vorig jaar vond ik het zo indrukwekkend dat ik er een gedicht over schreef. Vanmorgen fietste ik het rondje (van 90 km) dat de Ironmanners morgen twee keer moeten afleggen. Het is een verrassend mooi rondje over veelal rustige, smalle binnenwegen. Een rondje dat ik zelf niet zou bedenken. Eerst het Mergelland (met de Geulhemmerberg, de Bemelerberg en de Keunestraat), vervolgens een stukje Walloniƫ (met de Hallembaye), dan een flink stuk behoorlijk golvend Haspengouw om daarna langs het Alberkanaal terug te keren naar Maastricht. In de kernen van Eijsden, Bilzen en Maastricht zullen de deelnemers, zo vermoed ik, met veel kabaal aangemoedigd worden. Op de Bemelerberg werd ik ingehaald door drie (de spieren los trappende) Franse triatleten, twee dames en een heer. Ze gedoogden me aan hun wiel. Ook op de Keunestraat hoefde ik niet veel moeite te doen om hen te kunnen volgen. Toen ze om beurt sprintjes gingen trekken op het vals plat naar Herckenrade, kon ik het vergeten. Ik wist meteen weer tot welke categorie sporters ik hoor.