Een hoogzomerse herfstdag. Paula, mijn eega, en ik stappen rond het middaguur op de fiets voor een rondje van 45 km. Wandelen op de pedalen. In Eijsden nemen we het veerpont over de Maas. We krijgen gezelschap van twee Belgische toerfietsers. Ze zijn vanmorgen vroeg vanuit Dessel (Antwerpse Kempen) vertrokken voor een rondje Voerstreek, een tocht van 200 km. De oudste van de twee heet Staf, hij blijkt 81 jaar te zijn. Paula en ik spreken onze bewondering uit. Staf glimt van trots. 'Wat een bink hé, hij fietst gemiddeld 25.000 km per jaar,' zegt zijn compagnon. 'Dit jaar door omstandigheden wat minder,' aldus Staf. Hij zal de 22.000 net niet halen! Vijf keer per week gaat hij pad, voor minder dan 100 km haalt hij zijn fiets niet van de haak. En Paula vindt mij met mijn jaarlijkse 7000 km al fanatiek! Aan de overkant van de Maas scheiden onze wegen. Paula en ik fietsen richting Eben-Emael, Wonck, Zichen, Herderen. De forse tegenwind, twee pittige beklimmingen en het Haspengouwse heuvelland zorgen er voor dat er van wandelen weinig in huis komt. Na Herderen, met Maastricht in zicht, krijgen we eindelijk wind in de rug. Staf is op dit moment naar schatting nog 40 km met tegenwind van huis!
|
Rechts: Staf |