Op tweebaans fiets- en jaagpaden
en op smalle binnenwegen
fiets ik schuin, links achter mijn lief,
op onze eigen weghelft blijvend
dwing ik (door niet te wijken)
breeduit kletsende tegenliggers
om ook achter elkaar
of op z'n minst
op hun eigen weghelft
te pedaleren,
bijna geamuseerd
wacht ik af
of zij
met een boze, verongelijkte,
verschrikte of (zelden)
schuldbewuste blik
reageren