We zijn geen wereldfietsers,
mijn lief en ik, verre van,
we huizen tussen Maas,
Geul, Gulp en Voer,
toch peddelden we
langs de Donau, de Arno
en de Rhône,
we aanschouwden
al fietsend de monding
van de Douro
en de Seine
en we pedaleerden
rond de idyllische meren
van Como en Annecy
maar het liefst
fietst mijn lief langs
de Noordzee op
Bergen, Egmond,
Cadzand of Zoutelande
het maakt niet uit
als zij
langs het strand
op de schelpenpaden
door de duinen
het ruisen
van de golven
door haar hoofd
voelt waaien
zie ik in haar blik
weer dat weidse,
dat mysterieuze
waar ik een halve
eeuw geleden
verliefd op werd