Geïndoctrineerd

'Waarom kom je niet naast me fietsen, dat is toch veel gezelliger,' zei mijn teerbeminde vanmiddag op een rustig tweebaans fietspad. Ik fiets altijd ietwat schuin achter haar (en verplicht zodoende tegenliggers die niet achter elkaar willen fietsen om op z'n minst op hun eigen fietshelft te blijven). Wat achter elkaar fietsen betreft ben ik geïndoctrineerd, ik stam uit een tijd dat het (in België) verboden was om naast elkaar te fietsen. Fietspaden bestonden nog niet, er waren weliswaar veel minder auto's dan nu maar je deelde wel de weg met alle gemotoriseerd verkeer. Op mijn zeventiende, in 1968, bleef ik op een warme zomerdag toch naast een vriendin fietsen. Twee rijkswachters hielden me staande. Luitenant Julien Vercammen en opperwachtmeester Henricus Franssen konden er niet mee lachen en zorgden ervoor dat ik me een week later met mijn vader moest melden op het politiebureau. De rijkswachter die daar dienst had en mijn vader kenden elkaar, ze hadden in de jaren vijftig samen gekoerst bij de ambachten (masters). Ik kwam er vanaf met een donderpreek over de jeugd van tegenwoordig en ambachtelijke verhalen over de koers. Het is dus de schuld van Henricus en Julien dat ik 55 jaar later liever niet naast mijn lief ga fietsen!