Als je ruim dertig jaar ‘in het vak zit’ zie je heel wat ontwikkelingen voorbij komen. Wat vandaag als zaligmakend (voor de cliënt, de organisatie, het landelijk beleid) wordt beschouwd, wordt morgen als (hopeloos) achterhaald afgedaan. Om het spoor niet bijster te raken heb ik me al vroeg in mijn 'zorgcarrière' aangeleerd om me bij alles wat ik doe de vraag te stellen of het (direct of indirect) in het belang is van de mensen waar het om gaat. Dat dwingt tot nadenken en keuzes maken.
Nadenken kan ik als ik onderweg ben, voor een huisbezoek, voor een rondleiding of opname. Op de fiets taffel ik van de ene locatie naar de andere, over de kasseien in de oude binnenstad, door de velden aan de rand van de nieuwbouwwijken, in pittoreske dorpskernen. Ik maak kilometers in de baas z’n tijd en krijg daar nog een vergoeding (van 27 eurocent per kilometer) voor ook. In welk zweet des aanschijns kan een mens als ik beter z’n brood verdienen?
Zie ook: Een voyeur met fatsoen