Boerkaverbod

Vanmorgen stond ik, goed ingepakt tegen de kou, klaar om te gaan fietsen.
‘Heb je de krant gelezen,’ vroeg mijn dierbare echtgenote.
‘Ja, hoezo,’ antwoordde ik.
‘Ook dat artikel over het boerkaverbod?’
‘Nee, dat niet.’
‘Volgens mij ben je nu strafbaar met die bivakmuts, als iemand je aanspreekt moet je je mond vrij maken.'
‘Dat klopt,’ mengde zoon Gijs zich in het gesprek, ‘ik heb het ook gelezen.’
Hij vroeg of hij een foto van me moest maken: ‘Voor het geval hier een verhaaltje van komt.’
Alzo geschiedde. Toen ik na een koud rondje van 50 km Maastricht weer binnen reed, werd ik gepasseerd door een langzaam rijdende politiewagen: de agenten gunden mij en mijn bivakmuts geen blik waardig.