Oktober 2009
Holland (De Windroos), Haarlem
32 pagina's
Ontwerp omslag: Ivo Schmetz
Recensie 1
Recensie 2
Recensie 3
Recensie 4
Nog verkrijgbaar
ISBN 978 90 251 101107 6
Willy Vannitsen
Waalse Pijl, Scheldeprijs,
Milaan-Vignola,
ach, het woog niet op
tegen wat het
had moeten zijn,
in het dorp waar ik
woonde hielden ze
niet van hem,
hij gebruikte te veel
brillantine en flaneerde
te graag in de zon,
als aankomende puber
wist je precies
op wie je beter
niet lijken kon
S.T
Ze zeiden dat hij vaak
bij de apotheek werd gezien
dat het schuim weer op zijn
mond stond toen hij over
de meet kwam,
zelfs zijn supporters
schudden het hoofd,
lang zou zijn carrière niet
duren, zot zou hij worden,
hij was nu al geregeld
buiten zinnen
en dat allemaal, zo zeiden
ze, om hier en daar
een kermiskoers
te winnen
Rik van Steenbergen
We togen naar Alken
om de grote Rik I
in zijn late nadagen
aan het werk te zien,
een boom van een vent
in een nauw shirt
van Solo Superia
stapte pal voor ons
na de eerste
van de tien rondes al
lachend van zijn fiets,
achter ons fluisterden
boze tongen
dat hij zijn startgeld
wel erg makkelijk
had verdiend
Rik van Looy
Altijd en overal dook zijn naam
weer op, geen enkele discussie
waarin hij niet ter sprake kwam,
hij was de eerste die een ploeg
rond zichzelf formeerde
en zijn brigade
in een treintje rijden liet,
hij zegevierde in ritten, klas-
siekers en wk's, ze noemden
hem Keizer Rik
en toch, als wij koers speelden
wilde iedereen van Looy zijn
behalve ik
Benoni Beheyt
In Ronse werd de Keizer
van zijn derde wereldtitel
gehouden,
een knecht had het
gewaagd,
heel België stond
in rep en roer,
ik jubelde in stilte,
ik had geen zin
in een pak slaag
Miel Daems
Winnaar van Parijs-Roubaix, Ronde
van Lombardije en Milaan-San Remo,
ik deed zijn naam geen eer aan
toen ik hem was
in een koers met jongens
uit het dorp,
ik was de enige met een renfiets
maar wat ik ook probeerde,
tussen de Demers, in de Vulstraat,
ik kwam niet uit de greep
van groep
en erger, véél erger nog:
in de sprint werd ik geklopt
door een jongen
op een aftandse Royal Nord
ISBN 978 90 251 101107 6
NUR 306
Martin Vangeneugden
Van februari tot oktober in dienst
van Mercier, Gitane, Carpano
om er te knechten voor
Koblet, Bobet, Robic
én om ritten te winnen
tot zes maal toe in de Tour,
in de winter vlocht hij ijzer
in de ploeg van mijn vader
die zijn verhalen doorvertelde,
’s avonds, in het werkhuis
sleutelend aan fietsen
van liefhebbers
uit de buurt,
ik zat er altijd
heel stil in een hoekje
te luisteren
en te hopen
dat ik nog niet
naar bed werd gestuurd
Miel Severeyns
Van Sinterklaas kreeg ik
een bordspel
met een wielerbaan,
de miniatuur coureurs
vlogen door de bochten,
Palle Lykke, Rik I, Peter
Post, Klaus Bugdahl, Oscar
Plattner, Fritz Phenninger
hoe ze ook streden
in koppelkoers of omnium,
in achtervolging of sprint
de dobbelstenen rolden
steevast & schaamteloos
in het voordeel
van mijn naamgenoot
Fausto Coppi
Grote koppen en foto’s in de
krant, heel Italië was in rouw,
wat doet een bleke coureur
in Afrika, hoe krijgt een mens
malaria,
wie bedoelt men
met de Dame in het Wit
en hoe koud word je
als je zo ligt opgebaard,
geen vragen voor een snot-
neus van acht, leg die krant
nu maar weg en ga wat spelen
anders slaap je niet
vannacht
Rik Luyten
Op zijn erelijst ontbreken namen
als San Remo en Roubaix,
hij won zijn koersen in Koersel,
Kontich, Wakkerzeel,
Nijlen of Lint,
nog altijd hoor ik
die gekke buurman
allez Rik Luyten
gillen
als ik op mijn kinderfiets
met de benen van Darrigade
de straat in kwam gesprint
Imerio Massignan
Aan de overkant van de straat
werd een huis gebouwd,
live-tv bestond nog niet,
de transistorradio moest nog
uitgevonden worden,
ik hield de bouwvakkers
op de hoogte van de Tour,
vooral de Italiaanse namen
gilde ik met plezier
de weg over,
Arnaldo Pambianco, Graziano
Battistini, Nino Defilippis,
Gastone Nencini, Ercole
Baldini
en wie was er op de Portillon
en de Peyresourde
de grote man?
Massignan,
Imééééééério
Massignan!
Marcel Hendrickx
Kijk, zei mijn vader, die man
daar is beroepsrenner geweest,
hij heeft schoon koersen
gewonnen
twee keer Parijs-Brussel,
da's niet niks,
bij de liefhebbers heb ik nog
met hem gefietst,
ik heb hem ooit geklopt,
jazeker, in een spurt
om de vijftiende
plaats of zoiets
Federico Bahamontes
Door groen omgeven, met
halverwege een flauwe bocht
de oprit van de baileybrug
over het Albertkanaal,
't was mijn Galibier,
mijn Tourmalet,
mijn Izoard,
ik was er
de Adelaar van Toledo
die ze een voor een
uit de wielen
danste,
Gaul, Anquetil, Rivière,
Baldini, Anglade,
op een mistige ochtend
ramde een vrachtschip
een houten pijler:
de brug brak & viel
met al mijn bergen
in het water
René Vanstreels
Mijn vader leert me
hoe ik uit de wind
moet blijven
met welk verzet
ik naar boven
rijd,
ik trap de tranen
uit mijn ogen
om zijn wiel
te houden
ik wil dit fietsen
nooit meer
kwijt
Harie D
Ter hoogte van de kerk en café Welkom,
onder het spandoek, op de betonstroken
van de Kiezelstraat
lag de vertrek- en aankomstlijn,
na de hoogmis, de processie ter ere
van de H.Odilia en de opening
van de kermis
druppelden ze binnen
de drie Steegmansen, de gebroeders
Nassen, de zeven Hollanders
en vijftig anderen
om in café de Zwaan
een rugnummer
te halen
en zich om te kleden
in washok of keuken
van slager, vélomaker,
kruidenier of molenaar,
overal geurde het
naar massageolie,
terwijl Johnny Hoes
vanuit rups, draaimolen
of schiettent
onophoudelijk
och was ik maar bij moeder
thuis gebleven
jammerde
liepen wij opgewonden
door het dorp,
heb je die Flandria, die Libertas,
die Mercier, die Groene Leeuw
gezien?
en wie gaat er winnen,
wie is er in vorm,
wie is er in staat
de plaatselijke favoriet
te verslaan?
iedereen hoopte
dat Harie van de schoenmaker
zijn kop erbij zou houden
dat hij zijn krachten
zou sparen
dat hij niet onnodig als een gek
aan het peloton zou sleuren,
helaas, hoe mijn vader ook
gilde aan de kant van de weg,
Harie kon zich niet bedwingen,
je zag het aan de grimas
op zijn gezicht,
toen het er echt op aan kwam
was hij helemaal leeg
van al de gaten
die hij had gedicht
Martin Vangeneugden
Van februari tot oktober in dienst
van Mercier, Gitane, Carpano
om er te knechten voor
Koblet, Bobet, Robic
én om ritten te winnen
tot zes maal toe in de Tour,
in de winter vlocht hij ijzer
in de ploeg van mijn vader
die zijn verhalen doorvertelde,
’s avonds, in het werkhuis
sleutelend aan fietsen
van liefhebbers
uit de buurt,
ik zat er altijd
heel stil in een hoekje
te luisteren
en te hopen
dat ik nog niet
naar bed werd gestuurd
Miel Severeyns
Van Sinterklaas kreeg ik
een bordspel
met een wielerbaan,
de miniatuur coureurs
vlogen door de bochten,
Palle Lykke, Rik I, Peter
Post, Klaus Bugdahl, Oscar
Plattner, Fritz Phenninger
hoe ze ook streden
in koppelkoers of omnium,
in achtervolging of sprint
de dobbelstenen rolden
steevast & schaamteloos
in het voordeel
van mijn naamgenoot
Fausto Coppi
Grote koppen en foto’s in de
krant, heel Italië was in rouw,
wat doet een bleke coureur
in Afrika, hoe krijgt een mens
malaria,
wie bedoelt men
met de Dame in het Wit
en hoe koud word je
als je zo ligt opgebaard,
geen vragen voor een snot-
neus van acht, leg die krant
nu maar weg en ga wat spelen
anders slaap je niet
vannacht
Rik Luyten
Op zijn erelijst ontbreken namen
als San Remo en Roubaix,
hij won zijn koersen in Koersel,
Kontich, Wakkerzeel,
Nijlen of Lint,
nog altijd hoor ik
die gekke buurman
allez Rik Luyten
gillen
als ik op mijn kinderfiets
met de benen van Darrigade
de straat in kwam gesprint
Imerio Massignan
Aan de overkant van de straat
werd een huis gebouwd,
live-tv bestond nog niet,
de transistorradio moest nog
uitgevonden worden,
ik hield de bouwvakkers
op de hoogte van de Tour,
vooral de Italiaanse namen
gilde ik met plezier
de weg over,
Arnaldo Pambianco, Graziano
Battistini, Nino Defilippis,
Gastone Nencini, Ercole
Baldini
en wie was er op de Portillon
en de Peyresourde
de grote man?
Massignan,
Imééééééério
Massignan!
Marcel Hendrickx
Kijk, zei mijn vader, die man
daar is beroepsrenner geweest,
hij heeft schoon koersen
gewonnen
twee keer Parijs-Brussel,
da's niet niks,
bij de liefhebbers heb ik nog
met hem gefietst,
ik heb hem ooit geklopt,
jazeker, in een spurt
om de vijftiende
plaats of zoiets
Federico Bahamontes
Door groen omgeven, met
halverwege een flauwe bocht
de oprit van de baileybrug
over het Albertkanaal,
't was mijn Galibier,
mijn Tourmalet,
mijn Izoard,
ik was er
de Adelaar van Toledo
die ze een voor een
uit de wielen
danste,
Gaul, Anquetil, Rivière,
Baldini, Anglade,
op een mistige ochtend
ramde een vrachtschip
een houten pijler:
de brug brak & viel
met al mijn bergen
in het water
René Vanstreels
Mijn vader leert me
hoe ik uit de wind
moet blijven
met welk verzet
ik naar boven
rijd,
ik trap de tranen
uit mijn ogen
om zijn wiel
te houden
ik wil dit fietsen
nooit meer
kwijt
Harie D
Ter hoogte van de kerk en café Welkom,
onder het spandoek, op de betonstroken
van de Kiezelstraat
lag de vertrek- en aankomstlijn,
na de hoogmis, de processie ter ere
van de H.Odilia en de opening
van de kermis
druppelden ze binnen
de drie Steegmansen, de gebroeders
Nassen, de zeven Hollanders
en vijftig anderen
om in café de Zwaan
een rugnummer
te halen
en zich om te kleden
in washok of keuken
van slager, vélomaker,
kruidenier of molenaar,
overal geurde het
naar massageolie,
terwijl Johnny Hoes
vanuit rups, draaimolen
of schiettent
onophoudelijk
och was ik maar bij moeder
thuis gebleven
jammerde
liepen wij opgewonden
door het dorp,
heb je die Flandria, die Libertas,
die Mercier, die Groene Leeuw
gezien?
en wie gaat er winnen,
wie is er in vorm,
wie is er in staat
de plaatselijke favoriet
te verslaan?
iedereen hoopte
dat Harie van de schoenmaker
zijn kop erbij zou houden
dat hij zijn krachten
zou sparen
dat hij niet onnodig als een gek
aan het peloton zou sleuren,
helaas, hoe mijn vader ook
gilde aan de kant van de weg,
Harie kon zich niet bedwingen,
je zag het aan de grimas
op zijn gezicht,
toen het er echt op aan kwam
was hij helemaal leeg
van al de gaten
die hij had gedicht
Willy Vannitsen
Waalse Pijl, Scheldeprijs,
Milaan-Vignola,
ach, het woog niet op
tegen wat het
had moeten zijn,
in het dorp waar ik
woonde hielden ze
niet van hem,
hij gebruikte te veel
brillantine en flaneerde
te graag in de zon,
als aankomende puber
wist je precies
op wie je beter
niet lijken kon
Stan Ockers
We gingen ter beevaart
naar Banneux, op de fiets,
de pastoor loofde onze
devotie voor de H.Maagd
maar wij dachten meer
aan les Forges
en het monument
voor Stan,
enkele jaren eerder
had hij een val
op de wielerbaan
niet overleefd,
voor hem trapten we
onze soepelste gebeden
uit ziel & benen
S.T
Ze zeiden dat hij vaak
bij de apotheek werd gezien
dat het schuim weer op zijn
mond stond toen hij over
de meet kwam,
zelfs zijn supporters
schudden het hoofd,
lang zou zijn carrière niet
duren, zot zou hij worden,
hij was nu al geregeld
buiten zinnen
en dat allemaal, zo zeiden
ze, om hier en daar
een kermiskoers
te winnen
Rik van Steenbergen
We togen naar Alken
om de grote Rik I
in zijn late nadagen
aan het werk te zien,
een boom van een vent
in een nauw shirt
van Solo Superia
stapte pal voor ons
na de eerste
van de tien rondes al
lachend van zijn fiets,
achter ons fluisterden
boze tongen
dat hij zijn startgeld
wel erg makkelijk
had verdiend
Rik van Looy
Altijd en overal dook zijn naam
weer op, geen enkele discussie
waarin hij niet ter sprake kwam,
hij was de eerste die een ploeg
rond zichzelf formeerde
en zijn brigade
in een treintje rijden liet,
hij zegevierde in ritten, klas-
siekers en wk's, ze noemden
hem Keizer Rik
en toch, als wij koers speelden
wilde iedereen van Looy zijn
behalve ik
Benoni Beheyt
In Ronse werd de Keizer
van zijn derde wereldtitel
gehouden,
een knecht had het
gewaagd,
heel België stond
in rep en roer,
ik jubelde in stilte,
ik had geen zin
in een pak slaag
Miel Daems
Winnaar van Parijs-Roubaix, Ronde
van Lombardije en Milaan-San Remo,
ik deed zijn naam geen eer aan
toen ik hem was
in een koers met jongens
uit het dorp,
ik was de enige met een renfiets
maar wat ik ook probeerde,
tussen de Demers, in de Vulstraat,
ik kwam niet uit de greep
van groep
en erger, véél erger nog:
in de sprint werd ik geklopt
door een jongen
op een aftandse Royal Nord