2008. Gisteravond ben ik met mijn companen in Badia-Pedraces aangekomen. Via Cycletours hebben we een arrangement geboekt. Paul, Nico en Albin willen het vandaag rustig aan doen. Zelf zit ik om half acht op fiets om te kijken hoe ver ik kom op het 125 km lange rondje met de Gardena (2112m), de Sella (2244m), de Fedaia (2047m), de Giau (2230m), de Falzarego (2105m) en aansluitend de Valparola (2192m). Circa 3900 hoogtemeters moeten er overwonnen worden.
De Dolomieten, bekend om hun steile rotswanden en pieken, werden vroeger de Monti pallidi oftewel de bleke bergen genoemd. Ze spelen een prominente rol in de geschiedenis van de Giro d'Italia. Dit jaar nog lag de finish van de 15e etappe op de Passo di Fedaia. De klassementsrijders voerden er in de schaduw van de 3342m hoge Marmolada een onvervalste oorlog uit. Ik zal de vrede tussen het landschap, mijn ziel en mijn benen moeten zien te bewaren.
Vanuit het hotel is het meteen al klimmen, naar Corvara, waar de 9 km lange Passo di Gardena begint. Die ligt in een prachtig decor. Dit is het echte genieten: van het fietsen, van de landschappen. Op de top koop ik water en cola, 't is net of mijn maag de isostar (wat sterker dan normaal) niet verdraagt. Ook de Passo di Sella is indrukwekkend. Ik klim op m'n gemak, m'n benen voelen goed, maar wat is er met mijn maag aan de hand? Na een lange afdaling wacht de makkelijkste kant van de Passo di Fedaia, een rustige klim waar ik meer opzij (naar de imposante Marmolada) dan vooruit kijk. Ik word ingehaald door mijn reisgezellen, die de omgeving met de auto verkennen. De afdaling van de Feadia is spectaculair: ik hoef mijn remmen maar los te laten en mijn teller schiet in een mum van tijd boven de 80 km. In Caprile moet ik naar het 5 km verder gelegen Selva di Cadore. Een mooie weg maar op mijn routebeschrijving staat niet dat het om een pittige klim gaat. De zon brandt inmiddels hoogzomers. Omdat mijn maag nog steeds opspeelt begin ik in Selva niet zonder vrees aan de Passo di Giau, 10 km aan gemiddeld meer dan 9%.
Na een paar kilometer al begint de ellende. Godallemachtig, hoe moet ik hier boven komen. Op de allerkleinste versnelling martel ik mezelf omhoog. Een paar keer sta ik mezelf de smoes van foto's maken toe. De eerder erin gestouwde energierepen dreigen er weer uit te komen. Anderhalf uur heb ik nodig voor de klim. En dan moet ik de Passo di Falzarego en de Passo di Valporola nog over. De afdaling biedt geen herstel. In een slakkengang, de blik gefixeerd op niet meer dan tien meter asfalt, met het gevoel dat iedere trap er een te veel is beloof ik mezelf 10,5 km Falzarego en 1,5 km Valparola-lang dat ik nooit, maar dan ook nooit meer zo'n tocht zal maken. Ik ben zelden zo blij geweest dat ik de top van een helling heb bereikt. Van de wetenschap dat er geen obstakel meer komt, fleurt zelfs mijn maag een beetje op. Aan het eind van de lange afdaling naar Pedraces vertel ik mezelf voorzichtig dat die eerder gedane belofte uiteraard een grapje was.
Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.
Zie ook: Sella Rondje en San Genesio Edelweiss
GPS-kaart