De troost van het fietsen

Anderhalve maand geleden is mijn moeder overleden. Rustig ingeslapen, zoals dat heet. Ze ligt dicht bij huis begraven, op het kerkhof aan de overkant van de straat. Met mijn 81-jarige vader gaat het redelijk. Hij probeert zich te houden aan de discipline van alledag. Daar hoort ook het fietsen bij.
Vanmiddag reed ik met hem en zijn vriend Jean een route van 45 km door negen Hasseltse kerkdorpen. Een rondje terug naar vroeger. Mijn vader toonde me waar hij als kind met zijn vader van Stevoort naar Spalbeek liep, hij wees me de finishstraat waar hij een peloton van 40 renners klopte in de sprint.
Zelf kwam ik langs plekken waar ik zoete herinneringen aan bewaar. Ik hoorde Toergenjev weer verzuchten: 'Wat is er nog over van die heerlijk opwindende dagen, de gevleugelde verwachtingen, de grote idealen!’
Ik ben blij dat mijn vader kan genieten van het fietsen, hij ervaart het als een vorm van troost, een wapen tegen het verdriet.
Terug thuis liep hij meteen naar de voorkamer waar een grote foto van mijn moeder op de tafel staat. 'Even zeggen dat ik er weer ben,' mompelde hij.