Eifelregen

Albin wil er, op de valreep van de zomer, nog eens ouderwets tegenaan. We hebben een tocht van 130 km naar en door de Eifel uitgestippeld. De voorspellingen zijn slecht, maar we wagen het erop.
Na een uurtje fietsen komen we in ontwakend Aken. Albin heeft de onbedwingbare neiging stoplichten te negeren. Voorbij Aachen Brand ontplooit de Eifel zich. Niet voor lang. Het grijs wordt almaar grijzer en in Venwegen beginnen de steeds lager hangende wolken te lekken. We klimmen en dalen naar Mulartshutte en Roetgen. Van daaruit gaan we richting Monschau, de Himmelsleiter op.
In Imgebroich slaan we af naar Mützenich. We zitten op 622 meter hoogte. De regen heeft onze kleding en schoenen doorweekt. En we 'mogen' naar beneden. Zestien kilometer dalen naar Eupen. Over een slecht wegdek, door de bossen, in de stromende regen, tussen auto's met in het nat weerkaatsende lichten. Onze voeten soppen, onze handen verkleumen: God geve dat we hier geen lekke band(en) krijgen!
In Eupen moeten omhoog, richting Henri-Chapelle. Even voor Aubel worden we door motoragenten gesommeerd naar de kant van de weg te gaan. Er is een wielerkoers op komst. 'Vijf minuutjes, ' zegt de agent. Een kwartier duurt het eer we ons weer warm mogen trappen.
Vanaf de Planck kunnen we (eindelijk) regenloos en in dalende lijn naar huis. Van sommige tochten weet je onderweg al dat je ze de rest van je leven niet vergeet.