Voor onze jaarlijkse fietstocht hebben Albin en ik één van de drie bewegwijzerde lussen van de Ronde van Vlaanderen uitgekozen. Start en finish liggen in Oudenaarde, bij het Centrum Ronde van Vlaanderen. Onze lus, de oranje, telt 72 km en 10 hellingen.
't Is mooi weer en we hebben er zin in. Albin is verwonderd over de schoonheid van de Vlaamse Ardennen, hij had geen idee van wat hij mocht verwachten.
De Kluisberg en de Knokteberg vindt hij nog te doen. De Oude Kwaremont bevalt hem al minder, en we moeten de heuvel anderhalve keer op omdat ik het standbeeld van Karel van Wijnendaele niet kan traceren.
Op de Kruisberg en de Hotond hoor ik Albin luidruchtig hijgen. Het wordt tijd dat hij een nieuwe koersvélo aanschaft, 't liefst eentje met een triple. Dan hoeft hij een volgende keer niet te voet de Paterberg op. Het spurtje waarmee hij even later aan de Koppenberg begint, getuigt van moed, maar ook hier komt hij - de schoenen uit - lopend op blote voeten boven. Door de kasseien, of liever door de ruimte ertussen, is het hier op sommige plekken moeilijk staande op de trappers te klimmen. Voor de rest is de Koppenberg gewoon een steile puist (600m, 11,6% gem, 22% max) die je beter niet tegenkomt bij slecht weer.
Van de Steenbeekdries gaat het naar de Taaienberg en van daar naar de Eikenberg, de laatste helling. Albin hoeft niet lang na te denken om tot een eindconclusie te komen: 'Tien kutbergen en toch een mooie route!'.
Als we onze traditie (Luik-Bastenaken-Luik, Parijs-Roubaix, Ronde van Vlaanderen) verder willen zetten, moeten we volgend jaar naar San Remo of Lombardije.
't Is mooi weer en we hebben er zin in. Albin is verwonderd over de schoonheid van de Vlaamse Ardennen, hij had geen idee van wat hij mocht verwachten.
De Kluisberg en de Knokteberg vindt hij nog te doen. De Oude Kwaremont bevalt hem al minder, en we moeten de heuvel anderhalve keer op omdat ik het standbeeld van Karel van Wijnendaele niet kan traceren.
Op de Kruisberg en de Hotond hoor ik Albin luidruchtig hijgen. Het wordt tijd dat hij een nieuwe koersvélo aanschaft, 't liefst eentje met een triple. Dan hoeft hij een volgende keer niet te voet de Paterberg op. Het spurtje waarmee hij even later aan de Koppenberg begint, getuigt van moed, maar ook hier komt hij - de schoenen uit - lopend op blote voeten boven. Door de kasseien, of liever door de ruimte ertussen, is het hier op sommige plekken moeilijk staande op de trappers te klimmen. Voor de rest is de Koppenberg gewoon een steile puist (600m, 11,6% gem, 22% max) die je beter niet tegenkomt bij slecht weer.
Van de Steenbeekdries gaat het naar de Taaienberg en van daar naar de Eikenberg, de laatste helling. Albin hoeft niet lang na te denken om tot een eindconclusie te komen: 'Tien kutbergen en toch een mooie route!'.
Als we onze traditie (Luik-Bastenaken-Luik, Parijs-Roubaix, Ronde van Vlaanderen) verder willen zetten, moeten we volgend jaar naar San Remo of Lombardije.