Eergisteren een mailtje gekregen van een dame uit de Antwerpse Kempen. Ze las op dit weblog dat ik in de jaren zestig net als haar echtgenoot op kostschool zat bij de Paters van de H.Geest, in Lier. 'Mijn man,' zo schreef ze,'werd er misbruikt door een pater; weet u om welke pater het zou kunnen gaan?'
Tsja. Buiten de schurende knuffels van de immer slecht geschoren pater prefect, had ik alleen last van pater M. Tijdens zijn lessen moest ik mijn ellebogen binnenboord houden, want dwalend door de klas liet hij niet na me aan te stoten. Ik moest er ook voor zorgen dat ik hem niet in m'n eentje tegenkwam. Eén keer was me dat niet gelukt. Hij bedelde om een zoen op zijn wang en tikte met zijn wijsvinger tegen de gulp van mijn korte broek. In welke mate andere leerlingen last hadden van dit soort handtastelijkheden, weet ik niet: er werd veel gegniffeld maar nooit verteld wat er precies gebeurde.
Pater M ben ik een jaar of twee geleden nog 'ns tegen gekomen. Ik heb de tachtiger niet aangesproken op zijn toenmalig gedrag. Ik had er geen behoefte aan en ik had niet voor hem 110 km langs het Albertkanaal gefietst. Dat deed ik wel voor pater A, die ik tijdens mijn laatste twee kostschooljaren leerde kennen. In een restaurant, in de buurt van de B&B waar ik logeerde, hebben we een avond lang zitten bomen. Pater A is namelijk de man die mij leerde nadenken over God, Leven & Liefde. Het enige waar hij het niet over had, was de Dood. Dat verklaart wellicht waarom ik al veertig jaar werkzaam ben in de ouderenzorg.
Het voorgaande liet ik gisteren weten aan de dame uit de Antwerpse Kempen. Vanmorgen kreeg ik een reactie: haar man is zeventien jaar geleden door zelfdoding om het leven gekomen. Er wordt (niet alleen) door haar een rechtstreeks verband gelegd met wat er gebeurd is in Lier, en dat was vele, vele malen erger dan wat mij overkwam.