Vandaag mijn jaarlijks rondje Godsheide gefietst. Het (vakwerk)huis waar ik geboren werd, staat er nog. Op enkele vage beelden na, heb ik er geen herinneringen aan. Toen ik drie was, verhuisden we naar de woning die mijn vader enkele kilometers verderop had gebouwd, in het centrum van het dorp, schuin tegenover de kerk. Dat huis is vorig jaar gesloopt. Samen met een aangrenzend pand, dat al jaren leeg stond, maakte het plaats voor ‘een stijlvol nieuw project’. Wat mijn vader - hij ligt met mijn moeder begraven op het kerkhof aan de overkant van de straat - daar van vindt, kan ik hem niet vragen. Hoewel, mijn bezoek aan het graf van mijn ouders begint steevast met de vraag: ‘En, alles goed?’ Een rare vraag. Van hun lichamen blijft er steeds minder over en als ongelovige katholiek kan ik me niet voorstellen dat ze ergens rondzwerven in een hiernamaals. Nou ja, helemaal uitsluiten doe ik het niet. Het leven van een katholieke atheïst kent meer van die tweeslachtigheden. Kaarsjes aansteken voor de H Maagd Maria bijvoorbeeld. Niet om een voorbede af te smeken, maar om zieken, examinandi, sollicitanten, reislustigen en uitgetelden in familie- of vriendenkring te laten voelen dat ik aan hen denk. Zo zie je maar. A propos, het zonnetje was lekker vandaag, de schrale noordoostenwind kon er niet tegenop.