Eergisteren de cyclone ingepakt, aan de fiets bevestigd en met Paula vertrokken richting Diest, waar we een hotelletje hadden geboekt. Onderweg, in Halen, bezochten we een klein oorlogsmuseum dat geheel gewijd is aan de Slag der Zilveren Helmen . Mijn grootvader was daar in 1914 van de partij als soldaat van het Belgisch leger.
Gisteren morgen begonnen we rond een uur of tien aan het Land van de Witte, een knooppuntenroute van 60 km. De zon deed toen al haar zomerse best.We reden door de provincies Brabant, Limburg en Antwerpen. De eerste trekpleister was de Abdij van Averbode. Zo mooi als de route door de bossen naar het Norbertijnenklooster was, zo beton-eentonig was de weg door de dorpsranden naar Scherpenheuvel, het bekende bedevaartsoord. In Zichem zagen we vervolgens geen Heren, maar wel het standbeeld van hun schepper, de schrijver Ernest Claes, die de Witte, een andere creatie van hem, op de schouders draagt. We waren ruim op tijd weer in Diest, dat oude stadje in het Hageland. In het prachtige Begijnhof was er van alles te beleven in het kader van de Dag van de Diestse Cruydtcoeck.
Vandaag, na het ontbijt, trapten we ons (60 km met hier en daar een regenbuitje) naar huis. Tijdens onze tocht door het Land van de Witte kwamen mijn dierbare echtgenote en ik al tot de conclusie: zo'n weekend doet een mens & het huwelijk bepaald geen kwaad.
Enkele foto's en de route