Al die boeken maken deel uit van
mijn leven, vanaf mijn negentiende hebben ze mijn leven mee vorm en richting gegeven. Het eerste boek dat ik kocht van mijn eerste salaris, was De val van Albert Camus. Het maakte een verpletterende indruk en ik leef sindsdien in de hoop dat ik nooit in een situatie terecht kom die vergelijkbaar is met die van advocaat Jean-Baptiste Clamence, die aan het eind van zijn verhaal verzucht: 'Lieve kind, gooi je toch alsjeblieft nog eens in het water, geef me nog een keer de kans je te redden en mijzelf erbij.'
Er zijn meer zinnen die bleven hangen. ´Wat is er nog over van die
heerlijk opwindende dagen, de gevleugelde verwachtingen, de grote idealen,´
mijmert Toergenjev´s hoofdpersoon in Lentestromen.
En die van Kowalski in Eddie's bastaard: ´Wie in wrok omkijkt
naar datgene wat hem heeft gemaakt tot wat hij nu is, heeft zijn eigen leven
nog niet in handen.'
Geurrilla van Naipaul is een broeierig verhaal dat zich afspeelt op
een tropisch eiland. Ik las het toen ik met 39˚ koorts in bed lag. Alleen al
vanwege de broeierige herinnering wil ik het boek niet kwijt.
Wilde zwanen (590 blz) van Jung Chang las ik in één weekend uit, in onze woonkamer, tussen spelende en TV-kijkende kinderen, met het schaamrood op mijn kaken. De schrijfster is net als ik geboren in 1951. Terwijl ik op mijn zeventiende vergaderingen bijwoonde van AMADA, een Maoïstische Derde Wereldbeweging, zat zij in de heropvoedingskampen van dezelfde Mao. Ik voelde me enigszins getroost toen ik las dat zij Lentestromen van Toergenjev een geweldig boek vond!
Wielerboeken of boeken over
wielrennen staan er nauwelijks in mijn boekenkast. Ze zijn op twee handen te
tellen. Een kwestie van keuzes maken. Ik besteed al zoveel tijd aan fietsen en
alles er omheen, dat ik mezelf verplicht me in mijn ´leestijd´ met andere (even
serieuze!) zaken bezig te houden.