De omhelzing

Vanmiddag vreesde ik even dat ik om de heuveltjes heen moest fietsen. Mijn sleutelbeen vond het niet prettig dat ik staande op de trappers klom. Een week of tien geleden heb ik in Freiburg mijn rechter clavicula gebroken. Op de foto’s was te zien dat de twee stukken bot over elkaar waren geschoven. Er zat behoorlijk veel ruimte tussen en ze vormden een hoek van 120 graden. De Duitse artsen wilden zo vlug mogelijk opereren. Ze vonden het niet alleen noodzakelijk, ze vreesden ook (terecht) dat hun Nederlandse collega’s de genezing op zijn beloop zouden laten. Omdat ik weinig last had van de breuk en omdat ik zo vlug mogelijk naar huis wilde, koos ik voor de Hollandse variant. Niet opereren dus. Vorige week wees de controle uit dat de stukken nog steeds niet aan elkaar zijn gegroeid, er is wel sprake van een beetje kalkvorming. Omdat ik er geen last van had, besloten we het weer twee maanden aan te kijken. Gisteravond zat ik op de bank te lezen. Plots kwam mijn dierbare echtgenote naar me toe gelopen. Ze wilde me innig omhelzen, maar daarbij belandde haar arm per ongeluk op mijn sleutelbeen. Ik zou overdrijven als ik beweer dat ik een ‘krak’ voelde, maar van die kalkvorming blijft er volgens mij niet veel over. We hebben nog even gekeken in welke liefdevolle hoek die twee stukken bot nu staan, maar dat is voor ons moeilijk te achterhalen.

1974 Na bijna veertig jaar nog steeds innig omhelsd door mij eega