Zegeningen

Een van de laatste dagen van het jaar. Zoals voorspeld is het droog, zacht en winderig. Ideaal om al fietsend mijn gedachten door het Mergelland te laten waaien. Ondanks mijn Freiburgs malheur heb ik niet het gevoel dat ik een vervelend jaar achter de rug heb. Dat geldt ook voor Paula. Vorige week nog vertelde mijn eega dat ze sinds het gebeurde veel relaxter door het leven gaat, ze maakt zich niet druk meer over onbelangrijke zaken. Zelf ben ik bedreven geraakt in het tellen van mijn zegeningen. En dat zijn er heel wat. Ik denk daarbij aan de engelbewaarder die tijdens mijn tuimeling op mijn schouder zat, aan de zorg van de mensen die mij o zo dierbaar zijn, aan de vele blijken van medeleven, aan het voorspoedig herstel. Ik heb ruim de tijd gehad om mijn leven de revue te laten passeren. Wat heb ik bijvoorbeeld met mijn dromen gedaan? Op mijn zesde wilde ik later coureur worden en de hoogste bergen uit de Tour beklimmen. Op mijn twaalfde leek sportjournalist me het mooiste vak dat er is. Op mijn zestiende zou ik de wereld gaan verbeteren, het liefst met een sociaal beroep. Op mijn achttiende dacht ik dat ik geroepen was tot het dichterschap. En welaan, zie wat er van mij geworden is. Ik publiceerde een aantal dichtbundeltjes, ik werk al meer dan veertig jaar in de (ouderen)zorg, ik houd een weblog bij over fietsen en de laatste decennia peddel ik geregeld over gerenommeerde cols. Ergens in uitblinken deed of doe ik niet. Hoewel, halverwege de Cauberg weet ik het weer: ik ben een expert in langzamer dan langzaam naar boven fietsen.

En nog altijd met helm!