Afgelopen dinsdag naar '
Demarrage' gekeken, een mooie documentaire van Arno Kranenborg. Hij volgde zeven zeventigers en één tachtiger, die iedere week drie keer, weer of geen weer, op de racefiets stappen om samen een tocht te maken. Onderweg in Brabant, de streek waar ze wonen, praten ze over vrouw en kinderen, kwalen en pijntjes, spatadertempo en ademnood én over wat hen te wachten staat. Want het groepje is geleidelijk aan kleiner geworden: vrienden vielen weg door beroerte, hartinfarct of kanker. Volgens de maker van de documentaire kun je goed horen wat ze niet zeggen. Heel direct zijn de mannen wel als er vrouwelijk schoon hun wegen kruist, dan zitten ze niet verlegen om commentaar. Af en toe krijgt de kijker een mooie close-up te zien van een oud, peinzend gezicht. Ik moest geregeld aan mijn vader denken. Die fietste tot kort voor zijn dood (op zijn 83ste) ook in zo'n groepje. Het is alweer twaalf jaar geleden dat hij stierf. En over minder dan vier jaar hoor ik zelf (bij leven en welzijn) bij de zeventigers. Ik maak me geen illusies, ook voor mij geldt (op den duur of nu al?):
hoe fiets ik de dood uit het wiel!
|
Mijn vader: tweede van r. Eind jaren negentig van de vorige eeuw. |