- Zeg meneer, wat u deed was wel heel gevaarlijk.
- Ik had u niet gezien.
- Als ik iets eerder was geweest, had ik echt pech gehad?
- Ik had u niet gezien, anders was ik wel gestopt.
- Dat mag ik hopen.
- Dan was ik echt gestopt.
- Zo gebeuren de ongelukken.
- Dat klopt.
- Allee, een fijne dag nog.
Terwijl ik de Cauberg op peddelde, probeerde ik een analyse te maken van mijn gedrag. Ik schrok niet, ik raakte niet in paniek, ik laveerde netjes met mijn fiets, ik werd niet boos, ik voelde geen ergernis én ik was beleefd tegen de automobilist: gaat het eigenlijk wel goed met mij?
De Daalhemmerweg |