Gisteren schreef ik het versje 'Opa vertelt...' en vroeg me af of mijn herinneringen wel klopten. Want op je veertiende 160 km dwars door de Ardennen fietsen met één bidon koude koffie als enige vochtinname, dat zou nu ondenkbaar zijn. Vaders die hun zonen nu voorhouden dat het van karakter getuigt om ook tijdens een lange fietstocht in hartje zomer zo weinig mogelijk te drinken, lopen, zo vermoed ik, het risico beschuldigd te worden van kindermishandeling. Dus mailde ik leeftijdgenoot Johny met de vraag of hij nog wist hoeveel drinken wij (begin en midden jaren zestig van de vorige eeuw) meenamen op de fietstochten met mijn vader. Johny reageerde meteen: 'Eén bidon, en dan waren we trots als die bidon na 80 km niet helemaal leeg was.' Ik vond het opmerkelijk dat hij, net als ik in mijn versje, het woord trots gebruikte. Zoekend naar nog meer bevestiging hoorde ik Dries De Zaeytijd (KOERS Wielermuseum) in een podcast vertellen dat (oud) coureurs er in die tijd inderdaad vanuit gingen dat er tijdens koersen en trainingstochten zo weinig mogelijk gedronken moest worden. Blij dus dat mijn herinnering en het versje kloppen! In mijn boekenkast staat nog een aluminium bidon uit die tijd, de daarbij horende kurken stop ben ik helaas kwijt.