Vennbahn

Twee dagen geVennbahnd met mijn eega. Gisteren de trein genomen naar Aken, op de fiets gestapt en ons naar het 75 km verderop gelegen Meer van Bütgenbach getrapt over de blijkbaar steeds populairder wordende voormalige spoorbaan. Omdat ik er nog altijd niet voor gezorgd heb dat het gemotoriseerd fietsje van mijn eega en mijn racefiets van bagagedragende hulpstukken voorzien kunnen worden, moest ik mijn (zwaardere) Cube met fietstassen verblijden. Doorgaans is dat geen probleem, wat harder en zwaarder trappen is goed voor de conditie, maar gisteren vroeg ik me na 20 km toch af wat er hand was. Terwijl mijn eega pijn over haar hele lijf kreeg van het snelheid minderen trapte ik me te pleuris. Raadpleging van een informatiebord liet zien dat de eerste 38 km gestaag bergop lopen richting Hoge Venen, niet meer dan 2%, maar bergop is bergop. Ook de rest van de route was voornamelijk vals plat omhoog. En dat is dan ook meteen de reden waarom we vandaag een heerlijke terugtocht hadden. Onder een heerlijk zonnetje ontvouwde de Vennbahn zich op haar mooist. De kilometers (door de dennenbossen, over de vlaktes met Ardense uitzichten, langs oude spoorwegstationnetjes) vlogen voorbij. Misschien lag het ook aan ons ontbijt in Hotel du Lac: het ontbijtbuffet bood naast de gebruikelijke voedzame kost ook  stukjes heerlijke ... rijstevlaai!