We moeten enkele steile straatjes omhoog om het tegen een heuvel gelegen Le Cannet in de goeie richting te verlaten. Paula en ik worden vergezeld door een echtpaar uit Amsterdam, Joke en Vollrad (wat humor betreft een kruising tussen Kraaykamp senior en Knetemann zaliger).
Na een korte afdaling beginnen we aan de geleidelijke klim naar Mougins, het pittoresk dorp, waar Picasso lange tijd woonde. Van daaruit gaat het weer naar beneden, naar La Bocca. Bij het sportstadion zoeken we de wielerbaan en het monument ter ere van Louison Bobet. Helaas, de vélodrôme is gesloten. Na enig smeken is een werknemer bereid enkele poorten te openen zodat ik foto's kan maken.
We fietsen verder, richting Mandelieu en kunnen daar het binnenland in, naar Tanneron. Om daar te komen moeten we wel een heuse col van 9 km op, een col met aanhoudend prachtige vergezichten.
We dalen om vervolgens weer zes kilometer te klimmen, naar les Majoris, een gehucht met een handvol huizen. De oude man, die we vragen of er een café of restaurantje in buurt is, antwoordt ontkennend. Hij denkt dat we niets eetbaars bij ons hebben en verontschuldigt zich dat hij geen brood in huis heeft. Na een ommetje in zijn tuin komt hij terug met een grote tros vers geplukte druiven.
Een lange afdaling brengt ons naar het Lac St Cassien. Van daaruit gaat het naar Les Ardrets. Over een goedlopende weg met schitterende uitzichten dalen we uit het Estérel-gebergte naar het tien kilometer verderop gelegen Mandelieu. De Middellandse Zee komt weer in zicht. Dwars door Cannes nu, en dan weer omhoog, naar Le Cannet. Terug in het hotel heb ik 85 km met een hoog gezelligheidsgehalte op mijn teller staan.