Herfst

Gisteravond, rond half zes, belde mijn zus met het dringend verzoek naar mijn ouders te gaan. Mijn moeder was niet goed geworden, men vreesde voor haar leven.
Ik heb geen auto en de eerst volgende bus van Maastricht naar Hasselt vertrok twee uur later. De buren, op wie ik een beroep mag doen, waren niet thuis. Er restte me niets anders dan de renfiets te nemen. Mijn vrouw en mijn zonen maanden me tot dertig kilometer voorzichtigheid.
Het werd een hallucinante rit in de rode gloed van de ondergaande zon. Ik wilde thuis zijn voor mijn moeder voorgoed in de schemering verdween. Ik had geluk: ze kreeg onverwacht respijt.