Op oefening

Laatst nog ‘ns een Rondje Hallembaye gefietst. Volgend jaar is het namelijk een halve eeuw geleden dat ik mijn eerste racefiets kreeg en mijn vader me geregeld mee ‘op oefening’ begon te nemen.
Mijn oudere broer en ik werden op zo’n dag rond half zeven uit bed getrommeld. Ons ontbijt bestond uit een gele brei van havermoutvlokken gemengd met eidooier en suiker. Als drank namen we een bidon koude koffie mee en het getuigde van karakter om onderweg zo weinig mogelijk te drinken, hoe warm het ook was.
Het 80 km lange rondje dat we meestal fietsten leidde ons van Godsheide naar Diepenbeek, Bilzen, Kleine Spouwen, Riemst, Eben-Emael, côte de Hallembaye, Bassenge, Hautain St Simenon, Glons, Sluizen, Tongeren, Guigoven, Kortessem, Wimmertingen en Rapertingen.
Vanaf daar kon de eindsprint worden voorbereid. Nou ja, de uitslag stond jaren lang van te voren vast, want ook al lanceerde mijn vader me met een flinke duw in mijn rug, ik was niet in staat mijn broer te verslaan. Hem verschalken met demarrages, ach, twee keer trappen en hij had me te pakken. Met een brede grijns op zijn gezicht.
We fietsten over provinciale wegen zonder fietspaden. Er was toen zo weinig verkeer dat ik me niet kan herinneren dat er ergens een verkeerslicht stond. Wielertoerisme moest in die tijd (begin jaren zestig van de vorige eeuw) nog uitgevonden worden. Veel dorpsbewoners vonden het maar raar: een vader die zijn kinderen mee ‘op oefening’ neemt!



Mijn broer (l) en ik: Dinant 1965.