Benoni

Op zondag 11 augustus 1963 – ik was twaalf - hadden we thuis nog geen televisie. Mijn vader zat bij een buurman, enkele huizen verderop, te kijken naar de ontknoping van het WK wielrennen in Ronse. Ik liet mijn lijf vol adrenaline stromen achter het scherm bij een vriend, twee straten verder.
Toen een nog grote groep renners aan de laatste ronde begon, hield ik het niet meer. Ik haastte me op de fiets naar de buurman waar mijn vader was. Onderweg zong het in mijn hoofd: ‘Beheyt wordt wereldkampioen, Beheyt wordt wereldkampioen.’ Een voorgevoel of de wens als vader van de gedachte? Waarom weet ik niet, maar ik was geen fan van Rik van Looy. Koos ik voor de underdog of kwam het omdat Benoni Beheyt voor het merk Wiel’s Groene Leeuw reed, de ploeg met die afschuwelijk mooie koerstruien?
Mijn wens of voorgevoel uitspreken durfde ik niet, en juichen na de voor iedereen bekende afloop nog minder, daarvoor zaten er te veel supporters van Rik II bij de buurman. Ze spraken dood en verdoemenis uit over de knecht die het waagde de Keizer in de spurt te verslaan en hem zo van zijn derde wereldtitel te houden. Maanden lang laaiden de discussies hoog op in Vlaanderen. Jaren later schreef ik volgend rijmpje:

Wie het op het schoolplein
opnam voor Beheyt

werd op weg naar huis
door niemand benijd