Ik heb geluk dit jaar. Twee maanden geleden fietste ik met mijn vrouw in Toscane, de afgelopen week mocht ik mee met mijn zonen en vier van hun vrienden (Roel, René, Jorn, Henri) om te cycletouren in de Haute-Savoie, het gebied van 'de groene Alpen'. De cols zijn er minder hoog en bekend, maar daarom niet minder mooi en zwaar. Standplaats was Thorens-Glières. Op het programma stonden zes (schitterende) tochten van 85 tot 135 km met in totaal 15 cols, waaronder enkele van eerste categorie.
Wat zal me het meest bijblijven van deze fietsweek? Het herbeleven en het genieten van de berglandschappen, de steile kilometers van de Crêt de Chatillon, de Col de la Colombière, de Col de la Forclaz en de humor van de heren, zeg maar de goed opgeleide twintigers die zich voortdurend afvroegen of ze ruzie hadden dan wel bezig waren een goed gesprek te voeren.
Menig Cycletourder (de groep bestond uit 24 mannen en 3 vrouwen) fronste de wenkbrauwen, wat kwamen de heren eigenlijk doen in Thorens-Glières: over fietsen werd niet gesproken, sommigen schenen zich nauwelijks voorbereid te hebben, de langste etappe werd ingeruild tegen een dagje zonnen aan het meer van Annecy.
Uit de startvolgorde van de klimtijdrit op de slotdag viel af te leiden dat er weinig werd verwacht van de heren. De geregistreerde tijden op de top van Col des Glières vertelden een ander verhaal. Roel won met ruime voorsprong, Jorn werd tweede, Joost achtste, Gijs elfde, René vijftiende en Henri zeventiende. De heren, die geen zin hadden in het tweede gedeelte van de etappe, verdwenen weer spoorslags richting Annecy. Niet zonder genoegen sloeg ik de verbazing gade die zij achterlieten.
De omgeving