Na de Thier de Monts en de Rue de Baron krijg ik de Rue de Seche voorgeschoteld. Een klim over een waals barbaars wegdek, met hectometers aan 10, 14, 17, 21 en 13 %. Prachtig. Omdat ik eerst in één keer naar boven wil, moet ik daarna weer een stukje terug om foto's te maken. Dubbel plezier.
De Rue Coupee (1300 m, 8%, kasseien) lijkt een beetje op de klimmetjes in de Ronde van Vlaanderen. In het echte centrum van de stad wacht de bekende Rue Pierreuse (700 m tegen meer dan 12%). De kasseien voelen hier niet als zodanig aan, ik geloof dat er cement tussen de stenen werd gestrooid. De Rue Jean Haust, de Rue Naimette (400 m kasseien aan 13%), de Rue Xhovemont en de Rue des Ventilateurs zijn niet echt spectaculair. Het verbaast me dat je hier midden in de week rustig kunt fietsen. Andere fietsers kom ik overigens nauwelijks tegen.
Luik stond vroeger bekend als een grauwe, smerige stad. De laatste jaren is er veel ten goede veranderd. Vooral in het centrum. Meteen daarbuiten is er nog werk aan de winkel, heel veel werk. Als je de Rue Haute opfietst - in de klim over héél slechte kasseien zit een stuk van 250 m aan 15 % - kom je langs een erf dat veel weg heeft van een stort.
Beneden zoek ik de boulevard die me via Visé terug naar Maastricht leidt. De rest van de hellingen is, bij leven en welzijn, voor volgend jaar.