De eerste dag liep de weg gestaag, tegen maximaal 3 procent, omhoog. Langs de route staan de overblijfselen van de spoorlijn: stationnetjes, treinwagons, handmatige seinpalen, andreaskruisen. Dag twee stond in het teken van de tegenstellingen. Het onbekommerd fietsen in een prachtige omgeving werd afgewisseld met het ongemak van onverharde wegen. Van het 16 km lange grindpad tussen Waimes en St Vith waren we op de hoogte. De 8 km lange, soms modderige bos- en veldweg tussen Maspelt en Oudler, had ik helaas over het hoofd gezien. Een dag later, op de terugweg, hebben we dat stuk omzeild via de Ravel, de Waalse knooppuntenvariant. Veel klimmen en dalen dus door Ardense dorpjes en bossen. De vierde dag daalden we gestaag met de wind in de rug en in een aanhoudende miezerige regen naar Aken. We hadden ons droog-weer-geluk van de dagen ervoor opgebruikt. Hoewel, eenmaal over de grens begon het zonnetje te schijnen.
Marjos, beginnend fietser, deed het uitstekend. Ze leerde zelfs (zo langzaam mogelijk) bergop fietsen. Ook voor Wiel was het de eerste meerdaagse tocht. Ik vermoed dat hij de smaak te pakken heeft. Paula pedaleerde de hele route met een dusdanig soepele tred dat het Andalusiƫ-verdriet van vorig jaar naar de vergetelheid werd gefietst.
Meer info en foto's