Bijna een halve eeuw al woon ik in Maastricht. Op m’n negentiende kwam ik hier om een opleiding te volgen en ben nooit meer weggegaan. Ik heb hier altijd gewerkt, ik leerde hier mijn vrouw kennen, mijn zonen zijn hier geboren en opgegroeid. Het dialect dat hier gesproken wordt versta ik wel maar ik spreek het niet, het zou te verbasterd klinken. Ik ben dus een Maastrichtenaar maar geen
Mestreechteneer. Zo mogen alleen de autochtone inwoners van
sjoen Mestreech zich noemen. En enig chauvinisme kan hen niet ontzegd worden. Een rasechte
Mestreechteneer noemt zichzelf graag een
Sjeng, hij beschouwt het als een geuzennaam. Dat de lui van de boerenbuiten en de omliggende steden (die niet aan hun
Mestreech kunnen tippen!) het als een scheldnaam gebruiken, deert hen niet.
De nieuwe eigenaars van
Tweewielerspecialist George Walstock hebben een wielertrui laten ontwerpen waarop terug te vinden zijn: de naam
Mestreech, de skyline van de stad, de wereldberoemde
Ingel (engel)
vaan Mestreech en de Ster (
teyken der stadt Triecht). Ik heb zo’n trui besteld, niet alleen omdat ik ‘m mooi vind maar ook omdat hij herinneringen oproept aan de
sterretjestrui waarin mijn vader jarenlang koerste. Toch heb ik even getwijfeld over de aanschaf. In onderstaand rijmpje kunt u lezen waarom:
In zo'n Mestreech-trui fietsen
als Belgische Maastrichtenaar
loop ik daarmee tussen al
die Sjengen geen gevaar?