Jean

Vanmorgen naar de Gulpenerberg gefietst om het pas onthulde monument voor Jean Nelissen te bekijken. Een fraai kunstwerk op een fraaie plek. In 1989 beklom ik met mijn vader en mijn broers de Col d'Aspin. Ter voorbereiding ging ik op zoek naar een profiel van de klim. Internet bestond nog niet en in de bibliotheek vond ik geen boek met de informatie die ik zocht. Geheel onbevangen belde ik De Limburger en vroeg het telefoonnummer van Jean Nelissen. Het was, geloof ik, niet de bedoeling dat ik dat kreeg want de Neel reageerde in eerste instantie nogal kregelig: hoe ik aan zijn nummer kwam? Nadat ik hem had uitgelegd waarom ik belde, was hij heel behulpzaam: of ik wist dat de Aspin van de westkant eigenlijk in Bagnères-de-Bigorre begint en dus geen 12 km maar 25 km lang is? Hij bezorgde me een kopie van het profiel. In mijn bundel Dromen van de col d'Aspin bedacht ik hem met een versje: De Col d'Aspin ken ik nu / van kilometer tot kilometer / uit mijn hoofd // tenminste // als de beschrijving / uit het archief / van Jean Nelissen / klopt. Ik stuurde Jean een exemplaar van het manuscript. Een reactie heb ik nooit gekregen. Korte tijd later werd ik er wel door een (kleine) uitgever op geattendeerd dat er in het tijdschrift Fiets, dat ik toen nog niet kende, een paginagroot stuk stond over mijn Aspin-gedichten. De naam van de auteur van het artikel werd niet vermeld, maar Jean was de enige uit het fiets- en wielermillieu aan wie ik een kopie van het manuscript had gestuurd. Had hij iets geregeld? Hoe het ook zij, door het artikel hoefde ik niet langer op zoek naar een uitgever!



(K)oud

Hoe ouder mijn vader (1922 – 2005) werd, hoe meer hij het gevoel had dat de winters kouder werden, de wind harder waaide, de hellingen steiler omhoog liepen. De afgelopen winter heb ik geregeld aan hem gedacht als mijn lijf het na twee uurtjes fietsen bij hooguit 5 graden Celsius meer dan welletjes vond. Er is uiteraard een verklaring voor. Als je lichaam het koud heeft, vernauwen je bloedvaten onder de huid zodat er minder warmte afgegeven wordt. En door het bewegen van je spieren ontstaat er warmte. Hoe ouder je wordt hoe moeizamer je bloedvaten vernauwen. En je verliest spiermassa. Op mijn leeftijd ben je in de regel al bijna 30 procent kwijt. Je geeft kortom meer warmte af terwijl er minder warmte geproduceerd wordt. Afgelopen zaterdag (we zijn inmiddels eind maart) heb ik voor het eerst dit jaar op de racefiets gezeten zonder het koud te hebben. Zo lang ik niet aan de toekomst dacht voelde ik me de koning te rijk!

Laatste foto van mijn vader, enkele maanden voor zijn dood

Mooi Groningen

Een paar dagen met Paula naar Groningen geweest. Een mooie, leuke stad. Op weg van het station naar het hotel hoorden we twee studenten lovend over Maastricht praten, de verkoper in een broodjeszaak vertelde enthousiast dat hij pas een weekend in Maastricht was geweest en op de Vismarkt legde een Duitse toerist aan zijn metgezellen uit: 'Der Markt von Maastricht, wissen Sie, wo das Amstel Gold Race start.' Een goed begin!
Op de eerste dag maakten we een uitgebreide stadswandeling, op dag twee fietsten we het 55 km lange knooppuntenrondje 'Groningen op z'n mooist' met o.a. het Sterrebos, het Paterswoldemeer, het Zuidlaardermeer en de prachtige Kropswolderbuitenpolder. De zon scheen heerlijk, de OV-fietsen waren behoorlijk, alleen ... in Groningen zijn ze wel erg zuinig met de routebordjes. Je vraagt je geregeld af of je nog op de goeie weg zit, her en der ontbreekt een bordje of het hangt aan de andere kant van de weg omdat daar toevallig wel een paaltje staat en bij langdurige wegwerkzaamheden mag je zelf op zoek naar een alternatief.
Toen we ook nog zo slim waren om een bord met informatie over een gesloten veerpont te negeren, moesten we na vijf kilometer onverharde weg rechtsomkeer maken. Zó fietsen we wel twee keer over het allermooiste stuk van de route!


Wiel

Eind oktober fietsten mijn schoonbroer Wiel (66) en ik een aantal keren de oorspronkelijke route van de Giro di Poesia. Wiel kent namelijk alle weggetjes in het Maasland en dat kwam mij goed van pas. Hij zou op 4 juni a.s. het peloton gidsen. Medio november kreeg Wiel hevige nekklachten. Foto's en specialisten konden geen uitsluitsel geven. De zware pijnstillers waren het begin van allerlei ander ongemak en veel onderzoeken. Eind februari deelde de oncoloog Wiel mee dat er in zijn longen verschillende langzaam groeiende tumoren zijn gevonden. Ook elders in zijn lichaam zijn verdachte plekjes geconstateerd. Genezen zit er niet meer in, met chemo wordt geprobeerd Wiel een zo aangenaam mogelijk leven te bieden. Statistieken en prognoses wilden Wiel en zijn eega niet horen: ze gaan er met hulp van vrienden en kinderen het beste van maken en kijken gedurende de rit waar ze uitkomen, wat er bijgesteld moet worden. Wiel is dus aan een heel andere Giro begonnen dan de Giro di Poesia. We zullen hem geregeld uit de wind houden, bidonnetjes met moed en troost aanreiken, en als rechtgeaarde ongelovigen zullen we uiteraard stoppen bij iedere kaarsjesbasiliek.


Inwijding

Vorige week heb ik Maite, mijn kleindochter  voor het eerst op een loopfietsje gezet. Met haar vijftien maanden is ze nog iets te klein om zich al zelfstandig voort te kunnen bewegen, maar ze had wel meteen in de gaten hoe het werkt: met haar nauwelijks op de grond komende voetjes probeerde ze zich af te zetten om vooruit te komen. Zó wordt een vanstreels dus ingewijd!


Welkom

Vanuit België fiets ik Nederland in. Meteen na de grens staat een groot bord met de tekst: 'De Limburgers heten u welkom'. Zou dat voor alle Limburgers en alle bezoekers van Nederland gelden? Als ik de (genuanceerde) cijfers over de vluchtelingenstroom en de daarbij horende problemen hoor, denk ik: dat redden we nooit! Als ik een Syrische moeder van drie kinderen het verhaal van haar vlucht hoor vertellen, denk ik: we moeten die mensen zo vlug mogelijk een veilige en blijvende thuis bieden! Het klopt, voor een oplossing van het vluchtelingenprobleem moet men niet bij mij zijn. Ik ben, zo vrees ik, één van de velen die het niet weten: wat kan en wat kan niet, wat moet en wat moet niet? Intussen voel ik mijn achterband langzaam leeglopen.


Het voornemen

Vanmorgen heb ik besloten me nooit meer te ergeren aan andere weggebruikers. Ook niet als het senioren zijn die, over de volle breedte van het fietspad pedalerend, mijn bel niet (willen) horen. Ook niet als het scholieren zijn die mijn bel wel horen maar geen zin hebben om plaats te maken. Ook niet als het een groep wielertoeristen betreft die me bij het inhalen bijna van de weg duwt. Ook niet als het e-bikers van middelbare leeftijd zijn die me op een helling met een grijns op hun gezicht voorbij rijden. Ook niet als het jongens op scooters zijn die haaientanden negeren en me met grote snelheid de pas afsnijden. Ook niet als het motorrijders zijn die tegen 100 km per uur langs me door razen op wegen waar ze hooguit 50 mogen rijden. Ook niet als het automobilisten zijn die zonder uitkijken vanaf een oprit het fietspad barricaderen. Ook niet als het landbouwers zijn die me op smalle wegen met hun grote tractoren dwingen het modderige gras op te zoeken. Ook niet als het voetgangers zijn die me, buiten de zebrazone en de andere kant op kijkend, plotseling voor de wielen lopen. Ook niet als het wandelaars zijn die druk kwebbelend hun honden niet aan de lijn houden waar dat wel verplicht is. Al deze weggebruikers zal ik, zo nam ik me voor, voortaan tegemoet treden met een vriendelijke groet. Vanmiddag, tijdens een nazomers rondje, heb ik het uitgeprobeerd. Het is in ieder geval behoorlijk rustgevend: geen ergernis, geen (neiging tot) gefoeter of gevloek en in plaats van boze reacties alleen maar verbaasde blikken. En tot driemaal toe een welgemeende sorry. Aan dat alles denkend vergat ik, toen ik bijna thuis was, op een rotonde voorrang te geven aan een jongedame op een snorfiets. Ik durf hier niet herhalen wat ze me naar mijn hoofd slingerde.    



Strela

De liefde voor de fiets, die ik meekreeg van mijn vader, heb ik doorgegeven aan mijn zonen. Niet doelbewust, het gebeurde gewoon. Blijkbaar zagen, hoorden en lazen ze hoeveel plezier ik beleef aan (het afzien op) de fiets. Joost, de oudste, is inmiddels zo gek op stijlvolle wielerkleding dat hij andere fietsers wil laten meegenieten van wat hij (voornamelijk in Italië) tegenkomt op dat gebied. Zijn website, die vandaag werd gelanceerd, kreeg de naam Strela. Mijn vader, zijn opa dus, is er duidelijk op aanwezig. Een foto van hem wordt zelfs verwerkt in het wielershirt dat Joost ontwerpt. Zo gauw ze verkrijgbaar zijn, fiets ik alleen nog in koerstruien van Strela!


Mijn vader in 1943
Mijn zoon in 2015


In tijden van ...

Vanmiddag fietste ik van Maastricht richting Vaals. In Cadier en Keer werd het vrij liggend fietspad versperd door twee auto’s. Een blanke man met een Kerkraads accent probeerde de voertuigen met een stevig touw aan elkaar te koppelen. Twee jonge Marokkanen met lange baarden keken toe. Eén van hen excuseerde zich voor het ongemak: het was hun auto die in panne stond. Ik vroeg of er nog hulp nodig was. Ja dus, of ik samen met één van de Marokkanen de auto met pech wilde duwen als die in gang getrokken werd? Geen probleem, ik parkeerde mijn fiets tegen een boom en hielp met duwen. Het duurde vijftig, zestig, zeventig meter eer de motor aansloeg. Mijn Marokkaanse compaan was vriendelijk en goedlachs. Geen idee waarom ik toch aan jihad- en andere strijders dacht.


Compassie

Het is dit jaar een eeuw geleden dat dr Aloïs Alzheimer overleed. Het 'Alzheimer Centrum Limburg' geeft ter gelegenheid daarvan het boek ‘Compassie’ uit, passie en compassie in de zorg voor de dementerende medemens. Mij was gevraagd een bijdrage te leveren. Ik stuurde een verhaaltje in over Pol, een oud coureur die al jong dementeert maar toch nog iedere zondag door de plaatselijke wielertoeristenclub wordt meegenomen. Want Pol blijft fietsen, ook al woont hij in een Rust- en Verzorgingshuis. Afgelopen zondag werd het boek gepresenteerd. Passie en compassie vielen er in overvloed te bespeuren bij de aanwezige professionals, mantelzorgers en vrijwilligers. Het was vreemd om na een jaar pensioen weer even terug te zijn in het wereldje van de zorg. Een wereldje waar ik nog steeds geen heimwee naar heb …


Giro di Poesia

Al voorzichtig fietsplannen aan het maken voor volgend jaar? Kruis dan zaterdag 4 juni 2016 aan in je agenda. Dan wordt de eerste Giro di Poesia gereden: een knooppuntenrondje van 60 km door het (Nederlandse) Mergelland en (Belgische) Voerstreek. Start en finish liggen bij het Amstel Gold Race Experience in Valkenburg. Op vijf plaatsen staan dichters te wachten om de fietsers de verrassen met (wieler)gedichten. Meer informatie (over de route, de voorleesplaatsen, de dichters, het meefietsen en het aanmelden) lees je hier.


Rondje Ritz 2

De weergoden waren het tweede familierondje beduidend minder goed gezind dan vorig jaar. Toch begaven tien goed, matig en niet getrainde dames en heren, die veel, weinig of geen (bloed)banden hebben met de naamgevers van de tocht, zich onder een koude, grijze hemel op weg voor een rondje van 65 km door het Mergelland. Vooral interessant voor de deelnemers die uit de Randstad, Drenthe en Gelderland kwamen. Want zij keken in meerdere, mindere of geen enkele mate uit naar de Keuten- en de Cauberg.
En wat werd er op Nederlands steilste helling angstaanjagend astmatisch gehijgd door de jongste heer van het stel. En hoe (on)zacht kwam de jongste dame op de Cauberg in aanraking met het asfalt toen de oudste heer pal voor haar zonder adem viel. En hoe fraai en elegant peddelde de moeder van mijn kleindochter met 0,0 km in de benen al die heuveltjes op. En wat te zeggen van de op twee na oudste heer, een Drent die vijf jaar geleden nog bij hoog en bij laag beweerde dat niemand, maar dan ook niemand hem ooit een Limburgse heuvel op zou krijgen: één keer de Cauberg bedwingen was niet genoeg voor hem, hij draaide tot ieders verbazing om op de top en reed weer naar beneden om de klim nog eens over te doen. Of hij er plezier in begon te krijgen, of hij het leuk vond? Nou nee: ‘Het is wel aardig, maar ook echt niet meer dan dat!’ Ooit iemand tegen gekomen die twee achter elkaar de Cauberg op fietst omdat hij het ‘wel aardig’ vindt? Ik wel dus.


A-sociaal

Gezelschappelijk ben ik niet, verre van zelfs. Het liefst toer ik in mijn eentje over ’s Heren wegen. Een wekelijks tochtje met mijn dierbare eega en zo nu en dan een trip met mijn zonen (en hun vrienden): meer gezelschap is voor mij geen noodzakelijkheid. Om de zoveel tijd word ik uitgenodigd voor een gezamenlijk rondje en daar ga ik graag op in, mits er geen verdere verplichtingen aan vast zitten. Omdat het altijd aardige, sympathieke mensen zijn die al fietsend een babbel willen maken, voel ik me schuldig: ben ik echt zo a-sociaal!
Vandaag nam Rom (68) uit Klimmen me mee. Hij is al jaren abonnee op de nieuwsbrief van Fietsvarianten en reageert geregeld. Rom fietst vanaf zijn dertigste, hij was acht jaar actief bij de vrije wielerbond en beklom behoorlijk wat cols in Frankrijk en Italië. Als bestuurslid verzet hij veel werk voor WTC Klimmen, bekend vanwege de organisatie van de toertocht Klimmen-Banneux-Klimmen, tegenwoordig de Nordeifeltour. Rom is begin vorig jaar flink gevallen (ook hij!). Hij beleeft zijn tuimeling nog geregeld.
Voor vandaag had Rom een alternatief rondje uitgezet richting Vaals omdat hij vermoedde dat hij me nieuwe weggetjes kon wijzen. Dat klopte gedeeltelijk: de beklimmingen van de Groenenweg en de prachtige Benedictusberg bijvoorbeeld had ik nog nooit gedaan. Andere mooie weggetjes uit Rom’s route ontdekte ik dit jaar pas, o.m. voor de Tour de Velovino.
Het was een uitermate gezellige tocht waarin bleek dat we over veel zaken hetzelfde denken. Zelfs onze snelheden hoefden we niet aan te passen. Eén ding hebben we niet gemeen: Rom fietst maar liefst drie keer per week met een groepje mee! Ik ga al hyperventileren als ik er aan denk.

Rom

Café Coureur

Je komt ze steeds vaker tegen in steden als Den Haag, Utrecht en Maastricht: de Bike & Coffee Shops waar je naast vintage fietsen en custom made bikes ook stylish cycling clothes en andere spannende fietsbenodigdheden vindt. Een ouderwetse wielertoerist als ik valt in dat soort zaakjes van de ene verbazing in de andere.
Mijn oudste zoon is er verzot op, met name vanwege de vaak prachtige wielertenues. Als hij in Italië is, gaat hij in dorpen en steden op zoek naar fietsenmakers die hun eigen outfits op heel beperkte schaal laten ontwerpen en produceren. Mooi vormgegeven wielerkleding waar je in Nederland en België niemand mee ziet fietsen, behalve Joost dan. Binnenkort gaat hij iedereen de weg wijzen via een eigen website, en uiteraard komt hij ook met een eigen lijn op de markt!
In het kader van zijn zoektocht vertelde hij me laatst dat hij in oktober naar Kortessem gaat, daar schijnt een Bike & Coffee Shop te zijn waar ze niet alleen koffie maar ook bier schenken. Café Coureur, zo heet het en wat doen ze: ‘We bring you things to wear on your bike. Just to look good because we believe that you ride better when you look better.’ Ik wist niet wat ik hoorde. Kortessem ligt hooguit 10 km van Godsheide, mijn geboortedorp. In mijn herinnering is het een boerengat dat in het dialect ook nog ‘ns ‘Kotshoven’ wordt genoemd. Maar goed, ik ben dan ook weg uit de streek sinds 1970.
Toen Ivo, die nog altijd (zo goed als) in Godsheide woont, me onlangs belde in verband met onze jaarlijkse fietstocht, heb ik hem gezegd dat ik graag langs Café Coureur wilde.
En alzo geschiedde vandaag. Ivo was even gecharmeerd van de kroeg als ik. Bart Gregoor, de eigenaar, noemt zichzelf op zijn visitekaartje een véloromantiseur, en die benaming dekt volledig de lading: alles in zijn café ademt passie, of het nu gaat om de biersoorten (Kwaremont), het koekje bij de koffie (Madeleineke), het décor of de te koop aangeboden wielerkleding. Uiteraard heb ik van de gelegenheid gebruikt gemaakt om de wielerpoëzie te promoten: naast alle andere lectuur en literatuur liggen er nu ook dichtbundeltjes op de tafeltjes.
Het wordt tijd, denk ik, om een Rondje Café Coureur vanuit Maastricht te fabriceren!

Ivo (l) en Bart