Vandaag voor het eerst in mijn leven naar een cyclocross geweest. De Wereldbekerwedstrijd in Valkenburg werd gereden op en rond de Cauberg. Mijn dierbare echtgenote wilde een keer de sfeer proeven. Als je geregeld c.q. vaak mee naar de VRT kijkt, krijg je vanzelf een grote portie veldrijden te verwerken. Is het geen rechtstreekse reportage op zondagmiddag, dan is het wel een praatprogramma waar een coryfee als Niels Albert of Sven Nijs te gast is. Het was de moeite waard. De clichés over braadworstgeuren, biertapkramen, Frans Bauerpolonaises en fanatieke supporters die de god van modderige ondergronden danken dat het veldritseizoen begonnen is: ze klopten allemaal. Daarnaast was er ook topsport te zien. Afgetrainde dames en heren die sneller dan wij op een gewone weg over een bochtig en bijwijlen glibberig parcours rijden waarbij ze een paar keer van de fiets moeten om een steile helling c.q. dertig trappen op te rennen. Die trappen lopen ze ook na een uur wedstrijd sneller met een fiets op hun rug omhoog dan een vlotte wandelaar met veel haast. Tijdens ons warmhoudrondje zagen we in een uithoek van het parcours, op een plek waar nauwelijks toeschouwers stonden, hoe de eerder genoemde Sven Nijs en Niels Albert broederlijk naast elkaar de renners van hun concurrerende ploegen aanmoedigden. Wat ze tussendoor druk gesticulerend bespraken, kon ik jammer genoeg niet verstaan.
De geschiedenis van de literatuur in Limburg
Onlangs verscheen Geschiedenis van de literatuur in Limburg. Ik citeer uit de tekst op de achterflap: 'Geschiedenis van de literatuur in Limburg' biedt voor het eerst een uitgebreid overzicht van bijna duizend jaar Limburgse letteren. Het literaire landschap van Limburg is veeltalig (behalve Nederlands en Latijn ook veel Frans en streektaal) en zeer gevarieerd. Niet alleen geboren en getogen Limburgers, zoals Erycius Puteanus, Pascal Delruelle, Frans Erens, Pierre Kemp en Pé Hawinkels, krijgen volop aandacht. Er wordt ook stilgestaan bij werken met Limburg als locatie of thema. Door dit brede, grensoverschrijdende perspectief is 'Geschiedenis van de literatuur in Limburg' een veelkleurig overzichtswerk, dat zich niet beperkt tot proza en poëzie, maar ook ruimte biedt aan journalistiek werk van bijvoorbeeld Jozef Thissen en Willem K. Coumans en (lied)teksten van Toon Hermans, Gé Reinders en Jack Poels (Rowwen Hèze).
In dit prachtig uitgegeven boek, 756 pagina's dik, is ook een klein plekje voor mij ingeruimd. De (korte) bijdrage handelt voornamelijk over mijn poëzie over 'dood, eenzaamheid en verval'. Er wordt wel geëindigd met mijn wielerpoëzie: 'Een categorie apart zijn de gedichten over fietsen en wielrennen; daarmee schaart hij zich naast schrijvers als Jean Nelissen en Peter Winnen.' Mooi gezelschap, toch!
In dit prachtig uitgegeven boek, 756 pagina's dik, is ook een klein plekje voor mij ingeruimd. De (korte) bijdrage handelt voornamelijk over mijn poëzie over 'dood, eenzaamheid en verval'. Er wordt wel geëindigd met mijn wielerpoëzie: 'Een categorie apart zijn de gedichten over fietsen en wielrennen; daarmee schaart hij zich naast schrijvers als Jean Nelissen en Peter Winnen.' Mooi gezelschap, toch!
Geluk
Vandaag vanuit Maastricht het derde
Rondje Ritz gefietst, een familietoertocht waarbij iedere deelnemer
'iets' moet hebben met één van de tien Ritz-jes. Je kunt een zoon zijn, een schoondochter of een
echtgenoot (zoals ik), maar de vader of de broer van de
partner van de-zoon-van mag evengoed mee. En waar ze allemaal
vandaan komen: uit Beilen, Utrecht, Amsterdam, Nijmegen, Oirschot en
Haanrade. Gezellig was het andermaal. Ondanks de slechte
weersvoorspellingen hielden we het droog, meer nog, naarmate de tocht
vorderde scheen het zonnetje steeds weldadiger. Wat mij het meest
verbaast: dat schoondochters en nichten met weinig of geen fietservaring op
een racefiets met klikpedalen stappen, meteen in de gaten hebben hoe
en waar ze moeten schakelen en vervolgens met elkaar keuvelend alle
voorgeschotelde hellingen oppeddelen. De een zei tot voor kort dat we
niet moesten denken dat ze ooit zou fietsen, de ander jubelt dat ze
vandaag een nieuwe hobby heeft gevonden. Ach, waar een mens (als ik) al niet
gelukkig van wordt!
Aardappeljacht
Als je in Maastricht woont en in de
omgeving gaat fietsen, verzeil je geregeld in een toertocht. Zo ook
gisteren. De route van de Mh2d opfietsend pikte ik aan bij een
groepje dat iets boven mijn gemiddelde snelheid reed. Uit de wind
zittend kostte het me echter geen moeite om te volgen. Toen we
ingehaald werden door een nog snellere groep maakte mijn groepje geen
aanstalten om aan te haken. Ik probeerde er even later wel naar toe
te rijden. Tevergeefs, want na een kasseienstrook en enkele haakse
bochten eindigde mijn oversteek in een heuse chasse patate. Na een
tijdje behoorlijk in het rood gefietst te hebben, dreigde ik
bovendien ingehaald te worden door mijn eerste groepje. Hoe kon ik mezelf
die vernedering besparen? Heel simpel, door de Mh2d-route zo vlug
mogelijk te verlaten!
Een poëtische Trofeo Baracchi
Goed nieuws voor de wielerpoëzie: vorig jaar haalde Robin Porrez aan de Universiteit van Gent zijn Master in de taal en letterkunde met een scriptie, die als titel meekreeg: Een poëtische Trofeo Baracchi (wielrennen als thema in de Nederlandse poëzie). Promotor was Yves T'Sjoen. Uiteraard heb ik de 107 pagina's dikke scriptie als de wiedeweerga toegevoegd aan de Geschiedenis van de wielerpoëzie. De scriptie is hier te lezen. Ik vermoed dat ze vanavond nog wel een paar keer gedownload wordt.
Abonneren op:
Posts (Atom)