Lekker uit de wind

Gisteren voor het eerst dit jaar gaan fietsen met Dré. Sinds vorig jaar heeft hij een nieuwe eigentijdse racefiets, een Trek. Dré kan naar eigen zeggen niet langzaam een helling op fietsen: om niet stil te vallen moet hij stevig doortrekken. Voor een steile kuitenbijter als de Doodeman gebruikt hij niet eens zijn kleinste versnelling (34 x 24). Bij de tweede klim van de dag al deed ik geen moeite meer hem te volgen. Zo hard als hij bergop fietst, zo gemoedelijk pedaleert hij op het vlakke. Op het tweebaans fietspad van Margraten naar De Planck reed hij voor me. Dré geneerde zich er niet voor om een eindje lekker uit de wind te gaan zitten achter een snelle en charmante jongedame op een e-bike. Ik had alle tijd om al fietsend een foto te maken van het schouwspel.

Vijfde Rondje Ritz

Het Rondje Ritz wordt dit jaar vanuit Haanrade gereden. Veerle en Joey, behorend tot de generatie van de kleinkinderen van de naamgevers, hebben er een echte Drielandentocht van gemaakt. Via Duitsland gaat het naar België en van daar weer terug naar Nederland. Een rondje van 70 km met circa 1000 hoogtemeters. Dat er gezweet zal worden staat vast. Met zeven heren en twee dames begeven we ons op weg. Op de klim naar het Drielandenpunt spat het peloton uit elkaar. Er wordt gezucht en gekreund. Het klimmen richting Sippenaeken en Teuven is voor enkelen extra benauwend vanwege het warme weer. Anderen leggen er bergop duchtig de pees op. Op iedere top wordt er netjes gewacht. De enige die de weg kwijt raakt is Jacques, de bestuurder van de bezemwagen. Na de appeltaartpauze wachten de Loorberg en de Camerig, waar Jacques mooie foto's maakt. Op de Wittemerberg en de Mingersberg worden de verschillen nog wat groter, maar het toetje (de steile Jeeteberg) en het eind zijn in zicht. Eerst wordt het graf van de (groot)ouders Ritz in Terwinselen bezocht, later het voormalig (groot)ouderlijk huis. Opvallend in deze editie: de behoefte van de kleinkinderen om hun grootouders te gedenken en herinneringen op te halen!


Hekel

Naar aanleiding van mijn vorig stukje (Fietsen of rijden?) kreeg ik verschillende mailtjes met de vraag of ik een hekel heb aan berijders van elektrische fietsen. Zeker niet, hoewel, ik voel weinig sympathie voor (relatief) jonge mensen op een elektrische fiets die (zo nodig & hinderlijk) een stukje willen koersen met wielertoeristen. Voor het overige, zie volgende senryu's:

Deemoedig opzij
voor een elektrisch geladen
seniorenbond

of

Oud en slechthorend
fietsen ze breed voor je uit -
wees hen genadig




Fietsen of rijden?

Vanavond hoorde ik op het nieuws dat het vandaag Wereld Fietsdag is, de eerste, uitgeroepen door de Verenigde Naties. Met als doel het fietsen te bevorderen en extra aandacht te schenken aan de fiets en alles wat daarmee te maken heeft. Dat verklaart wellicht waarom ik in het Mergelland verschillende uiteenlopende fietsactiviteiten zag. Op de Cauberg werd ik, gespecialiseerd in langzaam bergop fietsen, gepasseerd door een groepje veertigers op uiterst gesofisticeerde e-bikes. De dames en heren vlogen me met een grote yuppie-smile voorbij. Ik vroeg me af of zij thuis en/of op het werk gaan vertellen dat ze de Cauberg zijn op gefietst! Volgens van Dale is een fiets een tweewielig voertuig dat wordt voortbewogen door op pedalen te trappen. Bij een elektrische fiets wordt  een deel van de voor het trappen benodigde energie geleverd door een of meer accu's. Fietsen wordt omschreven als: zich op een fiets voortbewegen. Wordt het tijd dat we ophouden met zich op een elektrische fiets voortbewegen fietsen te noemen? Je fietst niet op een e-bike, je rijdt ermee of erop, net zoals je met een solex, vespa, brommer, scooter of motor(fiets) rijdt. Toch? Of heb ik het mis?


Imposant

Pas terug van een rondreis in Polen. Het was voor het eerst dat mijn eega en ik ons waagden aan een bustour met voornamelijk senioren. We bezochten verrassend mooie stadjes en steden (zoals Wroklaw, Krakau, Warschau, Frombork, Torun, Wadowice, Sandomierz) en kregen rondleidingen op de Leninwerf (in Gdansk) en het Egblagskikanaal, in een zoutmijn (Wieliczka), het Copernicus Museum en in (het stil, héél stil makend) Auschwitz/Birkenau. Bevlogen gidsen vertelden ons over de navrante geschiedenis van hun volk. Ook hun zorgen over de huidige politieke situatie kwam aan bod. De razendsnelle ontwikkeling die het land doormaakt is niet terug te vinden in de beleving van het katholieke geloof. In veel kerken waande ik me in mijn kinderjaren, de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Enig nostalgisch genoegen kon en wilde ik niet onderdrukken. De hotels die op hun websites fitnessruimte dan wel fietsverhuur beloven, bleven danig in gebreke. Tot verdriet van de wielertoerist die in volle voorbereiding is op de Dolomieten:

Bustour door Polen -
imposant maar geen zegen
voor rug en benen



Fietsstroken

De afgelopen jaren werden tal van wegen in het Mergelland opnieuw ingericht. De fietser vaart er wel bij. Daarom is het opmerkelijk dat er bij de recente werkzaamheden aan de Bronckweg (van Gronsveld naar Cadier en Keer) geen rekening is gehouden met fietsers. Ondanks het feit dat die weg onderdeel is van twee bordjesroutes (lus 3 Amstel Gold Race / verbinding tussen de knooppunten 5 en 66 in het fietsroutenetwerk). Dat er geen vrijliggend fietspad kon aangelegd worden, is begrijpelijk. Maar dat er zelfs geen (rode) fietsstrook is voorzien, doet de wenkbrauwen fronsen. Vanmiddag peddelde ik met mijn eega over de niet al te brede weg. We zagen menig fietser schrikken van de voorbij razende auto's. Zeker in de flauwe bochten waar sommige bestuurders op de rem moesten gaan staan omdat ze de tegenliggers niet zagen aankomen. Mijn dierbare echtgenote krijg ik hier in ieder geval niet meer mee naartoe!


In vervoering

Het is al weer zes jaar geleden dat ik steile Houtepen-heuveltjes opzocht. Ik haast me met tegenwind richting Visé en Argenteau waar ik de Sarolay te snel omhoog probeer te fietsen. Op de eerste vijfhonderd meter van la Vielle Voie (14 en 15%) in Cheratte heb ik nog steeds niet in de gaten waarom het me ooit gelukt is op één dag 50 van die hellingen op te peddelen. Zover ben ik gelukkig wel in Wandre, aan de voet van de Rue Tesny: op de 34 x 32 zo langzaam mogelijk naar boven! Dat was dus de manier. En die truc helpt me ook met redelijk gemak de Côte de la Xavée en de Bois la Dame (Wandre) op. Voor vandaag is het genoeg geweest. De lettergrepen van mijn senryu over de Rue Tesny tellend, twijfel ik over het laatste woord:

Steil en roemruchtig –
zo'n muur waarop ik mijn ziel
in vervoering klim

Moet het klim of klom zijn? Raakte mijn ziel vandaag echt in vervoering of is dat verleden tijd?


Bloesem

Vandaag naar m'n zus in Heusden-Zolder gefietst. Via mijn geboortedorp Godsheide. Het boerendorp van mijn jeugd is langzaam maar zeker een villawijk van het chique Hasselt aan 't worden. Meteen ook even naar het graf van mijn ouders geweest. Ze hebben een mooi plekje: aan de rand van het kerkhof, tussen heel veel groen. Langs het Albertkanaal kwam ik op de F5 terecht, een onderdeel van het nieuwe fietsostrade-netwerk in Vlaanderen. Indrukwekkend: het wordt voor de fietser steeds aangenamer en makkelijker gemaakt. Dat is iets moeilijker in Haspengouw. Vanuit Heusden-Zolder maakte ik een ommetje door dat glooiend gebied. In de regel zie je weinig fietsers op de smalle betonbanen van het fietsroutenetwerk. Vanmiddag echter waagden velen zich elektrisch ondersteund aan de hellingen en dat heeft uiteraard alles te maken met de bloesemende boomgaarden. Terug thuis had ik 125 km op mijn teller staan. Je bent gepensioneerd en je wil wat, op een  hoogzomerse vrijdag in april!


Rondje steil

Morgen worden de wegen van mijn thuisland weer bezet door 17.000 Amstel Gold Race-toerfietsers. Mijn dierbare echtgenote en ik wijken derhalve uit naar mijn vaderland voor een tochtje door de Kempen. Om toch wat Amstel-sfeer te proeven en als voorbereiding op de Fedaia fietste ik vanmiddag een rondje van 64 km waarin ik de steilste hellingen (Keutenberg, Gulpenerberg, Kruisberg en Eyserbos) van twee kanten moest beklimmen. Hoe het ging? Dank zij mijn nieuwe 11-speed cassette kon ik op de steilste stukken met een 34 x 32 naar boven. En dat deed ik zonder me te generen. Heerlijk, zo'n kinderverzet!


De bleke bergen

Ik mag dit jaar weer met een aantal heren mee. Een lang weekend fietsen in de Dolomieten, het land van de monti pallidi oftewel de bleke bergen. Standplaats wordt Arabba, waar we in een fietsershotel logeren. We kunnen kiezen uit een aantal tochten. Daar zit uiteraard de beroemde Sellaronda bij, een rondje van 55 km over de Pordoi, de Sella, de Gardena en Campolongo. Een ommetje van 65 km brengt ons (hopelijk) over de Fedaia (met zijn 5 lamlendig steile slotkilometers). Bij genoeg adem kan er onderweg genoten worden van de bijzonder mooie uitzichten op het Marmolada-gebergte. Uiteraard mag een bezoek aan de Giau niet ontbreken. In dat rondje van 85 km moeten ook de Falzarego en de Campolongo beklommen worden. Verder zijn er nog een aantal varianten mogelijk. Voor mij wordt het een weerzien met het gebied. Hopelijk een prettig weerzien, want op de Giau ben ik ooit duizend doden gestorven:

Hij lonkt weer - de col
waar ik (een klim lang) de eed
van nooit meer zwoer





Hoesberg

Al bijna een halve eeuw fiets ik geregeld vanuit Slenaken via Noorbeek en Mheer richting St Geetruid en Maastricht. Daarbij moet ik over drie kuitenbijters die, al naargelang de kilometers die ik die dag in de benen heb, behoorlijk pijn kunnen doen. Het begint met de Piemert in Slenaken. Noorbeek uitfietsend wacht het Mheerelindje (ook wel Grensheuvel genoemd) en van daaruit gaat het in dalende lijn, de Noorbeekerweg af, naar de voet van de Dorpsstraat in Mheer. Vorige week zaterdag werd de Volta Classic gefietst. Op de website van de organisatie las ik dat de renners in de finale van Noorbeek naar Mheer moesten: Mheerelindje op, Noorbeekerweg af en dan niet de Dorpsstraat maar de Hoesberg op. De Hoesberg? Nooit van gehoord. Waarom wordt de Dorpsstraat opeens Hoesberg genoemd? In alle overzichten van hellingen (buitenlands of binnenlands), in alle routetbeschrijvingen (van toertochten en wielerwedstrijden) heeft men het over de Dorpsstraat. Internet raadplegend kom ik er na héél lang zoeken achter dat de klim van de Dorpsstraat door de inwoners van Mheer de Hoesberg wordt genoemd. Hoes is dialect en verwijst naar huis, meer bepaald naar het stenen huis, het kasteel op de top. Wat mij betreft mag de naam overgenomen worden, voortaan fiets ik niet meer de Dorpsstraat maar de Hoesberg op! Over de uitspraak zullen de meningen ongetwijfeld verschillen: gebruik je een langgerekte dialect-oe of gewoon een korte, zoals in platenhoes (of Johnny Hoes)?


In de etalage

Wielertoeristen die door de Maastrichtse Hondstraat lopen doen er goed aan even te stoppen bij de Vintage de Luxe Shop. In de etalage hangt een zeefdruk die als titel meekreeg: No more heroes - Lance Armstrong. Hij is gemaakt door Plastic Jesus, een straatkunstenaar uit Los Angeles. Uit de oplage van 20 stuks zijn er twee verkrijgbaar is deze shop. Kostprijs: €840, per stuk.

Lance in het geel
op een Trek met bloedinfuus –
gezeefdrukt verdriet