Door de vaak verzengende hitte - in het dal steeg het kwik dagelijks tot bijna 40 graden Celsius - was het moeilijk in te schatten hoe het lichaam zou reageren. Ik ging bezemwagendood op de Ornon, maar fietste een dag later (bijna) fluitend de Glandon op. Hoe vaak heb ik de mannen 's morgens vloekend van de pijn in de poten de trap af horen komen? Een uur later trokken ze sprintjes op een col. Er werd overigens goed gepresteerd door de 'groep uit Maastricht'. Roel, die veel last van de warmte had, deed desondanks waar hij voor gekomen was: in minder dan een uur de Alpe d'Huez opraggen. Marieke was de revelatie, ze oogstte alom lof voor haar prestaties. Jorn (‘volgende week ga ik weer lekker voetballen’) klom ondanks zijn geringe fietservaring op elke col met de allerbesten mee. Gijs hield zich in de luwte van de subtop, rustig malend, nergens in de problemen komend. Ook Joost had last van de warmte. En, hij bewaart het grote afzien liever voor op het voetbalveld. De energie de hij spaarde, spendeerde hij aan het op gang houden van de groeps- en toepsfeer. De stunts van Henri waren opzienbarend. Met amper 400 km in de benen, op een overjarige fiets, met een 42x25 als kleinste versnelling, met sportschoenen zonder plaatjes op Look-pedalen, hijgde hij zich overal naar boven. Helemaal populair werd hij toen hij er een gewoonte van maakte de laatste tientallen meters van een col luid gillend of zingend (‘ik voel me kei- en keigoed’) af te leggen.
Voor mij was het een week met meerdere lagen: wat kun je als vader meer wensen dan een avondje doorpraten c.q doordrinken met de ene en rustig keuvelend een col opfietsen met de andere zoon?

Zie ook: Groene Alpen en De Alpe d'Huez op met mijn vrouw
Zie ook: Bezemwagendood