Voor het eerst

Heuvels en cols zijn er om (zonder tussenstops) omhoog te fietsen. Tot gisteren is me dat vier keer niet gelukt. In 2003 kreeg ik op de Col d'Ornon een dusdanige inzinking dat ik niet meer verder kon. Het was bloedheet en ik had al enkele beklimmingen in de benen. Ik werd opgehaald door een bezemwagen. Een dag later reed ik fluitend de Glandon op. Zo gaat dat. Drie keer moest ik van de fiets op hellingen met stukken boven de 25% (San Genesio Edelweiss, Hohe Acht en Montée du Herrenberg). Eén van de rijmpjes die het goed doen als ik moet voorlezen tijdens een wieleravond gaat als volgt:

Wat deed Miel V
op de Redoute

hij stapte af
en ging te voet

In werkelijkheid ben ik de Redoute al verschillende keren opgefietst en nooit afgestapt. Het oorspronkelijk versje gaat over Albin O, een collega, die er wel van de fiets moest. Hij was zo verguld met het rijmpje dat hij teleurgesteld reageerde toen ik het enkele jaren later bijstelde (vanwege de zelfspot & ironie)!
Gisteren dus. Ik fietste na de Loorberg richting Landsrade en Gulpen toen ik tijdens het schakelen iets voelde knappen: de kabel van mijn derailleur! Ik was verplicht om met de 34x11 (of 50x11) naar huis te fietsen. Daar kom ik geen heuvel mee op, en ik moest er minstens één omhoog. Ik koos voor de kortste pijn: de Piemert, 800 meter lang met 400 meter aan 10%. En daar liep ik dan: voor het eerst in mijn leven met een een racefiets in de hand een Limburgse heuvel op! Ik vergat zelfs een foto te maken. Maar zoals zo vaak is de H.Maagd me genadig: ik mijn archief zit uiteraard een foto van de kapel aan de voet van de klim!