Als we op onze Utrechtse kleindochters passen, willen Maite (7) en Suze (5) geregeld een rondje fietsen met opa Miel. Met hen samen op pad gaan vergt nog wat oefening, met ieder apart is geen probleem. Gisteren wilde Suze op haar fietsje tijdens het spitsuur over drukke wegen naar opa Jan. Omdat ik de weg naar het Wilhelminapark niet precies meer wist, sprak ik een jonge vrouw aan die haar bezorgde gevoelens niet verborg: ‘Toch niet met dat kind op zo’n gevaarlijke weg!’ Suze wilde per se verder en laveerde op de stukken zonder fietspad behendig langs de auto’s. Opa Jan was helaas niet thuis. Op de terugweg wist de voor me fietsende Suze waar we moesten oversteken en voor ik het in de gaten had stonden we halverwege de vierbaansweg tussen optrekkende auto’s te wachten tot we ook groen licht kregen voor het tweede gedeelte. Op mijn opmerking dat we wel erg vlug overstaken, reageerde Suze laconiek: ‘Het was toch groen opa!’ Eerder die middag nam Maite me op sleeptouw. Ze wilde een tekening afgeven bij een vriendinnetje en loodste me door straten waar ik nog nooit was geweest. Daarna wilde ze naar het kerkhof, naar het graf van haar onlangs overleden oma Ineke. Toen we de ingang van Begraafplaats Soestbergen passeerden, was ik ervan overtuigd dat we daar moesten zijn. Tussen de graven lopend, bezwoer Maite me: ‘Opa! Hier ben ik echt nog nooit geweest! Geloof me nou toch!’ Het graf van oma Ineke vonden we dus niet. Naar huis fietsend kwamen we een eindje verderop langs Begraafplaats Kovelswade. ’Hier moeten we zijn,’ gilde Maite. En inderdaad, ze liep zo naar het graf van haar oma. En ze wist waar je een gieter kunt pakken en vullen met water om de bloemen op het graf te besproeien. Toen we het kerkhof verlieten, stelde Maite vol trots vast dat dit ons eerste fietstochtje was waar zij mij de weg moest wijzen. Dat er nog veel van die tochtjes mogen volgen!
Col du Vam
Het afgelopen weekend in Assen geweest. Mijn eega wilde graag naar de indrukwekkende tentoonstelling rondom Frida Kahlo (1907-1954). Wat me daar het meest van zal bijblijven is de schets die de Mexicaanse schilderes kort voor haar dood maakte. Ze voegde er de tekst bij: ‘Ik hoop dat het vertrek vreugdevol is en ik hoop nooit meer terug te keren.’ Wie Assen bezoekt moet uiteraard ook de Vamberg op, de tot fietswalhalla omgetoverde afvalberg. Je kunt de 4800 centimeter hoge Col du Vam van drie kanten beklimmen. Langer dan 500 meter zijn de steile klimmetjes niet, één ervan eindigt met een korte kasseistrook aan 15%. Dus huurden mijn teerbeminde echtgenote en ik twee fietsen en we togen onder een niet voorspeld heerlijk lentezonnetje richting Wijster. Tijdens de klim had ik het gevoel dat ik een zware doodzonde beging, want ik fietste niet op een mountain- of citybike, en ook niet op een stads- of racefiets, nee, ik beklom de Col du Vam fluitend, met een belachelijk gemak, op een elektrische damesfiets! Je leest het goed, op een elektrische damesfiets! En dat deed ik met geschoren benen, ook dat nog!
Steampunk
Ik heb drie broers. Van ons vieren ben ik de enige met twee linkse handen. Linkser kan haast niet. Mijn oudste broer kon op zijn twaalfde al een fiets volledig demonteren en weer feilloos in elkaar zetten. Mijn op een na jongste broer is net zo handig en ontwikkelde zich op latere leeftijd tot een verdienstelijk fotograaf. Mijn jongste broer is kunstzinnig handig. Hij woont al een hele tijd in Frankrijk en struint daar alle brocantes af op zoek naar materialen die hij kan gebruiken voor zijn steampunk-lampen. Wat steampunk precies is, vind ik moeilijk uit te leggen. Volgens wikipedia is het 'een subgenre van fantasie of speculatieve fictie'. Zijn laatste creatie is een lamp gemaakt van iets dat op de koplamp van een oude (motor)fiets lijkt en onderdelen van een ouderwetse boor. Je moet het zien (op onderstaande foto) om enig idee te krijgen. Ben ik jaloers op de handigheid van mijn broers, beklaag ik me om de genen die ik niet meekreeg? Eigenlijk niet, nee. Wie mijn onhandigheid niet als een geldig excuus zag en mij toch tot actie aanspoorde, had daar, bij het zien van het resultaat, doorgaans meteen spijt van.
Bauke & Veronique
Het peloton wielerdichters bestaat voor het overgrote deel uit witte mannen die de zestig al (lang) gepasseerd zijn: 'wat ze ook zeggen / hoe ze ook schrijven / ze zweten heimwee / uit elke porie.' Veel fouter kun je anno 2022 niet zijn! Gelukkig koersen sinds kort vanuit Utrecht en Zwolle twee aanzienlijk jongere dames door de wielerpoëzie. Hun ervaringen op de fiets plaatsen ze op hun website en op instagram. De gedichten worden ook afgedrukt op kaartjes en die liggen in menig fiets- en wielercafé. In het laatste nummer van Bicyling komen de dames uitgebreid aan het woord. Het interview is hier te lezen. Op hun website 'Wielerpoëzie' bieden Bauke Vermaas en Veronique Rap, want zo heten ze, geregeld ruimte aan gasten. Vandaag werd mijn Urnschrift geplaatst. Wie het leest zal begrijpen dat ik hoop dat het pas over pakweg twintig jaar van toepassing wordt!
Dromen
De winter is doorgaans een periode om fietsreizen c.q. -tochten te plannen, om routes uit te zetten en te dromen over wat komen gaat. Niet alleen Covid maar ook het ouder worden en een hardnekkige, moeilijk behandelbare enkelblessure hebben die dromen op een lager pitje gezet. Grote uitdagingen behoren, zo vrees ik, tot het verleden. Het antwoord op de vraag of dat erg is ligt besloten in een uitspraak (van een fietser) die ik onlangs tegenkwam op internet: 'The goal is to die with memories not dreams.' Het doel is om te sterven met herinneringen, niet met dromen. Tja, en dan kan ik mezelf alleen maar gelukkig prijzen. Alles waar ik op fietsgebied (vaak als kind al) van droomde heb ik mogen / kunnen omzetten in herinneringen: uitdagende tochten maken, gerenommeerde cols beklimmen, stukken parcours (finales) van grote wielerwedstrijden fietsen, door prachtige streken pedaleren. De dromen spelen zich nu dicht bij huis af: blij zijn als het weer voorjaar wordt, me verheugen op het fietsen van mijn eigen rondjes (van circa 75 km) in Mergelland, Voerstreek, Kempen en Haspengouw. En hopen dat er weer peddelfietsvakanties met mijn lief in het verschiet liggen!
Vrijheid van meningsuiting
Vorig jaar scheef ik een reeks baiku's die als titel meekreeg 'Een gezegende tocht, fietsen langs wegkruisen en kapelletjes'. Ik plaatste ze op verschillende Nederlandstalige facebookpagina's. Niemand die er aanstoot aan nam, integendeel zelfs. Toen ik ze in een Engelse vertaling 'de wereld in' stuurde bleken meerdere mensen de ironie niet te kunnen waarderen. Vanuit alle continenten werd er geprotesteerd tegen de wijze waarop de naam van de Heer werd gebruikt. Fervente fietsliefhebbers dreigden hun fietsfacebookgroep te verlaten als er weer zulke berichten geplaatst werden. Wat moest ik doen? Mijn 'recht op vrijheid van meningsuiting' opeisen of rekening houden met de christelijke gevoeligheid van mensen die net als ik fietsen als passie hebben? Ik koos voor het laatste, al ben ik wel van plan om na te gaan of mijn gesprekken met de H.Maagd Maria evenveel wrevel oproepen:
wat de Maagd Maria
me geregeld vraagt - zit je
alweer op de fiets
me geregeld vraagt - zit je
alweer op de fiets
Over het scheren van benen
Enkele jaren geleden schreef ik het rijmpje: wie gesoigneerd / wil pedaleren // moet hoe dan ook / zijn benen scheren. Het was uiteraard ironisch bedoeld. Als wielertoerist heb je eigenlijk geen andere reden om je benen te scheren dan een esthetische (ijdelheid). Its just fashion schreef de Oostenrijker James Winterborn als reactie op bovenstaand (in het Engels vertaald) rijmpje, dat ik plaatste op de facebookpagina Solitary cycling. Er werd urenlang geliket en commentaar geleverd, want de meningen over het wel of niet scheren van benen door wielertoeristen zijn wereldwijd verdeeld. Dat beroepsrenners hun benen scheren om sneller te kunnen fietsen, om eventuele wonden (t.g.v. valpartijen) beter te kunnen verzorgen en ontstekingen bij het masseren te voorkomen, vindt iedereen logisch. Maar wielertoeristen! Vrouwen ja, maar mannen! En mountainbikers al helemaal niet! Men ging vrolijk met elkaar in discussie en sommige dames gooiden olie op het vuur. 'Clean shaved legs are just sexy,' aldus de Zuid-Afrikaanse Retha Rousseau. Een mooie quote kwam van Wainwright Jackson uit Washington D.C: 'No hair more speed!' En Mark Thompson uit Auckland liet weten dat hij weliswaar zijn benen niet scheert maar wel zijn snor waxt! Harige baardmannen zoals de Tsjech Peter Brandenberger claimen trots de titel 'least groomed cyclist'. Rest de vraag: scheer ik zelf mijn benen? Glad scheer ik ze niet, maar in de kortebroekmaanden ga ik er wel geregeld met mijn baardtrimmer in de laagste stand overheen. Kwestie van fatsoeneren. Omdat ik het mooi vind, en het lekker voelt!
Nieuw magazine
Het lijkt wel of er steeds meer tijdschriften / magazines verschijnen die zich richten op wieler- en fietstoerisme. Blijkbaar is er grote behoefte aan. Nieuwste aanwinst is 'Fietsen is leuk', een product van de beheerders van de gelijknamige facebookpagina. Opmerkelijk is dat dit kwartaalblad gratis is. Je hoeft je maar aan te melden om het vier keer per jaar in je mailbox te vinden. En dan kom je ook mij tegen! In de rubriek 'Als ziel en benen elkaar vinden' stel ik telkens een wielerdichter en een van zijn verzen voor. En waarmee kun je beter openen dan met een vers dat als titel 'Wielergedicht' meekreeg. Geschreven door Patrick Cornillie. Aanmelden dus, eerst lezen kan ook!
Discussie
The Villages in het Amerikaanse Florida is de plaats waar het meest aantal 55 +'ers wonen. In zeer comfortabele omstandigheden als je beelden op internet ziet. Vandaag was ik oorzaak van een discussie tussen twee inwoners van de The Villages. Op de facebookpagina van 'Cycling over sixty' plaatste ik volgende (in het Engels vertaalde) 'baiku':
zijn ebikersval
op het heupbrekend asfalt -
brozebottenpijn
Sue Hersman: 'Ik woon in The Villages, de grootste 55+ stad ter wereld. Overal zie je e-bikers, het is beangstigend, echt waar. Veel van deze oudere fietsers missen de vaardigheden en overschatten hun mogelijkheden! Er gebeuren hier dan ook veel ongelukken met e-bikers.'
John Kavanaugh reageert: 'Dat is grappig, Sue ... omdat ik in de buurt van The Villages woon. Ik zie niet wat jij beschrijft. Als de omstandigheden dat vragen zie ik e-bikers langzamer en voorzichtiger rijden. Het idee dat e-bikers gevaarlijk zijn is elitair.'
Sue Hersman denkt er duidelijk anders over: 'Ik zie ze hier zonder helm en op hun slippers tegen hoge snelheid met hun e-bikes rijden. Dat is niet elitair denken maar feiten benoemen.'
Celeste Burr is het met haar eens. Ze maakte enkele jaren geleden een georganiseerde fietsreis. Twee leden van de groep waren bejaarde dames die veel moeite hadden met op- en afstappen: 'It was worrisome!'
Celeste Burr is het met haar eens. Ze maakte enkele jaren geleden een georganiseerde fietsreis. Twee leden van de groep waren bejaarde dames die veel moeite hadden met op- en afstappen: 'It was worrisome!'
En zo gaat het nog even over en weer. John blijft het echter opnemen voor e-bikers. Op zijn talloze tochten heeft hij slechts één ongeval met een e-biker gezien en dat werd veroorzaakt door iemand op ... een racefets. Hij beschrijft ook hoeveel vreugde een Vietnamveteraan (20 keer geopereerd om het metaal uit zijn lichaam te verwijderen) en een vrouw met artritis beleven aan hun e-bike: 'I can not tell them to get off the trail!'
En dat allemaal in en rond The Villages!
God's wegen
Een tijdje terug werd ik er vanuit Estland op geattendeerd dat ik geen cyklu's maar baiku's (bicycle haiku's) schrijf. Bij deze dus. Afgelopen zomer wijdde ik zo'n baiku aan het wegdek tussen Bocholzerheide en Oirsbach:
miljaar – God's wegen
zijn soms ondoorgrondelijk
slecht geasfalteerd
Gisteren plaatste ik de Engelse vertaling op de facebookpagina 'Solitary cycling'. Het leverde niet alleen veel likes maar ook veel opmerkingen op.
Karen Rice Walker vroeg zich af wat God er mee te maken had: 'I doubt God had anything to do with this road.' Craig E.Weiss viel haar bij: 'I think that has less to do with God and more to do with man...'
Maar de meeste reacties gingen toch over de staat van het wegdek elders:
'Looks like most Hawaii roads.' (Ann Leyton).
'Looks like an interstate highway in Wisconsin.' (Gary Fleischman).
'Looks like every street in Chicago after winter.' (Wiliam Chladek).
'Looks like our normal streets in Texas, USA. This is the reason I bought a mountain bike.' (H Maher).
'If you want some more, come and visit Brussels and Wallonia.' (Nicolaas Ruytenbeek).
'Belgian roads in Germany.' (Steve Sys).
'Not as bad as that in Yorkshire.' (Raymond Bracewell).
'Looks like the average condition of our normal roads here in the UK!' (Paul White).
De oplossing is volgens sommigen simpel: 'Get yourself a gravel bike!'
Ik moet bekennen dat ik op 'Solitary cycling' niet vermeld heb dat de weg tussen Bocholtzerheide en Oirsbach inmiddels voorzien is van een nieuwe laag asfalt!
klik op afbeelding voor vergroting |
Blijven bewegen
Tussen Maastricht en het 10 km verderop gelegen Eijsden passeer of kruis ik al jaren geregeld een merkwaardige fietser: een schijnbaar oude man die alle jaargetijden een wollen muts en een trui of jas met capuchon draagt. Die capuchon trekt hij altijd, voor zover mogelijk, over zijn muts. In de zomer combineert hij zo'n muts en trui vaak met een korte broek en blote voeten in sandalen. Met trage omwentelingen fietst hij, de blik strak vooruit, tegen hooguit 10 km per uur. Door de jaren heen wisselde hij af en toe van fiets. Eén ding hebben al die fietsen gemeen: een sportief stuur zodat de berijder zich licht voorover gebogen voortbeweegt.
Vanmiddag kon ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen: ''U fietst hier vaak?'
Hij keek verrast opzij en glimlachte: 'Jazeker, iedere dag, soms wel twee keer.'
'U woont in Eijsden?'
'In Breust ja, in Maastricht ga ik even op een bankje zitten en fiets dan terug, een mens moet blijven bewegen, toch!'
'Hoe oud bent u als ik vragen mag?'
'74.'
Bij het binnenrijden van Maastricht vroeg ik of ik een foto van hem mocht maken.
'Ja hoor, moet ik even stoppen?'
'Nee, dat hoeft niet, dat doe ik al fietsend.'
Meteen daarna scheidden onze wegen. Terug thuis dacht ik aan alle vragen die ik nog had willen stellen. En de foto, daar stond alleen een voorwiel op!
Karmen
Karmen Reinpõld is een mooie dame uit Tallinn, Estland en ze traint triatleten. Een tijdje terug fietste ze in Italië o.a. de Madonna di Campiglio op. Via Instagram (zie afbeelding) meldt ze dat ze tijdens die klim aan mij dacht, nou ja, aan één van mijn versjes. Ook al kennen we elkaar niet, ook al zullen we elkaar nooit ontmoeten: we zijn wel op zoek naar hetzelfde soort geluk!
Klik op afbeelding voor vergroting |
Het shirt
Als wielertoerist kun je een aantal uitdagingen aangaan. Zo heb je toertochten c.q. cyclosportieven die vanwege de lengte en/of de hoogtemeters tot de verbeelding spreken. Ik denk aan de Marmotte, de Maratona dles Dolomites of de Öetztaler-radmarathon. Je kunt goede doelen ondersteunen door b.v. zes keer achter elkaar de Alpe d'Huez op te fietsen. En je kunt Peetvader worden van een col of klim door die in een bepaalde tijd 25 keer te beklimmen. Bij al die prestaties word je opgenomen in een klassement, je krijgt een medaille en/of herinnering en je kunt een wielershirt van de betreffende uitdaging kopen. De Club Cinglés du Mont Ventoux (Malloten van de Ventoux) heeft een shirt bedacht dat voor de wielertoerist de uitstraling heeft van een kampioenentrui: een Cinglé-shirt met je eigen homologatie-nummer. Zo was ik de 2227-ste wielertoerist die de Ventoux op één dag van drie kanten beklom. Dat nummer staat op het kraagje van de trui die ik vandaag met de post kreeg. Op de mouwen staan het aantal hoogtemeters (4400) en het aantal kilometers (137). Als ik dat shirt aan heb zal mijn dierbare echtgenote mij er ongetwijfeld aan herinneren hoe uitgeteld & uitgewoond ik er uren na mijn tocht nog bij lag!
Genen
Als ik de uitslagen mag geloven was mijn vader een talentvol wielrenner. Bij de amateurs klopte hij ooit in een sprint om de eerste plaats Marcel Hendriks, later twee maal winnaar van Parijs-Brussel. Geen van mijn vaders nazaten is coureur geworden, bij gebrek aan talent en/of goesting. De enige sport die Urbain, de jongste broer van mijn vader, beoefende was duiven melken. Toch blinken twee kleinzonen van Noenk Urbain uit in hun tak van sport: Lienert speelt al jaren in de hoogste klasse volleybal (met selecties voor de nationale ploeg), Iebe staat sinds dit seizoen onder contract bij KV Mechelen, uitkomend op het hoogste niveau in de Belgische voetbalcompetitie. Gisteren was ik op de jaarlijkse bijeenkomst van de familie Vanstreels. Vandaag vroeg tante Mária, de weduwe van noenk Urbain, één van haar dochters om mij door te geven dat het grote Belgische wielertalent Cian Uijtdebroeks, een kleinzoon is van haar broer. Dat was ze me gisteren vergeten te vertellen. Zozo, Iebe en Lienert hebben hun talent dus meer te danken aan tante Mária dan aan noenk Urbain (en het geslacht Vanstreels)! Maar wel mooi dat Cian de kleinzoon is van de broer van mijn tante Mária.
Mijn vader in 1955, uiterst links: Noenk Urbain |
Wielerclub 'De Pedaal'
Vandaag kreeg ik een prachtige foto toegestuurd van het bestuur van Wielerclub 'De Pedaal', die eind jaren vijftig en begin jaren zestig van de vorige eeuw actief was in Godsheide. Het is een foto zoals er zoveel zijn, maar, op deze staat, in de bovenste rij, tweede van links, mijn vader. Hij was toen even oud als mijn zonen nu zijn!
Abonneren op:
Posts (Atom)