Tien redenen waarom ik (graag) fiets

Hoe - door wie en wat - komt het dat ik zo graag fiets?
1.Door mijn vader. Op mijn elfde kreeg ik mijn eerste racefiets en sinds die tijd nam hij mij (en mijn broer) geregeld mee 'op oefening'. Nergens was ik dichter bij hem dan op de fiets.
2.Door mijn jongensdromen. Als kind wilde ik graag coureur worden en de hoogste bergen uit de Tour beklimmen. Als een jongetje van vijf, zo kijk ik nog steeds het liefst naar de koers.
3.Door het rustgevende. Nergens vindt mijn hoofd zoveel rust als op de fiets: lekker afzien zuivert het gemoed!
4.Door het meditatieve: op de fiets lijken mijn gedachten zich te ordenen, de woorden zoeken er hun plaats op in een zin.
5.Door mijn gezin. Ik heb het geluk dat mijn vrouw en mijn zonen graag fietsen. (Met mijn zonen en hun vrienden mocht / mag ik geregeld op fietsweekend.)
6.Door kompanen, met wie ik tradities in ere hield en houd.
7.Door de koers: ik vind het heerlijk om heuvelzones, cols en finales uit bekende koersen aan mijn palmares toe te voegen. Ook dwaze ondernemingen kunnen mij bekoren.
8.Door de vreugde van het leveren van een prestatie in een zielstrelend decor: daar heerst kilometers lang het esthetisch & atletisch genot, daar wordt er aan mijn ziel gepeuterd, daar voeren adrenaline & endorfine een vrolijk dansje op.
9.Door de gezondheidsgedachte, geregeld fietsen kan geen kwaad, hoewel, je moet wel de stoeprandjes mijden!
10.Door het gebrek aan rijbewijs en auto is de fiets mijn/ons enige vervoermiddel.