Inleiding

Fietsvarianten is sinds 2001 online. Toen priegelde ik de blog via Tripod in elkaar. In 2011 schakelde ik over naar Blogger. De naam en de eerste verhaaltjes dateren uit 1996. Ze verschenen in het tijdschrift Fiets. De concurrentie in blogland was kort na de eeuwwisseling een stuk minder dan nu. Door de combinatie van de verschillende onderdelen (verhaaltjes, fietsvakanties, fietsroutes vanuit Maastricht en wielergedichten) was Fietsvarianten binnen de kortste keren via allerlei zoekmachines en startpagina's te vinden. Mijn Mergellandroute-pagina stond bijvoorbeeld lange tijd bovenaan op Google. Ze kukelde uit de top 10 omdat er steeds meer gespecialiseerde websites en blogs bijkwamen en -komen. Omdat ik niet digihandig ben en de boel graag eenvoudig en overzichtelijk houd – met de nadruk op de verhaaltjes –  maak ik geen of nauwelijks gebruik van nieuwigheden. In vergelijking met andere blogs is Fietsvarianten allesbehalve flitsend. Hoe lang ik nog doorga met de blog? Zo lang ik adem en fiets, vermoed ik. Het is niet denkbeeldig dat Fietsvarianten een seniorenblog wordt voor almaar trager wordende wielertoeristen die het vertikken een E-bike aan te schaffen!

Fiets, nr 1, 1997. Klik op afbeelding voor vergroting.
















Hoe - door wie en wat - komt het dat ik zo graag fiets?

1.Door mijn vader. Op mijn elfde kreeg ik mijn eerste racefiets en sinds die tijd nam hij mij (en mijn broer) geregeld mee 'op oefening'. Nergens was ik dichter bij hem dan op de fiets.
2.Door mijn jongensdromen. Als kind wilde ik graag coureur worden en de hoogste bergen uit de Tour beklimmen. Als een jongetje van vijf, zo kijk ik nog steeds het liefst naar de koers.
3.Door het rustgevende. Nergens vindt mijn hoofd zoveel rust als op de fiets: lekker afzien zuivert het gemoed!
4.Door het meditatieve: op de fiets lijken mijn gedachten zich te ordenen, de woorden zoeken er hun plaats op in een zin.
5.Door mijn gezin. Ik heb het geluk dat mijn vrouw en mijn zonen graag fietsen. (Met mijn zonen en hun vrienden mocht / mag ik geregeld op fietsweekend.)
6.Door kompanen, met wie ik tradities in ere hield en houd.
7.Door de koers: ik vind het heerlijk om heuvelzonescols en finales uit bekende koersen aan mijn palmares toe te voegen. Ook dwaze ondernemingen kunnen mij bekoren.
8.Door de vreugde van het leveren van een prestatie in een zielstrelend decor: daar heerst kilometers lang het esthetisch & atletisch genot, daar wordt er aan mijn ziel gepeuterd, daar voeren adrenaline & endorfine een vrolijk dansje op.
9.Door de gezondheidsgedachte, geregeld fietsen kan geen kwaad, hoewel, je moet wel de stoeprandjes mijden!
10.Door het gebrek aan rijbewijs en auto is de fiets mijn/ons enige vervoermiddel.


de Wielersite

Een jaar of tien geleden begon de Wielersite de verhaaltjes van Fietsvarianten over te nemen. Ze werden automatisch doorgelinkt naar Wielersportboeken. Af en toe had ik contact met de beheerder, ene Danny. Mijn vraag waar hij woonde, bleef onbeantwoord. Een jaar of drie geleden ging ik de ruimte die ik op beide sites kreeg, gebruiken voor De wielergedichten. Danny, vriendelijk en behulpzaam als altijd, gaf me een beheerpagina waar ik op kon inloggen om iedere week een nieuw gedicht te plaatsen. Twee weken geleden kon ik opeens niet meer op mijn beheerpagina. Mailtjes aan Danny werden niet beantwoord. Ook Harrie van Wielersportboeken en enkele andere medewerkers van de Wielersite wisten niet wat er aan de hand was. Volgens Harrie was Danny erg gesteld op zijn privacy. Adres of telefoonnummer gaf hij aan niemand. Via info van Harrie en een hoop gegoogel kwam ik vanmorgen toch aan een  adres. Danny bleek te wonen in een buitenwijk van ... Maastricht. Vanmiddag ben ik er naar toe gefietst. Toen ik wilde aanbellen kwamen twee heren en twee dames uit het flatgebouw. Ik vroeg of zij Danny kenden. En of ze hem kenden. De twee broers van Danny hadden slecht nieuws: Danny is op 30 september plotseling overleden. Hij werd 64 jaar. Danny was niet ziek maar vanwege een fobie leefde hij heel teruggetrokken, hij kwam nauwelijks buiten. De broers zijn op de hoogte van de (omvang van) de Wielersite, maar voor Danny was er geen aanleiding om hen er bij te betrekken. Ze missen ook voldoende kennis daarvoor. Met hulp van de provider gaan ze bekijken hoe het verder moet met de Wielersite. Aan de lijst van medewerkers te zien had Danny wereldwijd contacten. Ik vermoed dat geen van ons wist wie hij was.


Iedere week een col

Moet je als 65-plusser nog uitdagingen op de fiets (willen) aangaan? Zijn er nog cols die ik aan mijn lijstje moet toevoegen? Zijn er nog tochten die ik op mijn palmares wil schrijven? Nee, er is niets meer wat persé hoeft, máár, er is van alles wat nog mag. Als je, net als ik, in één van de mooiste fietsgebieden van Europa woont, is elke tocht een feest. Het enige wat ik kan doen is zorgen dat ik voorbereid ben voor het geval er iets op mijn pad komt. Zo kreeg ik gisteren een mailtje met de vraag of ik zin heb om volgend jaar mee te gaan naar Barcelonette. Of dat weekje fietsen in de Alpen doorgaat of niet, maakt niets uit. Tussen alle andere tochtjes door probeer ik iedere week een col op te fietsen: een rondje van 75 tot 100 km met zoveel Mergellandse hellingen dat ik 15 tot 25 kilometer klim. Dat kan in de lente, de zomer en de herfst. In de winter mag het een colletje zijn. En nu kijken hoe lang, tot op welke leeftijd, ik dat vol houd. Ik ben benieuwd!



Een dichter op de fiets

In De Limburger, de grootste regionale krant van Nederland (!), verscheen vandaag (07 10 16) een aardige bijdrage van Adri Gorissen over Een toerist met altijd tegenwind. Mooie foto staat erbij, gemaakt door Roger Dohmen. Kostte me drie kwartier poseren aan de voet van de Bemelerberg. Bij één van de foto's zat ik op de bovenbuis van mijn fiets, vooruitkijkend, met mijn armen over het stuur. 'Met die gevouwen handen lijkt het of je zit te bidden,' zei Roger. Het verbaasde me niet: aan de boom achter mij was een kapelletje bevestigd met een Mariabeeldje. Hoe ouder ik word, hoe meer de heiligen uit mijn jeugd weer hun zegje komen doen.


Cyclocross

Vandaag voor het eerst in mijn leven naar een cyclocross geweest. De Wereldbekerwedstrijd in Valkenburg werd gereden op en rond de Cauberg. Mijn dierbare echtgenote wilde een keer de sfeer proeven. Als je geregeld c.q. vaak mee naar de VRT kijkt, krijg je vanzelf een grote portie veldrijden te verwerken. Is het geen rechtstreekse reportage op zondagmiddag, dan is het wel een praatprogramma waar een coryfee als Niels Albert of Sven Nijs te gast is. Het was de moeite waard. De clichés over braadworstgeuren, biertapkramen, Frans Bauerpolonaises en fanatieke supporters die de god van modderige ondergronden danken dat het veldritseizoen begonnen is: ze klopten allemaal. Daarnaast was er ook topsport te zien. Afgetrainde dames en heren die sneller dan wij op een gewone weg over een bochtig en bijwijlen glibberig parcours rijden waarbij ze een paar keer van de fiets moeten om een steile helling c.q. dertig trappen op te rennen. Die trappen lopen ze ook na een uur wedstrijd sneller met een fiets op hun rug omhoog dan een vlotte wandelaar met veel haast. Tijdens ons warmhoudrondje zagen we in een uithoek van het parcours, op een plek waar nauwelijks toeschouwers stonden, hoe de eerder genoemde Sven Nijs en Niels Albert broederlijk naast elkaar de renners van hun concurrerende ploegen aanmoedigden. Wat ze tussendoor druk gesticulerend bespraken, kon ik jammer genoeg niet verstaan.