Barcelonnette

Vijf dagen fietsen in en rond Barcelonnette met zoon Joost, heer Henri en diens schoonbroer Maikel, die voor het eerst in de cols fietst. Het Alpendorp ligt op 1150 meter hoogte en wordt omgeven door de bergen. In het centrum huren we een mooi appartement, waarin heel veel rekening moet gehouden worden met de hoogbejaarde moeder van de eigenares, die een verdieping lager woont. Dat was er op voorhand niet bij verteld, maar voor een bomma hebben we graag wat over. De dag na aankomst fietsen we onder een zomerse zon de wonderschone Col de Cayolle op. De hele klim heeft een hoog ansichtkaartgehalte vanwege de indrukwekkende rotspartijen, de vele bruggetjes en watervallen. Het bevalt Maikel zo goed dat hij er nog even de Pra Loup bij neemt. Thuis mag hij zijn vrouw en zijn zoontje proberen uit te leggen waarom fietsen in het hooggebergte altijd naar (veel) meer smaakt. Op dag twee beklimmen we de Col de Vars, twee weken terug nog col van eerste categorie in de Tour. Ook hier valt er veel te genieten. Alleen de laatse 6 van de 21 km voelen als lastig, te meer omdat het behoorlijk warm is. Met mijn leeftijd en mijn (gebrek aan) talent heb ik aan drie kwartier voorsprong net goed om als eerste boven te komen. De heren beklimmen daarna nog de korte maar pittige Saint Anne: Joost gaat weer als een speer, Maikel krijgt er steeds meer zin in en Henri heeft gelukkig minder last van zijn verkoudheid. Ik houd het deze week bij één col per dag, mijn gevoel en mijn verstand zeggen dat dit genoeg is voor mijn (acht maanden geleden gebypasst) lijf. Dag drie staat in het teken van onze enige col van buiten categorie, de 2802 meter hoge Cime de Bonette, die gepresenteerd wordt als de hoogste geasfalteerde weg van Europa. Ik heb zelden meer genoten van een beklimming want ook qua schoonheid doet de Bonette niet onder voor de Galibier en de Stelvio: fietsen in een zielstrelend decor! Ook de heren hebben genoten. Uiteraard loggen ze bij thuiskomst meteen in op Strava. Nibali en Kruiswijk deden beduidend minder lang over deze klim, maar die hebben dan ook niets van het lanschap gezien! Dag vier: de heren fietsen 'Les 3 cols', een rondje van 120 km over de Allos, de Champs en de (andere kant van de) Cayolle, drie cols van eerste categorie. Zelf stel ik me tevreden met de beklimming van de Allos, en ook dat blijkt een klim met een hoog waw-gehalte. Net als de vorige dagen peddel ik op m'n gemak naar boven, nergens in de problemen komend, aan één stuk door genietend. Al die Mergellandse honderdjes (met 16 hellingen) waren hier dus voor bedoeld! In de afdaling neem ik ruim de tijd om foto's te maken. Tegen vier uur komt Joost terug in het appartement. Hij heeft het ondanks de hitte niet bij 'Les 3 Cols' gehouden maar er ook nog de Pra Loup aan toegevoegd zodat hij de hele parcours van de granfondo 'La Pa Loup Bernard Thévenet' (3850 hoogtemeters) heeft gefietst. Wat een bikkel! Maikel en Henri komen redelijk naar de klote (en net voor de plensbuien) terug van 'Les 3 Cols'  maar ze hebben het gehaald: het was voor hen geen creating memories maar creating war stories! Onze laatste dag in Barcelonnette wordt mede door de slecht-weer-dreiging 'een dagje skistations'. Met hun lengte van 9 en 10 km en hun gemiddelde  stijgingspercentages van 5 á 6 procent staan de klims naar Super Sauze en Pra Loup te boek als bergen van tweede categorie. Joost is zo lief om me op Super Sauze gezelschap te houden. Net zo langzaam klimmen als ik valt niet mee: Joost rijdt geregeld zigzaggend over de weg. Maikel en Henri hadden vanmorgen geen greintje courage maar voelen zich nu zo goed dat ze nog meegaan naar Pra Loup. Op die klim werd in 1975 het einde van het tijdperk Eddy Merckx ingeluid door Bernard Thévenet. Blijkens de verwijzingen willen Bernard en Pra Loup de mensheid daar graag blijvend aan herinneren. Hoewel ik geen fan van de Kannibaal was, voelt het nu toch alsof ik over zijn zweetdruppels en tranen fiets. Met deze klim zit onze fietsvakantie er weer op. Mooi weer, prachtige cols, geen ongelukken of defecten, uitermate aangenaam gezelschap: ik ga er vanuit dat de H.Maagd Maria blij was met de kaarsjes die ik aanstak in de kerken van Barcelonette en Jausiers.

Enkele foto's!


Rondom Diekirch

Terug van een weekend fietsen met de heren (mijn twee zonen en zes van hun vrienden). Standplaats was dit jaar Diekirch. We reden drie tochten van respectievelijk 66, 82 en 54 km, al breiden sommigen nog een lus van 30 km aan de langste rit. Dat er veel geklommen moest worden was niet alleen te voelen in de benen, Strava (!) gaf 1169, 1479 en 858 hoogtemeters aan. In Luxemburg fiets je over mooie, rustige wegen in een prachtig (verzorgd) landschap. Op de veelal lange hellingen word je getrakteerd op schitterende vergezichten. Dat de groep bestaat uit afgetrainde en minder scherp staande heren, uit gevleugelde en kreunende klimmers, uit tempobeulen en ijlende aanklampers: het kan de pret niet drukken, de bus vertrekt desnoods een half uur eerder dan de kopgroep. Onderweg verzeilden we op een merkwaardige manier in een supporterscafé van de broertjes Schleck. Vanwege een aan de gang zijnde autorally konden we niet door de voordeur. Via een stellage van stoelen en bankjes moesten we door het raam van een opslagruimte. Als afsluiter van de tweede tocht probeerden we de belachelijk steile Montée du Herrenberg te beklimmen. Niet meer dan een steeg is het, die Neelcheswee. Slechts drie herren kwamen fietsend door de haakse bocht van 27% (Strava!) voor de top. Aan het begin van dag drie was het opnieuw lachen: een zusje van de Herrenberg eindigde na 1 km in een onberijdbare veldweg. Voor de rest verliep alles volgens planning! Een trip met de heren - de eerste dateert van 14 jaar geleden - is voor mij altijd weer een bijzonder genoegen, op en naast de fiets. Ik zag begin-twintigers midden-dertigers worden, met alle ontwikkelingen (en vormen van humor) die daar bij horen. Dat ik mezelf intussen met de nodige capriolen van begin vijftig naar midden zestig fietste, is iets waar ik liever niet aan denk!

Enkele foto's en meer info



Allee

Een uurtje geleden fietste ik de Daalhemmerweg af. Met de wind in de rug zit je daar al vlug aan 55 á 60 km per uur. Voor het centrum van Valkenburg liggen enkele parkeervakken langs de dalerskant van de weg. Een tegemoetkomende auto draaide pal voor me de weg over om in te parkeren. Ik had hooguit een meter of vijf de tijd om te remmen en de auto te ontwijken. Omdat ik toch bijna stil stond, parkeerde ik mijn fiets naast het voertuig van mijn belager. Het volgende gesprek ontspon zich:
- Zeg meneer, wat u deed was wel heel gevaarlijk.
- Ik had u niet gezien.
- Als ik iets eerder was geweest, had ik echt pech gehad?
- Ik had u niet gezien, anders was ik wel gestopt.
- Dat mag ik hopen.
- Dan was ik echt gestopt.
- Zo gebeuren de ongelukken.
- Dat klopt.
- Allee, een fijne dag nog.
Terwijl ik de Cauberg op peddelde, probeerde ik een analyse te maken van mijn gedrag. Ik schrok niet, ik raakte niet in paniek, ik laveerde netjes met mijn fiets, ik werd niet boos, ik voelde geen ergernis én ik was beleefd tegen de automobilist: gaat het eigenlijk wel goed met mij?

De Daalhemmerweg

Demarrage

Afgelopen dinsdag naar 'Demarrage' gekeken, een mooie documentaire van Arno Kranenborg. Hij volgde zeven zeventigers en één tachtiger, die iedere week drie keer, weer of geen weer, op de racefiets stappen om samen een tocht te maken. Onderweg in Brabant, de streek waar ze wonen, praten ze over vrouw en kinderen, kwalen en pijntjes, spatadertempo en ademnood én over wat hen te wachten staat. Want het groepje is geleidelijk aan kleiner geworden: vrienden vielen weg door beroerte, hartinfarct of kanker. Volgens de maker van de documentaire kun je goed horen wat ze niet zeggen. Heel direct zijn de mannen wel als er vrouwelijk schoon hun wegen kruist, dan zitten ze niet verlegen om commentaar. Af en toe krijgt de kijker een mooie close-up te zien van een oud, peinzend gezicht. Ik moest geregeld aan mijn vader denken. Die fietste tot kort voor zijn dood (op zijn 83ste) ook in zo'n groepje. Het is alweer twaalf jaar geleden dat hij stierf. En over minder dan vier jaar hoor ik zelf (bij leven en welzijn) bij de zeventigers. Ik maak me geen illusies, ook voor mij geldt (op den duur of nu al?): hoe fiets ik de dood uit het wiel!

Mijn vader: tweede van r. Eind jaren negentig van de vorige eeuw.

De kunst van het sprinten

Bij uitgeverij De Bezige Bij/Thomas Rap verscheen dit voorjaar De kunst van het sprinten van Martin Bons. Vooraan in het boek staat (bij wijze van motto?) een rijmpje van mijn hand:

De sprinter
telt tot tien

wie niet weg is
is gezien

Zo zie je maar, waar het schrijven van gemasseerde rijmpjes (soms) toe leidt!



Rondje vaderland

Ik had een mooie route in het Mergelland uitgestippeld voor het jaarlijks Ritz-familierondje dat komende zaterdag gefietst wordt. Helaas was het me ontgaan dat op die dag ook Limburgs Mooiste gepland staat, een toertocht waar zo'n 15.000 wielertoeristen aan deelnemen. Ons tussen hen mengen lijkt me niet wenselijk. Ik moest dus op zoek naar een ander rondje en dat betekende: uitwijken naar mijn dierbaar vaderland. Zodoende zullen de Ritz-deelnemers uit Utrecht, Drenthe, Gelderland, Noord-Holland en Noord-Brabant kennis maken met de Maasvallei, van waaruit ze (via de Mont St Pierre en de Zusserdel) naar Haspengouw moeten klimmen, om zich daar over smalle betonbanen tussen glooiende akkers en velden richting het Maasland te begeven. Daar mogen ze langs het water (Albertkanaal, Zuid-Willemsvaart en Maas) verder genieten van het onvolprezen fietsroutenetwerk. De fanatiekelingen wacht, eenmaal terug in Maastricht, nog een kleine lus over de Zonneberg en de Muizenberg. Benieuwd wat ze er van vinden. Maite, mijn kleindochter van bijna drie - ze groeit op in Utrecht - is al ingewijd tijdens een logeerpartij eerder dit jaar. Als je haar vraagt waar haar opa Miel vandaan komt, antwoordt ze zonder te hoeven nadenken: 'Uit België!' Vraag je haar vervolgens welke leeuw ze daar hebben, dan roept ze triomfantelijk: 'Een Vlaamse!' Een kwestie van een beetje helpen opvoeden, toch!

Maite: ingewijd!

Goed voor de moraal

Vandaag een zomers rondje van vijftig kilometer gefietst in het drukke Mergelland. Na het honderdje eerder deze week mocht ik het rustig aan doen van mezelf. Zoiets leidt onderweg haast vanzelf tot een senryu:

Lekker peddelen
in de zon – geen zin vandaag
in diepgaande pijn


Na de de Rasberg en de Brakkeberg kwam ik aan de voet van de Daalhemmerweg. Ik werd gepasseerd door een dame en een heer van middelbare leeftijd. Aan hun shirts (Maratona dles Dolomites) en hun fietsen te zien waren ze niet aan hun proefstuk toe. Ze reden tegen een voor mijn doen behoorlijk tempo omhoog. Ondanks mijn voornemens probeerde ik aan te haken. Tot mijn verbazing lukte het me in hun wiel te blijven. Na de Fromberg moest ik de Sibbergrubbe op. Twee jonge gasten snelden me voorbij. Halverwege echter zag ik dat één van hen het moeilijk had. Het mocht wat pijn doen om hem in te halen en ter plaatse te laten! De laatste klim van de dag,  de Keunestraat, vatte ik aan met drie andere jongelieden. Twee gingen me te snel, de derde kon ik moeiteloos volgen. Goed voor de moraal, dacht ik wederom: zo'n rondje maakt van een veelvuldig uit de wielen gereden opa als ik een gelukkig mens.

© Foto: Roger Dohmen

Geboekt

Zoonlief heeft een huisje geboekt in Barcelonnette, een dorp op 1100 m hoogte in de zuidelijke Alpen. Komende zomer gaan we er een weekje fietsen met Henri, één van de heren en diens schoonbroer Maikel. Vanuit het dorp kun je meerdere cols op.  Als je afstempelt op de top van Col St Jean (1333 m), Col de Pontis (1301 m), Col de Larche (1991 m), Col de Vars (2109 m), Col d'Allos (2250 m), Col de la Bonette (2802 m) en Col de la Cayolle (2327 m) krijg je het 'Brevet des 7 Cols d'Ubaye'. Je kunt er ook een rondje over drie cols fietsen (Col d'Allos  2250 m, Col des Champs 2087 m, Col de la Cayolle 2326 m) al dan niet met als uitsmijter de van de Tour bekende klim naar Pra Loup. Prachtige beklimmingen in een wonderschoon decor. Benieuwd hoeveel van die cols ik aan mijn lijstje zal toevoegen. Het gebypasst dromen kan in ieder geval beginnen.


Nijntje op de fiets

Tussen de kinderboeken die we begin jaren tachtig van de vorige eeuw voor onze zonen kochten zaten uiteraard ook Nijntjes. We hebben ze bewaard. Een 'Nijntje op de fiets' is er niet bij. Was dat verhaaltje nog niet verschenen of ben ik schromelijk tekort geschoten in mijn opvoeding? Hoe het ook zij, niet alleen aan Nijntje, maar ook aan haar 'schepper', de eergisteren overleden Dick Bruna, bewaren we goede herinneringen. Mijn jongste zoon woont sinds begin vorig jaar met zijn gezin in Utrecht. We zagen de bijna negentigjarige tekenaar en schrijver geregeld zitten op een bank in een park bij de Kromme Rijn. We passeerden hem als we met onze kleindochter Maite op weg waren naar een speelveldje in de buurt. Hij knikte altijd vriendelijk goeiendag. Dat leidde na enkele keren niet alleen tot een bijzonder leuk gesprek maar ook tot een foto van Dick Bruna en Maite. In het najaar zagen we hem voor het laatst, in gezelschap van zijn echtgenote. De dag ervoor werd op het journaal gemeld dat hij 'de Max Velthuijs-oeuvreprijs 2016 voor beste illustrator' had gewonnen. Daar spraken we even over. Toen we verder liepen fluisterde Maite: 'Was de meneer van Nijntje.'


Mijn fiets

Bijna een week thuis na mij bypass-operatie. Ik voel me iedere dag wat beter. Heel langzaam bouw ik mijn conditie op: een paar keer per dag naar buiten, geen tilwerk, iedere keer wat langer op de hometrainer. De ongemakken (trekkende wonden, bij de operatie geblutste spieren, op de rug slapen) zijn draaglijk. Veel hartpatiënten hebben na een ingreep last van angst en depressies. Ik heb er (vooralsnog) geen weet van. Enkele lotgenoten vertelden me dat ze teleurgesteld waren in hun lichaam, ze voelden zich in de steek gelaten door een lijf waar ze goed voor hadden gezorgd. Ook dat gevoel is mij vreemd. Ik zie mijn lichaam meer als een ... fiets. De fietsenmakers (!) hebben 'm zo goed mogelijk in elkaar gezet met het materiaal dat ze voorhanden hadden. Het ene onderdeel is van betere kwaliteit dan het andere. En na 65 jaar begint de boel uiteraard te verslijten. Er moet gesleuteld, gerepareerd en vervangen worden. Zelf ben ik ook niet altijd zuinig omgesprongen met mijn fiets: ik liet 'm wel 'ns te lang in de regen staan, ik smeerde de ketting met het verkeerde middel, ik reed rond op te zachte banden, ik liet 'm meermaals stuiteren. Met een optelsom als deze is het eigenlijk een wonder dat er met die fiets van mij nog gefietst kan worden.

Fiets uit mijn geboortejaar.



In goede handen

De zaalarts van de hartbewaking komt me vertellen dat ik over drie dagen word geopereerd. Ze is midden dertig, zwanger en de voorbije jaren fietste ze o.m. de Stelvio en de Galibier op. Ik ben in goede handen! Over mijn (over acht maanden) geplande beklimming van de Bonette hoef ik me volgens haar geen zorgen te maken: zo'n col kan ik tegen die tijd ook 'gebypasst' aan. Wie ben ik om te  twijfelen aan haar deskundigheid!
PS: Twee dagen later. Een afgetrainde chirurg uit het team dat me zal opereren komt kennismaken en uitleg geven. Zijn hobby? Fietsen, heel veel en bij voorkeur in het hooggebergte. Op de Intensive Care schijnen nog meer fietsfanaten rond te lopen. Je zou bijna blij zijn dat je een bypass moet krijgen!


In geuren en kleuren

'Eenmaal hartpatiënt, altijd hartpatiënt,' waarschuwde Wiebe kort nadat ik gedotterd was. Ik spoelde zijn opmerking, gebaseerd op jarenlange ervaring als huisarts, weg met een lekker pilsje: wat kon mij nog gebeuren met die stent! We zijn een half jaar verder nu. Twee weken geleden liet mijn hart mij op de Bemelerberg weten dat er weer sprake was van een nijpend zuurstoftekort, gisteren lag ik opnieuw in een Tilburgse hartkatherisatiekamer. Wat de Belgische cardioloog vaststelde was niet best. Ik hoor bij de 5% bij wie een stent niet het gewenste effect heeft. Er zit inmiddels zoveel aderwerk verstopt  dat alleen een bypass-operatie soelaas lijkt te bieden. Niet met de trein terug naar huis dus, maar met een ambulance naar een Maastrichts ziekenhuis. Nou ja, problemen zijn er om opgelost te worden. Zeker als er een oplossing voorhanden is. Het zal alleen wat langer duren eer ik weer in geuren en kleuren door de koolzaadlaan pedaleer.


D'n Armand

Gisteren is pater Armand B. op negentigjarige leeftijd overleden. Ik ben blij dat ik hem een maand of drie geleden nog heb bezocht en hem toen, zonder schijnbare aanleiding, nog 'ns heb gezegd hoe belangrijk hij voor mij is geweest. In 1966 kwam hij als nieuwe docent wiskunde in het Lierse Missiecollege, waar ik op internaat was. Hij werd al vlug prefect van de drie hoogste klassen en liet meteen een nieuwe wind door ons kostschoolleven waaien. Er kwam een abonnement op een krant, in de recreatieruimte werd een frisdrankenautomaat geplaatst, er mocht moderne muziek gedraaid worden (van Boudewijn de Groot tot de Beatles), we mochten zelfs meelopen in enkele betogingen (voor Leuven Vlaams!). Maar daar bleef het niet bij: een paar keer per jaar, en voor zover nodig was nog vaker, werd ieder van ons bij hem geroepen om antwoord te geven op zijn vragen omtrent God, Leven & Liefde. Hij wilde ons leren nadenken en zijn grootste wapen daarbij was zijn humor. Je liet je met plezier door hem uitdagen. Andere opvattingen hebben was toegestaan. Door de jaren heen ben ik contact met hem blijven houden. Ook als we elkaar een hele poos niet gezien, gesproken of geschreven hadden werd de draad weer moeiteloos opgepakt: hij gedroeg zich nog altijd als de docent en begeleider, ik voelde me weer die jongen van zeventien, ook al was ik inmiddels de veertig, de vijftig en uiteindelijk de zestig gepasseerd. In 2010 besloten we met een aantal kostschoolgangers één keer per jaar samen te komen in een Liers restaurant. Iedereen vond dat d'n Armand er ook bij hoorde. En d'n Armand, die vroeg meteen of we niet iedere week konden afspreken.
Het bericht van Armand's overlijden bereikte me gisteren toen ik in een druilerig Utrecht aan de wandel was met één slapende en één vrolijk zingende kleindochter. Dit stukje schrijf ik al fietsend door een druilerig Mergelland.

Lier 2012, aan het hoofd van de tafel: d'n Armand

Wel of niet kopen?

Door de voorpublicatie in het AD en de aandacht in DWDD weten miljoenen Nederlanders sinds gisteren dat Thomas Dekker genoeg had van al zijn 'leugens' en zijn 'echte' verhaal liet opschrijven door Thijs Zonneveld. De ontboezemingen over doping, seks en drank in het profpeloton verbijsterden Matthijs van Nieuwkerk. Als wielerfan was hij teleurgesteld. Barend van Dorp vond dat Thomas de kleedkamer-erecode had geschonden door andere renners in zijn biecht te betrekken. Tja. Renners die in de Tour dames van lichte zeden naar hun kamer laten komen omdat ze zich vervelen: het is niet voor het eerst dat we dat horen. En er waren coureurs die hun bidon in de koers al met champagne lieten vullen. Waar voorheen veel aan onze verbeelding werd overgelaten, lijken Thomas en Thijs zich nu uit te putten in smeuïge details. Wil Thomas Dekker de jeugd waarschuwen tegen de verlokkingen in de wielersport of wil hij gewoon zo veel mogelijk exemplaren van zijn boek verkopen? Ik denk niet dat ik hem ga helpen met een slaatje te slaan uit iets waar hij zich, naar eigen zeggen, diep voor schaamt.


Inleiding

Fietsvarianten is sinds 2001 online. Toen priegelde ik de blog via Tripod in elkaar. In 2011 schakelde ik over naar Blogger. De naam en de eerste verhaaltjes dateren uit 1996. Ze verschenen in het tijdschrift Fiets. De concurrentie in blogland was kort na de eeuwwisseling een stuk minder dan nu. Door de combinatie van de verschillende onderdelen (verhaaltjes, fietsvakanties, fietsroutes vanuit Maastricht en wielergedichten) was Fietsvarianten binnen de kortste keren via allerlei zoekmachines en startpagina's te vinden. Mijn Mergellandroute-pagina stond bijvoorbeeld lange tijd bovenaan op Google. Ze kukelde uit de top 10 omdat er steeds meer gespecialiseerde websites en blogs bijkwamen en -komen. Omdat ik niet digihandig ben en de boel graag eenvoudig en overzichtelijk houd – met de nadruk op de verhaaltjes –  maak ik geen of nauwelijks gebruik van nieuwigheden. In vergelijking met andere blogs is Fietsvarianten allesbehalve flitsend. Hoe lang ik nog doorga met de blog? Zo lang ik adem en fiets, vermoed ik. Het is niet denkbeeldig dat Fietsvarianten een seniorenblog wordt voor almaar trager wordende wielertoeristen die het vertikken een E-bike aan te schaffen! Hoewel!

Fiets, nr 1, 1997. Klik op afbeelding voor vergroting.
















Hoe - door wie en wat - komt het dat ik zo graag fiets?

1.Door mijn vader. Op mijn elfde kreeg ik mijn eerste racefiets en sinds die tijd nam hij mij (en mijn broer) geregeld mee 'op oefening'. Nergens was ik dichter bij hem dan op de fiets.
2.Door mijn jongensdromen. Als kind wilde ik graag coureur worden en de hoogste bergen uit de Tour beklimmen. Als een jongetje van vijf, zo kijk ik nog steeds het liefst naar de koers.
3.Door het rustgevende. Nergens vindt mijn hoofd zoveel rust als op de fiets: lekker afzien zuivert het gemoed!
4.Door het meditatieve: op de fiets lijken mijn gedachten zich te ordenen, de woorden zoeken er hun plaats op in een zin.
5.Door mijn gezin. Ik heb het geluk dat mijn vrouw en mijn zonen graag fietsen. (Met mijn zonen en hun vrienden mocht / mag ik geregeld op fietsweekend.)
6.Door kompanen, met wie ik tradities in ere hield en houd.
7.Door de koers: ik vind het heerlijk om heuvelzonescols en finales uit bekende koersen aan mijn palmares toe te voegen. Ook dwaze ondernemingen kunnen mij bekoren.
8.Door de vreugde van het leveren van een prestatie in een zielstrelend decor: daar heerst kilometers lang het esthetisch & atletisch genot, daar wordt er aan mijn ziel gepeuterd, daar voeren adrenaline & endorfine een vrolijk dansje op.
9.Door de gezondheidsgedachte, geregeld fietsen kan geen kwaad, hoewel, je moet wel de stoeprandjes mijden!
10.Door het gebrek aan rijbewijs en auto is de fiets mijn/ons enige vervoermiddel.


de Wielersite

Een jaar of tien geleden begon de Wielersite de verhaaltjes van Fietsvarianten over te nemen. Ze werden automatisch doorgelinkt naar Wielersportboeken. Af en toe had ik contact met de beheerder, ene Danny. Mijn vraag waar hij woonde, bleef onbeantwoord. Een jaar of drie geleden ging ik de ruimte die ik op beide sites kreeg, gebruiken voor De wielergedichten. Danny, vriendelijk en behulpzaam als altijd, gaf me een beheerpagina waar ik op kon inloggen om iedere week een nieuw gedicht te plaatsen. Twee weken geleden kon ik opeens niet meer op mijn beheerpagina. Mailtjes aan Danny werden niet beantwoord. Ook Harrie van Wielersportboeken en enkele andere medewerkers van de Wielersite wisten niet wat er aan de hand was. Volgens Harrie was Danny erg gesteld op zijn privacy. Adres of telefoonnummer gaf hij aan niemand. Via info van Harrie en een hoop gegoogel kwam ik vanmorgen toch aan een  adres. Danny bleek te wonen in een buitenwijk van ... Maastricht. Vanmiddag ben ik er naar toe gefietst. Toen ik wilde aanbellen kwamen twee heren en twee dames uit het flatgebouw. Ik vroeg of zij Danny kenden. En of ze hem kenden. De twee broers van Danny hadden slecht nieuws: Danny is op 30 september plotseling overleden. Hij werd 64 jaar. Danny was niet ziek maar vanwege een fobie leefde hij heel teruggetrokken, hij kwam nauwelijks buiten. De broers zijn op de hoogte van de (omvang van) de Wielersite, maar voor Danny was er geen aanleiding om hen er bij te betrekken. Ze missen ook voldoende kennis daarvoor. Met hulp van de provider gaan ze bekijken hoe het verder moet met de Wielersite. Aan de lijst van medewerkers te zien had Danny wereldwijd contacten. Ik vermoed dat geen van ons wist wie hij was.