Rondje Mont Ventoux

Voor volgend jaar mei een rondje van 100 km uitgezet in de Provence. Mijn zoon zal de Ventoux beklimmen vanuit Bédoin. Met mij wil hij graag een rondje fietsen waar ook de Ventoux vanuit Sault in zit. Zeg maar de ouwelullenkant, want de mietjeskant mag het niet meer heten omdat het beledigend is voor een groep medemensen. Het rondje leidt ons bij leven en welzijn van Malaucène via Bédoin en Flassan naar Villers-sur-Auzon vanwaar de weg 19 km lang door de schitterende Gorges de la Nesque loopt. Via Monieux gaat het vervolgens naar Sault en de Ventoux. Als die beklommen is, mag er gedaald worden naar Malaucène. Wat hellingen betreft is het een echt ouwelullenrondje: er zitten weliswaar 2399 hoogtemeters in, maar de stijgingspercentages liggen gemiddeld onder de 5% en zijn (met uitzondering van de laatste kilometer van de Ventoux) nergens hoger dan 7 a 8%. De voorbereiding en de klim worden uiteraard vastgelegd in baiku's! 

Oud(er) worden is
zolang het gaat de kwalen
naast je neer fietsen




Voorjaar 2026

Mijn jongste zoon heeft voor de meivakantie van volgend jaar een vakantiehuis gereserveerd in Malaucène, aan de voet van de Mont Ventoux. Hij wil graag dat mijn eega en ik meegaan met hem en zijn gezin. En hij wil met mij de Ventoux op fietsen, want die ontbreekt nog op zijn palmares. Ik was, op z'n Vlaams gezegd, een beetje van mijn melk door zijn vraag. Volgend voorjaar staat er één en ander te gebeuren: ik word 75, er wordt opnieuw bekeken hoe het met mijn aneurysma is gesteld en er komt een nieuwe dichtbundel van me uit die als titel  'Aan de vooravond' heeft, een titel die is gekozen omdat er in die gedichten nogal veel naar de dood wordt verwezen. Daar komt dus, bij leven en welzijn, de Ventoux bij. Ik had niet verwacht dat ik nog 'ns naar de Provence zou gaan, dat ik de Ventoux nog 'ns zou (proberen te) beklimmen. Vanuit Sault moet lukken, aan Malaucène en Bedoin kan ik me beter niet wagen want dan trap ik dwars door mijn artrose-enkel heen. Nadat ik een beetje bekomen was, ben ik maar begonnen met dromen. Als mijn gemotoriseerd lief er niet bij is, oefen ik mezelf op de heuvels weer in het zo langzaam mogelijk bergop fietsen, ik maan mezelf voortdurend tot rust:

Trager nog dan traag
naar boven - zo verzuren
droom en benen niet






Zomer 2026

'De Tour van 2026 telt vijf aankomsten bergop, waarbij drie aankomsten nieuw en voor vele wielerliefhebbers dus onbekend zijn,' aldus Wielerverhaal. Maar niet voor mij! Althans wat twee ervan betreft. In 2003 was ik met mijn zonen en vriend(in)en van hen op fietsvakantie in de Alpen. Op het programma stond ook de beklimming van de Col de Sarenne, de achterkant van de Alpe d'Huez, waar Tadej & Co volgend jaar naar boven mogen. Wat ik me herinner is dat het een wonderschone klim is en dat Henri luid zingend boven kwam, op zijn overjarige Raleigh, met sportschoenen op klikpedalen! Anders overweldigend vanwege het landschap is de Gavarnie-Gèdre in de Pyreneeën. Ik fietste er in 2009 tussen rotsen en klaterend water naar boven met enkele collega's. We namen in Gavarnie de afslag naar de Col des Tentes. Wat ik me daar vooral van herinner is het groot aantal koeien en schapen dat over de weg liep: 

Geen mens meer te zien -
een kudde lome schapen
regelt het verkeer




Kleindochters

Omdat ProRail en NS nog steeds voor omleidingen zorgen, zijn we deze week vrijgesteld van onze oppas-taak. Mijn lief en ik maken een wandeling omdat het weer iets te onbestendig is om ons aan een herfstige fietstocht te wagen. Geen zin in een plensbui en fietsen poetsen. En waar hebben we het onderweg zoal over? Juist ja, over ... onze

Kleindochters

Bijna elf jaar al gaan
we iedere week een dag
oppassen,

in de zomer komen ze ons
hier een week bij de 
tijd houden,

we kennen hun wel en wee 
en groeien (doorgaans 
heel gezellig) een 
eindje met hen mee

klik op afbeelding voor vergroting


Zere benen

Eergisteren, op onze wekelijkse oppasdag in Utrecht, mochten we met dank aan de werkzaamheden van ProRail, twee keer ruim twee en een half uur in overstaptreinen en vervangende bussen zitten. Gisteren liep ik met mijn lief een mooie Bronnenroute van 9 km in het Heuvelland. Soms leiden toewijding en liefde tot zere benen. Toen ik vanmorgen met mijn zware Cube het Mergelland in fietste voor een groot gedeelte van het Rondje Ouwelullenhellingen vreesde ik dan ook het ergste. Tot mijn verrassing waren mijn benen na twee klimmetjes al uitgejammerd. Op de volgende negen hellingen hielpen ze me soepeltjes met het zuiveren van mijn gemoed. Ik wist niet wie of wat ik danken moest.





Deo volente

Het Mergelland is al vijfenvijftig jaar mijn thuisland. Kort nadat ik (op mijn negentiende) vanuit Godsheide (B) naar Maastricht verhuisde haalde ik mijn racefiets op en begon de streek te verkennen. Ik durf niet te beweren dat ik alle weggetjes ken, zeker niet nu er ook volop gegraveld wordt. In eerste instantie wilde ik alle beklimmingen uit de Amstel Gold Race en de Hel van het Mergelland aan mijn palmares toevoegen, later ontdekte ik de routes van toertochten als Limburgs Mooiste en de Mergelland Tweedaagse, en nog later leidde het uit Belgisch Limburgs overgewaaide knooppuntensysteem me naar plekken waar ik niet eerder was. Routes die ik zelf geregeld fiets(te) kregen een apart item op deze blog. Als ik de statistieken van Google mag geloven werd mijn Fietsroutes vanuit Maastricht-pagina meer dan 38.000 keer bekeken. De laatste jaren zoek ik meer de zijweggetjes op, niet die ene bekende klim, maar die er (min of meer) parallel aan loopt en door geen enkele koers of toertocht wordt aangedaan. Mijn vondsten presenteer ik ieder jaar in september aan de deelnemers van het Rondje Ritz. Als ik ook mijn zonen, die hier leerden fietsen en nu in Utrecht wonen, kan verrassen, is mijn missie geslaagd. Momenteel ben ik bezig met het rondje van 2026, ik ben zover dat ik het (bijna) blindelings kan fietsen.  Het rondje is 61 km (73 met ommetje) en het verbindt een stukje Westelijke Mijnstreek via een doorsteekje in Valkenburg met het Kalkgrasland. Het bestaat voor 90% uit rustige binnenwegen en er zitten een aantal heuvels in die de Ritzers gegarandeerd niet kennen. Sommige weggetjes waren ook nieuw voor mij. Voor september 2026 dus, bij leven en welzijn, als het God belieft, Deo volente, es God bleef! Waarom ik God zo nadrukkelijk erbij betrek kunt u lezen op het Zuid-Afrikaanse Versindaba: klikken maar!








Rondje Ritz

Mijn (overleden) schoonouders (Jacques en Tineke Ritz) zetten (tussen 1945 en 1960) drie zonen en zeven dochters op deze wereld, en die zijn allemaal nog in leven. In wisselende samenstelling gaan ze om de zes weken wandelen in de heuvels van Zuid-Limburg. Ze zijn blij dat ook in dit gebied wandelknooppunten komen, maar het is de vraag of  die hen zullen behoeden tegen het kletsend afdwalen van de voorgenomen routes.  Vandaag, de eerste zaterdag van september, wordt een andere traditie in ere gehouden: het jaarlijks Rondje Ritz voor de bezitters van een racefiets. Vanaf elf uur druppelen ze binnen (vanuit Oirschot, Utrecht, Bakel, Beilen en Amsterdam): een kleindochter van Jacques en Tineke, twee kleinzonen, een collega schoonzoon, de echtgenote van de kleindochter, de schoonvader van de ene kleinzoon en de schoonbroer van de andere. Op het programma staat een Mergellands Smallewegenrondje van 63 km (met 9 hellingen en 660 hoogtemeters) dat uitgebreid kan worden met een ommetje over de Cauberg en de Geulhemmerberg, Al twee weken wordt er een nazomerse dag voorspeld, en waarempel; de weerstations hebben het bij het rechte eind! Na het maken van de groepsfoto begeven ons op weg richting Gronsveld en Mesch. Mijn oudste zoon en zijn Wahoo voeren het pelotonnetje aan en ik mag wederom de rij sluiten om te genieten van hoe de anderen genieten van (elkaar en) mijn thuislandschap. Er wordt gekeuveld en gekletst tegen 28 per uur maar dat verandert als de heuvelzone begint. Niet iedereen klimt en daalt even snel en het aantal kilometers dat de dame en de heren in de benen hebben varieert van 2,5 honderd tot 6,5 duizend. Omdat op elkaar wachten erbij hoort kan er in eigen tempo (afgezien en/of) genoten worden. Het parcours, de smalle weggetjes zorgen er voor dat we weinig last hebben van andere weggebruikers. En zo belanden we, de een al wat vermoeider dan de ander, weer in Maastricht. Daar is het tijd voor Pasta & Pils, al wordt er ieder jaar (schrikbarend) minder bier gedronken!

klik op afbeelding voor vergroting




Gravelbiken & bikepacking

De zomereditie van het (gratis) online magazine Fietsen is leuk heeft als thema gravelen & bikepacking. Mij werd gevraagd of ik een gedicht over gravelen wilde schrijven. Ingewikkeld als je niet van gravelen houdt! Of toch niet? Hieronder mijn bijdrage:

De zomer van 1958

Mijn vader heeft een echt koersstuur 
op mijn fietsje gezet, 

met een veel te grote worstenhelm 
op mijn hoofd sprint ik 
als een André Darrigade van zeven 

vanuit de tuin de aangestampte kiezel 
van de Kleinstraat op,

ook in de Kapelveldstraat en Miezerik
geen asfalt of macadam,

in een binnenbocht ga ik dwars
door de losse kiezel overkop,

jankend van sleutelbeenpijn 
loop ik zonder fiets naar huis

en zoveel jaren later, nu elke 
wielertoerist ervan droomt over 
strade bianche en gravel 
te rijden

wil dat jongetje in mij 
nog altijd elke weg
die onverhard is
mijden


klik op afbeelding voor vergroting,
de onverharde Kleinstraat in 1958

Vlieland

Een paar dagen met mijn lief, mijn eega, mijn wettige echtgenote op Vlieland geweest. In ons arrangement zat het gebruik van twee degelijke Gazelle-stadsfietsen. Zonder ondersteuning! Op de eerste dag fietsten we het eiland rond. Eenmaal het Dorp uit werden we, ondanks het hoogseizoentoerisme, overvallen door de rust en de stilte. Langs de zee, door de duinen, door bos en hei: ‘t was een en al weldadig gepedaleer. De tweede dag fietsten we een deel van dezelfde route maar sloegen ieder zijweggetje in dat ons leidde naar Vlielandse bijzonderheden zoals de Vuurtoren, de Vuurboetsduin, de Kroon’s Polders en het Bokkendal. Bij zo’n eilandbezoek horen uiteraard ook een lange strandwandeling, tafelen in (leuke) restaurantjes en een ontdekkingstocht in het Dorp. Voor de dichter Slauerhof, die hier tijdens zijn kinderjaren en veel daarop volgende zomers verbleef, bood (lieflijk) Vlieland helaas geen blijvende troost, ondanks zijn liefde voor het eiland, maar ja, hij schreef dan ook de beroemde dichtregel: ’Alleen in mijn gedichten kan ik wonen’.



Rondje Haspengouw

Mijn lief wil graag nog een keer (met de fiets vanuit Maastricht) naar 'Alden Biesen'. En ze wil en passant ook dat 'doorkijkkerkjeen die 'zwevende kapel' in de de buurt van Borgloon wel 'ns zien. Geen probleem, omdat je ook na vijftig jaar huwelijk de schwung erin moet houden zet ik een knooppuntenrondje uit. Om aan de wensen van mijn lief te voldoen kan het niet korter dan 104 km! Over de betonbanen van glooiend Haspengouw! Het belooft een mooie dag te worden. Via Kanne duiken we het fraaie Jekerdal in. Zolang mijn lief het motortje van haar Cube in toom houdt zit ik lekker uit de wind op mijn Bianchi. Voorbij het stukje 'buitenlands' Wallonië draaien we richting Tongeren en het oorspronkelijke Graafschap Loon. Na 50 km komen we, met een kleine omweg omdat we een bord misten, bij het 'doorkijkkerkje', een bijzondere installatie van het architectenduo Gijs Van Vaerenbergh. Niet veel verder 'zweeft het kapelletje', een kunstwerk van Frits Jeuris dat gemaakt is van gekloven kersenstammen. Blij dat we het aanschouwd en bewonderd hebben is het tijd voor boterhammen.  En we peddelen weer verder, omhoog, omlaag, draaiend en kerend, langs akkers en boomgaarden. Over 10 dagen worden de peren geoogst! Als je op  'ClimBfinder' kijkt zie je in dit gebied tal van klimmetjes die variëren van 0,3 tot 3 km aan 2 tot 4,5%. Niet gek dus dat je hier veel minder fietsers tegenkomt dan in het Maasland en de Kempen. Dat geldt ook voor horecagelegenheden. Met 800 hoogtemeters in de benen fietsen we door de poorten van 'Alden Biesen', een prachtige landcommanderij met 800 jaar historie. Eindelijk een terrasje, eindelijk koffie, eindelijk echte Limburgse vlaai. Op krap 20 km en een paar klimmetjes van (t)huis! Waar we 110 km op de teller hebben staan!



De macht der gewoonte

'De macht der gewoonte verwijst naar de sterke invloed die gewoontes hebben op ons gedrag en denken. Het is het idee dat veel van onze dagelijkse acties niet het resultaat zijn van bewuste beslissingen, maar eerder van automatische patronen die we hebben ontwikkeld.' Aldus AI op Google. Als je veel in je eigen omgeving fietst en iedere tocht wel een keer moet stoppen om je blaas te legen, ontstaan er inderdaad, zonder dat je in het gaten hebt, vanzelf vaste plasplekken. Eén van mijn stopplaatsen ligt ergens tussen Terlinden en Bergenhuizen, bij een kapelletje en een wegkruis, die omringd worden door een heg die je in ieder jaargetijde voldoende beschutting biedt om (redelijk) ongezien te blijven voor passanten. Ik heb het vandaag voor alle zekerheid nog even nagevraagd: Onze Lieve Heer en St Cornelis hebben er geen bezwaar tegen dat ik hen enkel groet als ik zo nodig moet.



Over het uitlenen van je racefiets

Ik ben opgegroeid met de stelregel dat je nooit je racefiets mag uitlenen. Mijn vader was daar héél strikt in. Ik zal ook nooit iemand vragen of ik zijn (beste) racefiets mag lenen. Zoiets doe je niet! Aldus mijn vader. Nu de racefiets van mijn eega is voorzien van een motortje komen er vragen (van dierbaren) of ze hem mogen gebruiken om tempo te maken. Ik moet bekennen dat ik daar (veel) moeite mee heb. Is dat terecht? Het is toch niet mijn fiets: als mijn eega haar racefiets wil uitlenen is het toch haar probleem als er wat fout gaat? Hoe denken andere fietsers hier over?
Via Facebook legde ik twee vragen voor: zou jij je racefiets uitlenen aan een familielid, een vriend of een collega om er tochten mee te maken? Zou jij iemand anders durven vragen of je zijn racefiets mag lenen?
De reacties blijven binnen komen. Of de
cyclisten in de USA, Denemarken, India, de UK, Zuid-Afrika, Polen, Australië, Italië, Duitsland of Zwitserland wonen, het maakt niet uit, de overgrote meerderheid antwoordt op beide vragen met een duidelijk no: 'Definitely no to both questions!' 'Nope, nope!' ' 'Not a chance!' 'This is a joke right?' 'There’s no chance on either.' 
'No and no. I don’t want to be responsible for someone else’s bike. And I really don’t feel comfortable letting someone else ride my bike. Plus, both of my road bikes are setup for me.' 'No way!' Etc, etc. 
Sommigen zouden alleen hun oude fiets uitlenen: 'Definitely nope on all accounts. I've lent my non road bikes to friends, but not my roadies.' 'My backup is there for me to con friends into trying riding and getting their own bikes.' ' 
Énkelen zouden hun fiets wel uitlenen, maar ze zullen er zelf nooit een lenen: 'I would never ask to borrow, but I would lend it out to someone I trust and that I know would replace it if it got stolen or damaged.'  'I would offer my bike. But I would not ask to borrow one.'  
Een kleine minderheid leent zijn fiets wel uit, zij het onder voorwaarden: 'Safety deposit?' 'Dependes, If it’s my brother yes, perhaps a very close friend interested in starting to cycle.' 'Yes, and yes (when traveling). Why not? Relationships are far more important than things.'  'Only if they were on a ride with me.' 'A ride? Probably. Rides? No.'  
En wat zegt ChatGPT. Ik citeer: 'In de meeste gevallen is het niet verstandig om je racefiets uit te lenen, tenzij je er echt geen moeite mee hebt als er iets mee gebeurt.'
Allee, het is duidelijk, mijn vader heeft me gelukkig niet opgezadeld met een of andere idiote stelregel! 





Bericht

Toen ik terug kwam van Sauerland kreeg ik bericht van H, een (heel) goeie kennis (77), dat zijn zoon (48) was overleden. Omdat we elkaar iedere maand treffen met een groepje en tussendoor mailden heb ik de lijdensweg van zijn zoon en van hem kunnen volgen. Naar aanleiding van het bericht schreef ik volgend versje:

Terwijl hij aan het sterfbed
zat van zijn zoon

fietste ik over de heuvels
van het Sauerland
met die van mij,

al te vaak vergeet ik
hoe dankbaar ik
moet zijn

Eerder schreef ik een (intussen op Versindaba gepubliceerd) gedicht naar aanleiding van H's pijn. Ik schrijf bewust naar aanleiding van want ik wist niet zeker of het ook klopte:

Hoe

Hij heeft hem al
in veel gedaanten
gezien

maar nu de dood
zo dicht bij huis
geduldig 
op overgave
wacht

zwijgt hij het
voor zich uit:

hoe moet je
als vader verder
als je je zoon
overleeft

Mijn interpretatie bleek juist te zijn, zo liet H me weten. De uitvaart van zijn zoon heeft inmiddels plaats gevonden. H hield een (emotionele) toespraak, die eindigde met bovenstaand gedicht.




Vennbahn

Twee dagen geVennbahnd met mijn eega. Gisteren de trein genomen naar Aken, op de fiets gestapt en ons naar het 75 km verderop gelegen Meer van Bütgenbach getrapt over de blijkbaar steeds populairder wordende voormalige spoorbaan. Omdat ik er nog altijd niet voor gezorgd heb dat het gemotoriseerd fietsje van mijn eega en mijn racefiets van bagagedragende hulpstukken voorzien kunnen worden, moest ik mijn (zwaardere) Cube met fietstassen verblijden. Doorgaans is dat geen probleem, wat harder en zwaarder trappen is goed voor de conditie, maar gisteren vroeg ik me na 20 km toch af wat er hand was. Terwijl mijn eega pijn over haar hele lijf kreeg van het snelheid minderen trapte ik me te pleuris. Raadpleging van een informatiebord liet zien dat de eerste 38 km gestaag bergop lopen richting Hoge Venen, niet meer dan 2%, maar bergop is bergop. Ook de rest van de route was voornamelijk vals plat omhoog. En dat is dan ook meteen de reden waarom we vandaag een heerlijke terugtocht hadden. Onder een heerlijk zonnetje ontvouwde de Vennbahn zich op haar mooist. De kilometers (door de dennenbossen, over de vlaktes met Ardense uitzichten, langs oude spoorwegstationnetjes) vlogen voorbij. Misschien lag het ook aan ons ontbijt in Hotel du Lac: het ontbijtbuffet bood naast de gebruikelijke voedzame kost ook  stukjes heerlijke ... rijstevlaai!



Sauerland

Een weekend in het Sauerland gaan fietsen met mijn zonen en hun vrienden, zeg maar de heren. Ik had weer de eer de routes uit te zetten. Voor de dag van aankomst stond een rondje van 48 km (met 860 hoogtemeters) gepland. Op dag twee gaf het programma een tocht van 70 km (met 1215 hoogtemeters) aan, al dan niet aangevuld met een ommetje van 22 km (met 428 hoogtemeters). Ter afsluiting van het weekend konden we ons wagen aan een rondje van 85 km (met 1609 hoogtemeters). We logeerden in Neuastenberg, een plaatsje in de buurt van Winterberg, dat op 730 meter hoogte ligt. Roel ging vanuit Maastricht (in twee dagen) met de fiets naar het Sauerland. En René kwam wat later omdat hij (i.v.m de verkiezingen van volgend jaar) eerst nog verkozen moest worden tot lijstrekker van het CDA Rotterdam. Na zoon Joost heeft nu ook zoon Gijs een nieuwe racefiets aangeschaft. Die fietsen zien er een tikkeltje anders uit dan de vélo waarmee hun opa in 1939 begon te koersen. Henri was helaas verhinderd, Sem was gelukkig wel weer van de partij. Het openingsrondje (met uitzichten die aan de Vogezen en Het Zwarte Woud deden denken) was mooier maar ook pittiger dan verwacht. Voor mij toch. Een aantal beklimmingen vielen niet bepaald onder de noemer ouwelullenhellingen. Het rondje van 70 km bevatte helaas iets te veel drukke wegen, al zaten er tussendoor mooie stukken in zoals de beklimming van de Grosses Bildchen. De tocht werd aangevuld tot 100, 110 of 120 km. Het rondje van 88 km beviel de heren gelukkig uitstekend. In mijn geval - ik was een uur eerder vertrokken -  veranderden de knotenpunkten die ik volgde halverwege helaas in klotepunkten maar het leverde me wederom een heel fraaie alternatieve route op. Een dag eerder werd ik - ver achterop geraakt - ook al in de steek gelaten door mijn geplastificeerde routebeschrijving. Moet ik op mijn ouwe dag toch een garmin aanschaffen?  Het was al met al een heerlijk fietsweekend (zonder malheurs en met redelijk goed weer). De Villa waar we logeerden ligt pal naast een kerkje met een kleine, prachtige begraafplaats die zonder afzetting overgaat in de wei van de pastoor. In die wei vond de opening plaats van de festiviteiten ter gelegenheid van het 150 jarig bestaan van de plaatselijke schutterij. We gingen kijken, we hadden een mooi plekje, tussen de levenden en de doden.

klik op afbeelding voor vergroting


Fietspadblokkade

De afgelopen dagen in alle vroegte opgestaan om een paar uurtjes te kunnen fietsen voor de hitte toesloeg. Ook voor mijn teerbeminde zorgde het verkoelend windje in het Heuvelland voor de beste momenten van de dag. Al hadden we vanochtend om 7u al te maken met een protestdemonstratie:

Fietspadblokkade -
en waar demonstreert die troep
ganzen dan tegen

En vanmiddag verscheen op het Zuid-Afrikaanse Versindaba een reeks versjes over onze kleindochters: hier te lezen! Zo, bent u ook weer op de hoogte!




Geplastificeerd

Gisteren mijn jaarlijks bijpraatrondje gefietst met Godsheidenaar Ivo. We volgden een knooppuntenroute maar raakten na 50 km het spoor een beetje bijster. Terwijl Ivo aan de ene kant van de weg bezig was zijn Garmin op te starten (zeg je dat zo?) sprak ik aan de andere kant van de weg een dame aan. 'Terug tot de rotonde en dan naar rechts,' legde ze uit, 'maar het is nog ver hoor!' voegde ze er aan toe. 'Toch geen 100 km' vroeg ik. 'Nee, dat niet, maar zeker 3 km.' Duidelijk een mevrouw die niet graag fietst! Over anderhalve week ga ik met de heren drie dagen fietsen in het Sauerland. Ik zette de routes uit via Ride with GPS zodat de heren ze kunnen downloaden op hun (gesofisticeerde) Garmins. Zelf behelp ik me (al mijn hele fietsleven) met geplastificeerde stukjes papier met de routebeschrijvingen. Hoe ouderwets kan een mens zijn! Ben ik onwillig, heb ik geen zin om (dure) apparaatjes aan te schaffen die ik moet leren bedienen, heb ik een hekel aan veranderingen of ben ik gewoon tevreden met iets waar ik me (mijn hele fietsleven al) mee kan behelpen? Ik dacht, ik leg de vraag voor aan Perplexity, een broertje van Chat GPT. Zijn conclusie: 'Je bent niet per se koppig of lui, wel een tikkeltje eigenwijs, aangezien je geen zin in gedoe hebt ben je vooral tevreden met wat je hebt. En dat is helemaal oké! Geniet van je geplastificeerde routebeschrijvingen!'

klik op afbeelding voor vergroting



Vergetensgezind

Vanmorgen voor het eerst sinds lang weer 'ns mijn eigen Rondje Mergelland gefietst. Het is 72 km lang, telt 909 hoogtemeters en er moeten dertien hellingen beklommen worden, waaronder de Loorberg, de Camerig, de Mingersberg, de Fromberg, de Sibbergrubbe en de Cauberg. Onderweg word je getrakteerd op de mooiste Mergellandse vergezichten. Ik noemde dat rondje begin deze eeuw met een héél vette knipoog 'De Miel Vanstreelsroute'. Bart Brouwers, de toenmalige hoofdredacteur van De Limburger schreef er een stukje over dat later ook werd opgenomen in een boekje met fietsroutes. Ik moest vandaag van helling tot helling bekijken of mijn artrose-enkel mij het rondje zou gunnen. Zolang ik overal trager dan traag naar boven fietste en dus zo weinig mogelijk druk op de pedalen uitoefende zolang toonde hij zich tijdens elke afdaling vergetens- en vergevingsgezind. Wel een beetje raar: nergens buiten adem boven komen en toch niet harder mogen trappen. Nou ja, als mijn enkel het nog twaalf jaar houdt ben ik net zou oud als de man 86 waar ik eerder deze week een eindje mee fietste. Hij rijdt nog rondjes van 60 tot 70 km op een racefiets, zónder ondersteuning. Hij stopt in ieder dorp bij de kerk, kijkt of de deur open is en gaat dan even naar binnen. Wat hij daar gaat doen mocht ik zelf verzinnen. Hij vond mij met mijn 74 jaren 'nog een jonge kerel, een vent in de bloei van z'n leven'!  



Over monumenten, klassiekers en zo.

Begin jaren zeventig van de vorige eeuw begon ik gedichten te schrijven. Er verschenen toen minstens dertig literaire tijdschriften waar je je verzen naartoe kon sturen in de hoop dat ze werden gepubliceerd. Ik vergeleek de status van die tijdschriften met wielerkoersen: monumenten, klassiekers, eendagswedstrijden met meer of minder faam en kermiskoersen. Elke dichter probeerde uiteraard in de (handvol) monumenten te geraken. Het lukte me een aantal keren, maar ik was al heel blij als ik een positieve reactie kreeg van klassiekers en eendagswedstrijden. In 1996 publiceerde ik mijn laatste bundel 'serieuze' poëzie. Niet veel later schakelde ik over op fiets- en wielerversjes. Die kwamen in een heel ander circuit van tijdschriften en publicaties terecht. Na de eeuwwisseling, met de komst van internet, verdwenen de meeste literaire bladen. Momenteel zijn er nog hooguit tien. Het is dus een stuk moeilijker om gedichten gepubliceerd te krijgen. Dat merk ik nu ik me sinds kort weer focus op 'serieuze' gedichten. Maar ik mag niet klagen. Bij Weirdo's, het enige marginale papieren tijdschrift uit de jaren tachtig dat overeind bleef, kan ik terecht voor mijn politiek getinte gedichten. Het online literair tijdschrift De Schaal van Dighter is mijn versjes al geruime tijd gunstig gezind. Versindaba ('n Webwerf vir die Afrikaanse digkuns) plaatste vorige week vijf van mijn nieuwe gedichten en op Meander (een literair e-magazine) verscheen vandaag een drieluik (voor mijn lief en onze zonen). Al die gedichten vallen onder de noemer DAGBOEKpOËZIE!




Cataract

Twee staaroperaties ondergaan. Dertien dagen geleden aan mijn rechteroog, gisteren was het linker aan de beurt.  Alles is opeens zo helder dat ik ook dingen zie die ik liever niet zie. De laatste maanden ging mijn zicht behoorlijk achteruit. Gelukkig kon ik blijven fietsen, al moest ik goed uitkijken. Ik ging er vanuit dat er een lange wachttijd zou zijn voor een eventuele operatie, maar tijdens de eerste afspraak al gaf de oogarts aan dat er met enige spoed gehandeld moest worden. Omdat ik een tijdje niet intensief mag sporten, komt de voorbereiding op de Sauerlandse tochten met mijn zonen en hun vrienden een beetje in het gedrang. Hopen nu dat ik de zomerse dagen in april en begin mei voldoende heb benut!

De dokter van het licht
verwijdert de troebel-
waas uit mijn ogen

en schenkt me 
weer een klare kijk

op de wereld
en mezelf

al valt dat laatste
niet mee:

voor een spiegel
wordt het verval
genadeloos
ontbloot







Daar bij die molen (van Gronsveld)

Vanmiddag moest ik in een onoverzichtelijke bocht in de remmen voor de op het fietspad geparkeerde e-bikes van zes grijze dames. In het gras stonden een aantal oude mannen met hun racefietsen. Wat was er gebeurd? Kwamen de groepjes elkaar tegen en konden ze elkaar niet ontwijken? Terwijl ik passeerde zag ik dat een van de bejaarde coureurs uit de struiken werd geholpen. 't Is me wat op het fietspad!



Zwartrjder?

Vandaag fietsen circa 15.000 wielertoeristen de toertocht van de Amstel Gold Race. Ik woon in Maastricht, heb me niet ingeschreven en wil toch een rondje gaan fietsen. Moet ik de drukte mijden en uitwijken naar België? Maar wat als ik een beetje Amstelsfeer wil proeven? Is dat onfatsoenlijk tegenover de organisatoren en de betalende deelnemers? Ben ik een zwartrijder als ik op de openbare weg in mijn thuisland op dezelfde dag in dezelfde richting pedaleer als de toerfietsers? Profiteer ik schaamteloos van een bewegwijzerde route en de vele vrijwilligers die het verkeer regelen? Ook als ik (uiteraard!) de verzorgingsposten negeer en ruim om de finish heen fiets? Ik vermoed dat de meningen verdeeld zijn maar ben toch zo vrij om me naar het parcours van de 100 km te begeven en op m'n gemak de blauwe bordjes te volgen. Ik ben vertrokken op het moment dat de officiële starttijd werd gesloten en blijk niet de enige die gewacht heeft tot het zonnetje Zuid-Limburg een beetje heeft opgewarmd. Wat ook opvalt is dat er heel veel fietsers zonder stuurbordje rijden, ik hoor rugnummerlozen praten met verschillende Hollandse en Vlaamse accenten! Allemaal niet betaald dan wel uitgeloot!? Een discutabel excuus voor mij als thuisfietser? Ik kan aansluiten bij groepjes die een voor mij doenbaar tempo fietsen, wat heerlijk is op de stukken vals plat met wind op kop. Op de heuvels raak ik die groepjes weer kwijt omdat ze moeten wachten op de traagsten onder hen. Want tot mijn verbazing (en geluk!) passeer ik (als talentloze ouwe man) op de hellingen menig jonge(re) wielertoerist. De kilometers vliegen naar mijn gevoel voorbij. Het Parkstadgedeelte van de route is prachtig, ik moet hier vaker komen. Na 75 km wordt het aanmerkelijk drukker omdat verschillende routes samen komen. Op de Fromberg fietst een lang gerekt peloton naar boven onder luid applaus van een grote schare fans. Moeheid begint de deelnemers parten te spelen, vooral op het steile gedeelte van de Koulenberg is er veel afstapverdriet. Nog redelijk fris en monter kom ik na 104 km, 9 beklimmingen en circa 1000 hoogtemeters thuis. Op mijn teller staat een gemiddelde van 23,1 km. Lag het aan het heerlijk lenteweer, de route, de sfeer, mijn leeftijd en/of mijn conditie, feit is dat ik zelden (of nooit?) zo van een toertocht genoten heb als vandaag!




Aangekleed

Bij het Shimano Experience Center in Valkenburg kun je als wielerliefhebber terecht voor tal van activiteiten. Er is een fanstore, een museum, een Bike Test Center, je kunt er racefietsen huren, er worden (begeleide) tochten georganiseerd en er zijn vergaderruimtes. Een van die ruimtes werd onlangs opnieuw 'aangekleed'. Voor de aankleding van de Cauberg-zaal, want zo heet die ruimte, werd een gedicht van mij gebruikt. Als versjesmaker en wielertoerist met altijd tegenwind voel ik me zeer vereerd: sta ik zomaar naast Marcel Kint, Briek Schotte, Jan Raas, Oscar Camenzind en Philippe Gilbert, de wereldkampioenen van Valkenburg!

klik op afdeling met vergroting

100 must do climbs

Terwijl Mathieu van der Poel in de armen van zijn vriendin viel na zijn schitterende prestatie in Milaan - San Remo belde een Post.nl-bezorger aan met het boek '100 must do climbs' van Dirk Vissers. Een presentje van de auteur, die ik vorig jaar leerde kennen bij de opnames van vlogs voor Fietsen is leuk. Dirk is een fervente wielertoerist die de afgelopen 20 jaar 300 heuvels en bergen beklom in 13 verschillende Europese landen. In dit boek licht hij zijn top 100 toe met info over de beklimmingen en zijn klimervaringen. Ik mag niet klagen over het aantal bergen waarop ik lijden mocht, maar van die 100 staan er slechts 30 op mijn palmares. Dirks beschrijvingen roepen herinneringen op: de lamentabel steile percentages op de Muro di Sormano, de op het asfalt zonnende schapen op de Col des Tentes, de zielstrelende uitzichten op de Col de la Cayolle. Jan Bakelants, voormalig wielrenner en streekgenoot van Dirk, schreef het voorwoord. Jan is ook bekend vanwege zijn straffe verhalen in de podcast van Wielerclub Wattage. Het is dezer dagen koers wat de klok slaat. Een uur geleden stuurde Bert Struyvé me een lentegedicht voor De wielergedichten en gisteren - de warmste 21 maart sinds de metingen - trakteerde ik mezelf op een rondje van 100 km door het Mergelland. Na het zoveelste stuk vals plat met forse tegenwind en bij het passeren van het zoveelste kapelletje zong het in mijn hoofd: hoera, het heilige afzien is weer begonnen!




Lisperstraat 112

Enkele maanden geleden kreeg ik een mailtje van Walter Sluydts. Hij doet onderzoek voor Lira Elegans, een digitaal historisch tijdschrift over Lier. Momenteel is hij bezig met een artikel over het pand aan de Lisperstraat 112, het voormalig Missiecollege van de paters van de H.Geest. Hij kwam aan mijn adres via de blog over mijn internaatsjaren in dat college. Walter vroeg om informatie en liet en passant weten dat zijn schoonvader in de jaren zestig van de vorige eeuw gymleraar was in het Missiecollege. Zes jaar gymles van dezelfde leraar vergeet je niet! Ik schakelde de kostschoolgenoten in die ik ieder jaar tref bij Zuster Agnes op het Lierse Zimmerplein. Binnenkort komt er weer een uitnodiging en mogelijk schuift Walter aan. Toen we nog 's avonds afspraken en André (uit Bokrijk) nog niet was opgespoord, ben ik een paar keer met de fiets naar Lier geweest. Ik bleef dan een nachtje over in een hotel om de dag erna terug naar Maastricht te fietsen. Meestal grotendeels langs het Albertkanaal, soms ook langs de drukke provinciale wegen. Sinds we afspreken op een ouwemannentijd (14u) word ik in Hasselt opgepikt door André. Zo nu en dan vertel ik mijn nageslacht wat over mijn kostschooljaren. Zoiets moet je niet te vaak doen en je moet vooral niet in herhaling vallen:


Fietsvariantenbruggetje

Banneux, Scherpenheuvel, Kortenbos, Beauraing, Lourdes, Lisieux: wat hebben die plaatsen met elkaar gemeen? Het zijn bedevaartsoorden (met een basiliek) waar ik (met discutabele godsvrucht) met mijn koersfiets was. In al die basilieken wordt de H.Maagd Maria vereerd, behalve in Lisieux, daar worden kaarsen gebrand bij het beeld van de H.Theresia. Waarom vertel ik dit? Het is een fietsvariantenbruggetje naar volgend versje: 






Het blijft wennen ...

Ik sla De Limburger van vandaag open en mijn oog valt op de grote kop boven een interview met voormalig roeister Annemiek Derckx (1954): 'Toen ik zeventig werd, ben ik de Mont Ventoux op gefietst. Zo wil ik naar de tachtig.' Knap, denk ik, heel knap, en begin te lezen. Annemiek vertelt dat zij en haar man graag naar de omgeving van de Ventoux gaan, ze heeft de Kale Berg al vaak beklommen, met de fiets: 'Die ben ik jaren lang zo naar boven gereden. Nu pak ik de elektrische fiets, een hybride mountainbike.' Oh, denk ik, oh! Aan het eind van het overigens mooie interview staat dat Annemiek die mountainbike ook gebruikte op de dag dat ze zeventig werd: 'Elke keer weer is het werken om boven te komen, zwoegen, zelfs met een elektrische fiets.' Ik weet niet hoe het andere wielertoeristen (van den ouden stempel!) vergaat, maar ik moet er nog altijd aan wennen dat fietsen op een e-bike gepresenteerd wordt als ... fietsen! Annemiek kan er niets aan doen dat er zo'n kop boven het interview wordt geplaatst en wellicht gebeurde dat zelfs door toedoen van ChapGPT, want een paar weken terug schreef de hoofdredacteur van de krant in zijn wekelijkse column dat zijn journalisten hun artikels van een pakkende kop laten voorzien door ChatGPT. Dus vraag ik mijn vriend de robot of hij fietsen op een e-bike echt fietsen vindt. Ziehier zijn antwoord: 'Als je fietsen ziet als puur lichamelijke inspanning, dan is e-biken minder intensief dan op een gewone fiets trappen, vooral als je veel ondersteuning gebruikt. Maar je moet nog steeds trappen, sturen en je balans houden, dus het blijft een vorm van fietsen.' En hij eindigt, zoals wel vaker, met een wedervraag: 'Wat vind jij, voelt e-biken voor jou als echt fietsen?' Euh... 



Wolske

Vorig jaar werd ik erop geattendeerd dat mijn geboortehuis - een langegevelboerderij uit 1912 - grondig wordt gerenoveerd. Gisteren las ik in Godskesgazet een interview met de broers Jan en Wim van Overwalle, de eigenaars van het pand. Wat kan ik me nog herinneren van dat huis aan de Nieuwe Steenweg in Wolske, een wijk van Godsheide? Ik ben er in maart 1951 geboren. Mijn broer was een jaar eerder in Hasselt geboren, mijn zus werd in 1954 geboren, enkele maanden na de verhuizing naar het eigenhandig door mijn vader gebouwde winkelwoonhuis in het centrum van Godsheide. Ik ben dus de enige Vanstreels die in Wolske ter wereld kwam. Als ik het me goed herinner woonden in die langegevelboerderij nog andere mensen, een echtpaar: de man heette Pierre, een voetballer. Langs of achter het huis stond een schuur waar mijn vader fietsen repareerde. Aan de overkant lag een kleine boerderij waar mijn moeder melk, boter en eieren kocht. Wat me nog helder voor de geest staat is de verhuizing van Wolske naar het Centrum. Ik zat achter op de fiets bij mijn moeder. Mijn broer en mijn opa zaten achter in de laadbak van een kleine verhuiswagen en bungelden met hun benen buitenboord. Terwijl ze ons passeerden lachten ze me (weer) uit omdat ik niet bij hen durfde zitten. Hoe betrouwbaar is zo'n herinnering? Op de eerste foto van mij op een fiets - een driewieler -, die een jaar eerder werd gemaakt in de tuin in Wolske, kijk ik niet bepaald enthousiast. Waar was ik boos en/of verdrietig om? Mijn broer staat lachend naast me op die foto, zittend op een fiets met zijwieltjes. We hebben allebei een wielerpetje op. Waarom was mijn broer zo vrolijk? Welke opmerking werd er gemaakt door de fotograaf of iemand in zijn buurt? Had ik ook toen het gevoel dat ik uitgelachen werd?  Ik krijg bijna compassie met mezelf!

klik op de foto voor vergroting


Navolging

De verhalen over het moteurke waarmee mijn eega op haar eigen vertrouwde witte Cube pedaleert zetten andere zeventigplussers aan het denken. Jos & Lucy, kennissen van ons, hebben vorige week hun rode Santossen naar ombouwer Wim gebracht. Straks kunnen ze weer samen in een zelfde tempo en pijnloos - in het geval van Jos - de heuvels op. In tegenstelling tot wat sommigen lijken te denken, heb ik er geen moeite mee dat ik mijn lief bergop niet meer kan volgen: ik word al mijn hele leven door zowat iedereen uit de wielen gereden. Ook al ben ik niet mankementenvrij, ook al lever je na je zeventigste ieder jaar 3 a 5 % spierkracht in, ik heb vooralsnog geen aandrang om mijn zwarte Bianchi naar Wim te brengen. Ik ben wel benieuwd, dat moet ik toegeven, of het me dit jaar weer lukt een rondje van 100 km (met 2100 hoogtemeters en 40 km klimwerk) te fietsen. Ik vrees dat ik geen drie kwartier maar minstens een uur eerder dan mijn zonen en hun vrienden moet vertrekken!



Waar komt het woord 'fiets' vandaan

In zijn boek 'De taal van het fietsen' probeert Wim Daniëls te achterhalen waar het woord fiets vandaan komt. Volgens hem zijn er acht mogelijkheden. Volgens Roger Thijs echter, liefhebber van de fiets en het dialect (uit Kanne), is het, zeker na het nuttigen van enkele trappisten, duidelijk dat het woord uit het Limburgs komt. Jazeker. 'Fiets' is volgens sommigen een verbastering van 'Vélocipède', dat waarschijnlijk bedacht werd in 1818 toen de eerste loopfiets werd geïntroduceerd. Maar, en nu citeer ik Roger: 'In de Limburgse dialecten is vietsen of vetsen het oudere woord voor snel, gehaast lopen. Met de eerste loopfietsen kon je dus snel lopen oftewel vetsen dan wel vietsen, zoals men in oostelijk Limburg (Nederland) zei.  Mijn opa hoorde ik vaker zeggen: Iech bèn de brök euver gevets ... Klaar als een klontje dus: het woord fiets komt uit LIMBURG !!'
Roger mailde het voorgaande naar Wim Daniëls en sloot zijn betoog af met de vraag: 'Einde discussie?' Binnen anderhalf uur reageerde Wim: 'Dat niet. Maar wel een mooi verhaal.'    




De bundel

Vandaag wordt de bundel 'Een ouwe man op een koersfiets' officieel gelanceerd. Hij is vanaf nu voor €15 verkrijgbaar via o.a. Gaia Chapbooks. Via dat adres kan hij ook gratis gedownload worden als E-book. Met een grote dosis zelfspot, een vleugje weemoed en veel dankbaarheid fietst deze ouwe man al mijmerend door de tijd die hem rest.  



De regenton

De foto van mijn fiets met regenton leverde een aantal aardige reacties op. Ik wil ze jullie niet onthouden:
-Ik hoop voor jou dat die ton leeg was!
-Een binnenstedelijke fietskoffer: kan tot 2 lijken vervoeren.
-Nieuwe e-bike met lange-afstandsaccu?
-Hoe zwaai je daar je been overheen??



Klimaatvriendelijk

Van 11 tot en met 17 november is de Nationale Klimaatweek. De Gemeente Maastricht wil graag een klimaatvriendelijke stad zijn en biedt daarom deze week 2000 gratis regentonnen aan: 'Zo vang je eenvoudig regenwater op om planten en bloemen water te geven. Je bespaart kostbaar drinkwater en voorkomt overbelasting van het riool.' Mijn eega heeft zich opgegeven en zij was niet de enige! Vandaag konden de regentonnen opgehaald worden. De gegadigden, waaronder ik, werden deskundig (om)geleid naar het afgiftepunt. Ik wachtte mijn beurt af in een lange, lange rij die stapvoets vorderde. Tussen de vele, vele auto's (met draaiende motors) stond ik als enige … op de fiets!



Aangestoken, besmet

Die Roger! Fietste als wielertoerist een keer of tien de langste versie van Luik-Bastenaken-Luik en kletste een keer of twintig de Mont Ventoux op. Sukkelt nu als 72-jarige al een poosje met zijn rug, krijgt daar binnenkort bij wijze van proef een soort zenuwverdoving tegen. Het weerhield hem er vorige week niet van om de Ventoux met de 27 kilo wegende e-bike van zijn eega vanuit Malaucène te beklimmen. Ik citeer uit zijn mail: 'Je voelt je meteen veertig jaar jonger met al die Watt's en Newtons tussen de kuiten. Bij het (traag) passeren van de echte trimmers groette ik bedeesd en beschroomd. De ondersteuning had ik op de Tour-stand staan, dus heel beschaamd hoefde ik niet te zijn. Rechtop zittend, als een ouwe dominee op weg naar gelovigen, begon mijn karkas pas voorbij de helft met protesteren. Paar keer kort gestopt voor drank en voer. Maar wat een mooie beklimming.' En dat allemaal onder het motto van, en ik citeer Roger weer: 'Wat de vrouw van Miel kan, kan ik ook!'